Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Eendenkooi
Een eendenkooi (soms kortweg kooi genoemd) is van oorsprong een plek waar diverse soorten in het wild levende eenden werden gevangen voor consumptie.
De eendenkooi bestaat uit een flinke vijver waar enkele smalle sloten op uitkomen, de zogenaamde vangpijpen. Eenden die uit een ander kouder wordend gebied getrokken zijn om in een warmer gebied te overwinteren zoeken vaak plekken uit waar ze kunnen uitrusten van de reis. Om overvliegende eenden te lokken, heeft de kooiker, de beheerder van de kooi, op de kooiplas een groot aantal staleenden die hij dagelijks voert. Zij zijn gewend aan de kooiker en zijn hond.
Als het jachtseizoen geopend is laat de kooiker zijn hond, de kooikershond, langs de pijp lopen om de rustende vreemde eenden te lokken. De pijp is aan weerszijden voorzien van rietschermen zodat de eenden de kooiker niet zien. Het hondje laat hij voor en achter langs de schermen lopen. De eenden, nieuwsgierig geworden door het verstopgedrag van het kooikerhondje met zijn opvallende, grote witte pluimstaart, die steeds weer verdwijnt en een eindje verder weer tevoorschijn komt, zwemmen achter het hondje aan de steeds nauwer wordende pijp in. Dan komt de kooiker achter de schermen vandaan en jaagt de eenden op. De eenden vliegen dan verder de pijp in het licht tegemoet. Het kooibos rond de kooiplas wordt namelijk aan het eind van elke pijp opengehouden. De eenden vliegen uiteindelijk tegen de zogenaamde spiegel, een schuin gespannen net aan het einde van de pijp. Ze vallen dan naar beneden en kruipen naar de enige schijnbare uitweg namelijk het einde van de pijp, het vanghokje. De kooiker laat het vanghokje dichtvallen zodat de eenden gevangen zitten en niet meer terug kunnen.
Tegenwoordig worden er nog maar weinig eenden voor consumptie gevangen. Het aantal eenden dat jaarlijks geschoten wordt is veel groter. In Nederland zijn er nog ongeveer 119 eendenkooien geregistreerd. Ze zijn op kaarten te herkennen aan het typische roggeneimodel in de vorm van een H.
Eendenkooien worden ook steeds vaker gebruikt om eenden te ringen voor wetenschappelijk onderzoek. Recentelijk werden enkele eendenkooien ook gebruikt om onderzoek te doen naar vogelgriep. Door middel van ringonderzoek kan ook een telling bijgehouden worden van de hoeveelheid watervogels die er zich in een bepaald gebied bevinden. Rondom een eendenkooi geldt van oudsher het kooikersrecht, waardoor de pachter van dit recht het alleenrecht op de eendenvangst heeft binnen een straal van 1130 meter. Dit bevorderde het ontstaan van natuurgebieden bij eendenkooien.
De uitdrukking "de pijp uit gaan" is afkomstig van deze vorm van eendenjacht evenals het gezegde "binnen vallen"; de wilde eenden "vallen binnen" op de kooiplas. De uitdrukking "het hoekje omgaan" refereert aan het passeren van de knik in de vangpijp waarna de eend zijn lot niet meer kan ontgaan.