Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Gebruiker:O/De onzichtbare steden
De onzichtbare steden
Italo Calvino beschrijft in zijn boek De Onzichtbare Steden (Le Città Invisibili) een serie verhalen die Marco Polo vertelt aan Kublai Kan over steden die hij heeft bezocht gedurende een reis. Iedere stad die hij beschrijft heeft op zichzelf iets wonderlijks, iets eigenaardigs. In de loop van de gesprekken tussen Kublai Kan en Marco Polo vraagt Kublai hem op een gegeven moment of de steden echt bestaan en waar hij precies over vertelt. Het is Kublai namelijk opgevallen dat Marco over alle steden praat behalve over de stad waar hij zelf vandaan komt: Venetië. Alle steden die Marco beschrijft, lijken erg veel op elkaar. Ook hebben ze één ding gemeen: ze bestaan niet in onze werkelijkheid. Marco Polo is bang om Venetië in één keer helemaal te verliezen als hij erover spreekt. of misschien heeft hij haar, al pratende over andere steden, al geleidelijk aan verloren.
De term 'onzichtbare stad' kan verwijzen naar verschillende dingen. Marco Polo vertelt over steden die hij in zijn gedachten vormt. " 'Reis jij om je verleden opnieuw te beleven?' was op dit punt de vraag van de Kan, die ook zo geformuleerd had kunnen worden: ' Reis je om je toekomst terug te vinden?' En het antwoord van Marco: 'Wat elders is, is een spiegel in het negatieve. Een reiziger herkent het weinige dat van hem is door het vele te ontdekken dat hij niet gehad heeft en nooit zal hebben.' " De steden waar Calvino over schrijft, zijn zeer uiteenlopend. Pure fantasiesteden waar wonderlijke dingen gebeuren, waar de mensen wonderlijke dingen doen, of waar ze op bijzondere manieren vreemde gebouwen bouwen. Maar ook beschrijft hij steden van de doden of plaatsen als het hiernamaals. Dat kan zijn in de vorm van een hemel, een onderwereld, etc. Over onzichtbare steden kan er ook gesproken worden wanneer men het heeft over het plannen van het bouwen van een nieuwe stad waarvan de bouwtekeningen er al zijn, maar de gebouwen en straten nog niet. Of het kan gaan over steden die vroeger wel bestonden maar nu niet meer. Steden die door de tijd verloren zijn gegaan of ooit vernietigd en waarvan de precieze locatie nooit helemaal bepaald is en in sommige gevallen ook de vraag of ze hebben bestaan niet met zekerheid beantwoord is.
Alle steden die Marco beschrijft wijzen feitelijk terug op Venetië, maar bestaan niet op zichzelf. De steden zijn letterlijk onzichtbaar. Maar zijn zij de enigen, of is er eigenlijk veel meer onzichtbaar voor ons dan we denken? Zijn ook echte steden wel die steden zoals ze zich aan ons voordoen? Is wat wij waarnemen wel de werkelijkheid? Zien we daarmee de essentie, de substantie van iets, of alleen maar de buitenkant? En hoe zit dat met andere mensen en de gesprekken die je met ze voert? Is iemand wel degene die hij is of doet hij zich anders voor? Is iets zoals het lijkt? Of dragen we allemaal maskers? Onzichtbare steden hebben slechts een bestaan in het verleden, de toekomst, onze gedachten, of een andere wereld dan de onze. Toch spreken we er over, terwijl we weten dat ze niet bestaan. Hoe kunnen we over iets praten wat niet bestaat? Bestaan ze dan niet toch, doordat wij er woorden en een naam aan geven? Onzichtbare steden bestaan niet in tastbare vorm in onze materiële werkelijkheid, maar wellicht door ons geloof in het bestaan van deze onzichtbare steden, geven wij ze zelf vorm en is er in zekere zin sprake van hun bestaan. Het is wellicht een keuze die je maakt. Een vrije keuze om er wel of niet in te geloven. Hoewel ergens in geloven misschien op zich niet een keuze is en in sommige gevallen niet stuurbaar, is ergens in wíllen geloven wel degelijk stuurbaar. Het is dan een keuze die je maakt of je de wereld waarin je leeft, je ontwikkelt en dingen leert alleen beperkt tot de echte wereld waarin je je bevindt, of dat je dat uitbreidt tot een grotere wereld. Al eeuwenlang reizen mensen om de wereld te leren kennen. Wordt een reis er minder echt op als deze zich in je hoofd afspeelt? Bestaat die reis dan meteen niet echt, of bestaat die wel maar slechts in een andere vorm? Wat Marco Polo doet in dit boek is dat hij zich in zijn fantasiewereld begeeft en daarheen gaat waar hij wilt, en zichzelf en anderen zo aanzet tot nadenken. Die fantasiewereld is juist een boeiende wereld die hij betreedt en eentje die alleen toegankelijk is voor de hem zelf. Maar zo heeft ieder mens zijn eigen wereld. Bouwt ieder mens zijn eigen steden. Plessner had het over de excentrische positionaliteit van de mens, waarmee die zich onderscheidt van een dier: de mens kan in gedachten buiten zichzelf stappen en zich even ergens anders bevinden, zich terugtrekken in zijn eigen wereld, of terugkijken in het verleden of vooruitkijken in de toekomst. De mens kan een andere werkelijkheid betreden, een onzichtbare stad, terwijl zijn lichaam gepositioneerd blijft in de gewone materiële werkelijkheid.
"Met steden is het net als met dromen: van alles wat je je kunt voorstellen kun je dromen, maar ook de meest onverwachte droom is een rebus die een verlangen verbergt, ofwel het omgekeerde ervan, een angst. Steden, net als dromen, zijn opgebouwd uit verlangens en angsten, ook al is de draad van hun verhaal geheim, zijn hun regels absurd, de perspectieven bedrieglijk, en verbergt iedere zaak een andere zaak. (...) Ook steden geloven dat ze een product zijn van de geest of het toeval, maar noch de een noch het ander is in staat om hun muren staande te houden. Bij een stad geniet je niet van de zeven of zevenenzeventig wonderen, maar van de antwoorden die ze geeft op een vraag van jou." Of van de vragen die ze je stelt.
De onzichtbare steden zijn dus weliswaar onzichtbaar, maar zeker niet onwerkelijk. Althans, niet voor degenen die in ze wíllen geloven. De anderen zijn blind.
Bron van citaten: De Onzichtbare Steden (Le Città Invisibili, 1972) door Italo Calvino, vertaald door: Henny Vlot