Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Fusillade 31 maart 1945 aan de Parallelweg in Den Haag

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Op 31 maart 1945 werden er op de parallelweg 12 Nederlanders door de Duitse bezetter gefusilleerd. Jarenlang is er gedacht dat dit onschuldige burgers waren die omdat zij deelnamen aan het verzet ter dood veroordeeld waren. Inmiddels weten we door een geheim stuk uit 1947 wat de antecedenten waren van deze 12 mannen.

hieronder treft u cursief gedrukt een letterlijk overgenomen stuk afkomstig uit het archief van het Nederlandse Rode Kruis.

Belangrijkste feiten zijn dat van twee van de gefusilleerden kan worden aangenomen dat zij betrokken waren bij het verzet en derhalve als verzetsstrijder geëerd moeten worden en dat van drie van de gefusilleerden kan worden aangenomen dat ze ten onrechte herdacht worden als slachtoffer en onterecht als lid van verzet terecht zijn gekomen op erelijst gevallenen.


I.D. DEN HAAG

Doss. 13/259

Geheim

Naar aanleiding van een eind Maart 1945 plaatsgehad hebbende overval op een Duits militair aan de Parallelweg alhier, waarbij deze door in Duits militaire uniformen geklede personen in de hand werd geschoten en van zijn wapens beroofd, werden ter plaatse (het trottoir van de Parallelweg, langs de spoorbaan nabij de Z.W.-ingang van het Stationsplein) op 31 Maart 1945, als represaille door de bezettingsautoriteiten (Grüne Polizei) denavolgende personen van Nederlandse nationaliteit, die zich in Duitse gevangenschap bevonden, gefusilleerd:

1. Willem KLOOT, geboren te Naaldwijk, 14 November 1926, van beroep grondwerker,

laatstelijk wonende Herderinnestraat 10a alhier;

2. Antonius Jacobus Enoch KRESNER, geboren te R’dam, 8 mei 1923, van beroep

N.S.K.K.-man, laatstelijk wonende Van Musschenbroekstraat 163 alhier;

3. Willem van MAURIK, geb. te ’s-Grav. 24 oct. 1915, van beroep spoorwegrechercheur,

laatstelijk wonende Nicolaas Tulpstraat 7 alhier;

4. Cornelis Adrianus HESSING, geboren te ’s-G, 19 juni 1910, zonder beroep, laatstelijk

wonende Vlierboomstraat 150 alhier;

5. Pieter VROLIJK, geboren te ’s-G, 14 dec. 1918, van beroep koetsier, laatstelijk

wonende Badhuisstraat 24 alhier;

6. Wilhelmus WESTDORP, geboren te ’s-Heerenhoek, 15 sept. 1920, zonder beroep,

laatstelijk wonende Wesselsstraat 55 alhier;

7. Franciscus VAN SCHAIK, geboren te Hellevoetsluis, 20 mei 1915, van beroep kelner,

laatstelijk wonende Huygensstraat 13 alhier;

8. Gerardus Pieter WARMENHOVEN, geboren te Utrecht, 26 Febr. 1916,van beroep

koopman, laatstelijk wonende Rochussenstraat 175 alhier;

9. Maarten ROOS, geb. te ’s-G, 28 dec. 1910, kantoorbediende, laatstelijk wonende..

Daquerrestraat 62 alhier

10. Philip Christiaan VISSER, geb. te Alblasserdam, 31 jan. 1925, zonder beroep,

laatstelijk wonende Huis te Hoornkade 5 te Rijswijk;

11. Hendrik Cornelis VAN HEULEN, geb. te Haarlem, 18 mei 1885, bankwerker, laatstelijk

wonende Molenslootstraat 20 alhier;

12. Pieter Adrianus KLEYNJAN, geb. te Rotterdam, 21 aug. 1912, brandweerman,

laatstelijk wonende te R’dam, Westduelstraat 46b.


De “Kriminal Kommissar” H.J.M.H. Munt, gewezen chef van de “S.D. Aussenstelle”, Den Haag, gehoord omtrent voornoemde fusillade, verklaarde, dat door hem een aantal personen beschikbaar was gesteld, dat zich aan roofovervallen ten eigen bate schuldig had gemaakt, met gebruikmaking van een vuurwapen. Bovendien waren door de toenmalige “Feldgendarmerie” alhier, enige gevangenenaangewezen, die als deserteur van de Duitse Weermacht moesten worden beschouwd. Uit het ingestelde onderzoek is gebleken, dat de hiervoren onder ten 3e, 4e, 5e, 6e, 7e en 9e. genoemde personen door de Kriminal Kommissar Munt ter fusillering beschikbaar zijn gesteld. De onder ten 1e, 2e, 8e en 10e door de “Feldgendarmerie” en de onder ten 10e en 12e door de “Kriminal Kommissar” FRANK, wiens verblijfplaats dezerzijds nog onbekend is. Daar de afdeling van de “Kriminal Kommissar” Frank uitsluitend de illegaliteit bestreed, kan worden aangenomen, dat P.A. Kleynjan en Ph. Chr. Visser als illegaal zijn gefusilleerd. Hieronder volgen de antecedenten van de terechtgestelden en het resultaat van het onderzoek naar de omstandigheden, die tot hu terechtstelling hebben geleid.


Antecedenten W. KLOOT:

W. Kloot werd begin van 1945 op de Hoefkade alhier door de “Feldgendarmerie” gearresteerd, vermoedelijk terzake belediging van de Duitse Weermacht. Bij zijn arrestatie was hij in het bezit van een vuistvuurwapen. W. Kloot is niet bekend als illegaalwerker. Zijn familie werd als pro-Duits aangemerkt. Zijn zuster was verloofd met een SS.-man.

Door de Politie te ’s-G werden tegen W.Kloot de volgende processen-verbaal opgemaakt:

Afdeling B, 10/1-1938 medeplichtig aan diefstal c.q. heling

Afdeling C, 10/4-1941 Artikel 141 Wetboek van Strafrecht.

Afdeling B, 16/6-1941 Diefstal c.q. heling.

Afdeling B 2 19/12-1941 diefstal.

Afdeling e.d. 17/2-1943 artikel 8 Distributie reglement Besluit.

Afdeling B 2 16/2-1943 aanhouding rijwieldiefstal.

Afdeling B 2 5/2-1943 diefstal in vereniging.

Afdeling B 2 22/2-1944 diefstal in vereniging c.q. medeplichtigheid aan diefstal.

Afdeling E.D. 11/5-1944 overtreding distributiewetten.

De navolgende veroordeling is van hem bekend:

Kinder-Rechter Den Haag 29 Juni 1942 ter beschikkingstelling van de regering met 3 jaar

proeftijd. In de administratie van de P.R.A. alhier, is niets ten nadele van W. Kloot bekend.


Antecenten van A.J.E. Kresner:

Ondergedoken N.S.K.K.-man zijnde, werd AJE.. einde febr. 1945 door de “Feldgendarmerie” op heterdaad betrapt bij het plegen van een roofoverval, waardoor zijn terechtstelling als deserteur reeds zeker was. Bij onderzoek is niet kunnen blijken, dat A.J.E. Kresner bij de illegaliteit was aangesloten. In de Politie-administratie en in die van de P.R.A. alhier, is niets ten nadele van hem bekend.


Antecedenten van Van MAURIK en C.A. HESSING,

W. van Maurik was spoorwegrechercheur en werkte steeds samen met C.A. Hessing. Uit het verhoor van voormalige Nederlandse S.D.-beambten, o.a. W. De Frens, is gebleken, dat begin Maart 1945 bij de “S.D. Aussenstelle”, Den Haag een anoniem schrijven was binnengekomen, waarin vermeld stond, dat W. Van Maurik en C.A. H. een overval te eigen bate beraamden te Katwijk aan Zee. Beiden werden daarop op 21 Maart 1945 door de S.D. ten huize van W.van Maurik gearresteerd. Bij hun arrestatie waren beiden in het bezit van een vuurwapen. Bij hun verhoor zouden zij hebben verklaard, zich aan meerdere overvallen te eigen bate te hebben schuldig gemaakt. Beiden waren in de illegaliteit bekend n.m. als onderduiker en zwarthandelaar. In de administratie van de Politie en in die van de P.R.A. alhier, is niets in hun nadeel bekend. Volgens verklaring van de familie van W. van Maurik, hadden beiden, de dag voor hun arrestatie, van een onbekende een vuistvuurwapen in ontvangst genomen en de daarop volgende dag werden beiden, met medewerking van bedoelde onbekende, door de S.D. gearresteerd, zodat de familie vermoedt, dat hun een valstrik is gespannen.


De antecedenten van P. VROLIJK en W. WESTDORP.

Beiden waren onderduiker en stonden bekend als zwarthandelaar. Op 9 Maart 1945 werden zij door de S.D. gearresteerd terzake diefstal van een grote partijboter ten nadele van de Duitse Weermacht. Bij hun verhoor, afgenomen door beambten van de S.D., o.a. W. Dienstknecht, zouden zij hebben bekend zich aan meerdere diefstallen ten nadele van de Duitse Weermacht en ten eigen bate te hebben schuldig gemaakt. Hoewel beiden, als onderduiker, hun levensmiddelenkaart via de illegaliteit betrokken, waren zij bij geen enkele illegale organisatie aangesloten, of hebben daarvoor werk verricht. Door de Politie te ’s-G werd tegen P. Vrolijk op 25 Januari 1939 proces-verbaal opgemaakt terzake vernieling en op 10 Januari 1945 terzake poging tot diefstal. Tegen W. Westdorp werd door de Politie alhier, op 15 December 1944 proces-verbaal opgemaakt terzake heling. In de administratie van de P.R.A. alhier, is van beiden niets ten nadele bekend.


Antecedenten van F. Van SCHAIK.

Op 9 Februari 1945 werd F. van Schaik gearresteerd. Met enige kornuiten had hij gedurende “Sperrtijd” van een in het water aan de Goudriaankade liggend schip, enige zakken erwten en enige zakken post ontvreemd. Bij zijn aanhouding legitimeerde hij zich met (naar achteraf bleek) valse Duitse papieren en dreigde met een in zijn bezitzijnde revolver. Hoewel hij voorgaf voor de illegaliteit te werken, is bij onderzoek niet kunnen blijken, dat hij bij enige illegale organisatie was aangesloten. Overigens is noch in de Politie-administratie, noch in die van de P.R.A. alhier, iets ten nadele van F. van Schaik bekend.


Antecedenten van G.P. WARMENHOVEN.

Als ondergedoken N.S.K.K.-man werd G.P. Warmenhoven einde Februari 1945 door de “Feldgendarmerie” op heterdaad betrapt bij het plegen van een diefstal. Bij het onderzoek bleek, dat hij zich gedurende zijn onderduiktijd reeds aan meerdere diefstallen had schuldig gemaakt. Als deserteur van de Duitse Weermacht was zijn terechtstelling al zeker. Bij onderzoek bleek, dat G.P. Warmenhoven bij geen enkele illegale organisatie was aangesloten. In de Politie-administratie komt zijn naam voor.

Tegen hem werden de navolgende processen-verbaal opgemaakt:

B. 27-2-1933 Poging tot diefstal;

B. 8-2-1935 Diefstal d.m.v. verbreking en diefstal vanaf de openbare straat;

B. 15-2-1935 idem en heling;

A. 21-8-1942 vernieling;

B.II 21-9-1942 heling;

De navolgende veroordelingen zijn van hem bekend:

Kinderrechter ‘Haag 22 Mei 1933 één maand tuchtschool voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar.

Pol. Rech. ‘Haag 2 April 1935 drie maanden gevangenisstraf voorwaardelijk;

Pol. Rech. ‘Haag 16 November 1942 40 gld. Boete c.q. één maand.


Antecedenten van M.ROOS.

Begin 1945 Maart werd M.Roos door de Duitse politie gearresteerd terzake diefstal en het plegen van roofovervallen ten eigen bate. Bij onderzoek is gebleken, dat hij bij geen enkele illegale organisatie was aangesloten. Uit de administratie van de P.R.A. alhier, blijkt, dat M.Roos gedurende de bezettingstijd lid was van de N.S.B. en W.A. Ten stadhuize alhier, alwaar hij werkzaam was, stond hij, wat zijn politieke houding betreft, zeer ongunstig bekend. In de Politie-administratie alhier, is niets ten nadele van hem bekend.


Antecedenten van P.Chr. Visser

Begin Maart 1945 werd P.Chr. V. In deze gemeente, bij een door de Duitse politie gehouden razzia, gearresteerd. Bij zijn arrestatie was hij in het bezit van een vuistvuurwapen. In de omgeving van zijn woning stond hij als een roekeloos en onvoorzichtig persoon bekend. Hoewel hij enige tijd vrijwillig in de Nederlandse Arbeidsdienst is geweest, moet volgens zijn familie worden aangenomen, dat hij lid is geweest van een verzetsorganisatie. In de administratie van de Politie te ’s-G en te Rijswijk, is niets ten nadele van P.Chr. Visser bekend. Ook in de administratie van de P.R.A. alhier komt zijn naam niet voor.


Antecedenten van H.C. van HEULEN.

H.C. van Heulen werd 27 Maart 1945 in zijn woning aangehouden terzake het te eigen bate in beslagnemen van diverse goederen , met gebruikmaking van valse “S.D.”-legitimatie papieren en door de “Feldgendarmerie” in arrest gesteld. H.C. van Heulen stond niet in contact met de illegaliteit en heeft daarvoor ook geen werkzaamheden verricht. Noch in de Politie-administratie, noch in die van de P.R.A. alhier, is iets ten nadele van H.C. van H. bekend. In de omgeving van zijn woonplaats stond hij echter niet gunstig bekend. Hij is na zijn arrestatie overgedragen aan de Feldgendarmerie Zowel bij de administratie van de politie als de Documentatiedienst van de P.R.A. alhier komt voornoemde van Heulen niet voor. In de omgeving van zijn woonadres staat hij niet goed bekend.


Antecedenten van P.A. KLEYNJAN.

P.A. K. was als brandwacht in dienst bij de Rotterdamse brandweer. Als illegaal-werker was hij verbonden aan de K.P. Van Floor en Van Meeuwen te Rotterdam. In het begin van 1945 werd hij door de S.D. te Rotterdam gezocht in verband met zijn K.P. werkzaamheden. Op 6 februari 1945 werd hij aan zijn onderduikadres te Rotterdam door de “S.D.” overvallen en bij een poging tot vluchten in zijn benen geschoten. Via de gevangenis te Rotterdam werd hij naar de gevangenis te Scheveningen overgebracht en hoewel gewond, zodat hij door zijn medegevangenen staande moest worden gehouden, op 31 Maart aan de P.weg alhier gefusilleerd. In de administratie van de Politie en in die van de P.R.A te Rotterdam en ’s-G komt de naam P.A Kleynjan niet voor. Op grond van het feit, dat P.A.Kleynjan als illegaalwerker werd gefusilleerd, ontvangt zijn weduwe thans ondersteuning van de Stichting 1940-’45.

’s-Gravenhage, 16 Juli 1947.

rel=nofollow