Dwergbanaan

De dwergbanaan ( Musa acuminata ) is een kleine bananensoort geboortig uit tropisch Azië. Het is de wijdstverspreide wilde soort en wordt beschouwd als de belangrijkste ouder van de huidige generatie eetbare bananen. Hij wordt tot 2 m hoog met elliptische, hangende bladeren van 60 tot 90 cm lang en 30 cm breed. Ze zijn sterk verwant aan de echte cultuurbananen.

Overwintering als kuipplant of kamerplant

De dwergbanaan voldoende licht nodig ook in de wintermaanden. Kunstmatige belichting kan nuttig zijn in donkere periodes. Blijft meestal het gans jaar binnen staan (achter glas) omdat het bij ons 's zomers kamertemperatuur ook nog te koud is. Minimum in de wintermaanden is 12°C. De kamer mag ook in de winter stevig verwarmd worden zolang de lucht voldoende vochtig blijft (50-60 % relatieve vochtigheid).

Potcultuur

De banaan verdampt erg veel water. Een watergeefsysteem, zoals druppelbevloeiing is sterk aan te raden. Omdat de banaan ook in de winter blijft doorgroeien, moet er ook in de winter, elke maand eens bemest worden. In de zomer elke week of om de veertien dagen. De groeikracht van de banaan is sterk. Een jonge plant moet dan ook meer derde malen verpot worden, tot hij na enige tijd in een flinke container staat. Het beste grondmengsel is samengesteld uit een derde klei of leem, een derde bladaarde of naaldenbosgrond en een derde verrotte koemest. De potten of kuipen moeten een goede waterafvoer bezitten. De uit zaad voortgekweekte bananen zijn eigenlijk voor de kamer veel te groot. Veel geschikter zijn de kleinere, gekweekte vormen.