Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Gebruiker:O/'t Aogje
Naast carnaval vieren in de binnenstad van Breda, heerst er ook een eigen carnavalscultuur in het voormalige dorp Princenhage, tijdens carnaval en in de volksmond beter bekend als "'t Aogje".
Organisatie
In 1956 begint de Culturele Commissie van Princenhage met het organiseren van een Aogs carnaval. De naam veranderd later in Carnavals Commissie ‘t Aogje, kortweg C.C. ‘t Aogje.
Programma
Het carnaval begint op carnavalszaterdag traditioneel met de aankomst of “lancering” van de prins op de Haagse Markt. Onder zijn leiding wordt aan het raadhuis “d’n irste druppel” gehesen, waarna het feest los kan barsten. Dat begint met het familiebal in gemeenschapshuis “de Koe(i)”. Op zondag trekt er een optocht door het oude dorp met rond de 40 deelnemers. Individuelen, groepen, wagens en kapellen. Op maandag trekt een grote delegatie van de optochtlopers naar het Kielegat om zich daar aan te sluiten bij de optocht waar zij niet onopgemerkt blijven bij de prijsuitreiking. De avond is gereserveerd voor het dorpsbal in “de Koei”. Als laatste wordt op dinsdagavond “D’n leste druppel” weer van het raadhuis neergelaten en in een glazen kist rondgedragen door het dorp. D’n druppel wordt achtergelaten bij de beschermer van ‘t Aogs carnaval “Nil”.
Nil
Op 9 februari 1991 werd op zijn zottehofke aan de Haagweg het standbeeldje van “Nil” onthuld. Het was een geschenk van de Raad van wijze mannen en C.C. ’t Aogje aan de gemeenschap van ’t Aogje. Nil is een wijs varkentje dat in zijn sokkel de Druppel bewaakt die symbool staat voor het Aogs carnaval. Jaarlijks op carnavalszaterdag ontvangt de Aogse leutvorst zijn buurvorsten de Prins van ’t Kielegat en de Baron van ’t Ginneken. Wanneer de burgers van ’t Aogje hun druppel weer op komen halen om het carnaval te openen spreekt Nil hen toe. Orakelende wijsheden met een kritische toon komen uit zijn mond waarna hij weer zwijgt voor een jaar. In 2007 zou Nil het aangelegd hebben met het varkentje “Marieke” uit het Ginneken en met carnaval dat jaar stond er plotseling een zoon op zijn sokkel bij, Driekske gedoopt.
Voorafgaand
Carnaval begint voor velen al voor carnavalszaterdag en wel op 11 november. Vanaf die dag zijn er ook in ’t Aogje al verschillende activiteiten.
- de bekendmaking van de Prins tijdens “MottoMot”; zaterdag rond 11 november;
- de Martinusviering de zondag erna in de Sint Martinus Kerk.
- het Prinsengebeurenbal; Half januari;
- de Aogse Avonden twee weken voor carnaval.
- de Vocaole Generaole (het inzingen) een week voor carnaval;
De Lapteen
De Lapteen is de carnavals krant van ‘t Aogje en wordt in een oplage van 6500, huis aan huis verspreid in ‘t Aogje, Westerpark en Effen (met carnaval; Kuuskeslaand). In de krant onder andere het programma van het jaar, de Financiële Lapteen, ‘t Binnen Aogs nieuws en ‘t Buiten Aogs nieuws. Verder verslagen van de Prinselijke activiteiten en een historische blik op het carnaval in ’t Aogje.
Aogse Prinsen
Zoals met carnaval gebruikelijk heeft niet de burgemeester maar Prins Carnaval het tijdens de carnavalsdagen voor het zeggen. In ‘t Aogje hebben er sinds 1959 16 prinsen geregeerd. Deze leutvorst wordt aan het publiek bekendgemaakt op de zaterdag rond 11 november. De dag van de Heilige Sint Martinus. Een prins in ‘t Aogje zwaait maximaal 3 jaar zijn scepter. De prins gaat gekleed in een rokkostuum, een groen/witte steek, een groene cape met het wapenschild van Princenhage erop afgebeeld. Tevens is de prins gedecoreerd met de carnavalsonderscheiding "het grootkruis in de Orde van de Aogse Bieloop en de Aogse Beemden". Hij wordt ter zijde gestaan door een tweetal joffers (jonge dames). De prins van ‘t Aogje wordt verder begeleid door zijn ministerraad. De hofkapel van "zijne dorstlustige hoogheid" is de Boerenblaaskapel de Bielopers.