Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Donatisme

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het donatisme was een afscheuring van de westelijke Kerk in de 4e en 5e eeuw. Het kerkscheuring bleef beperkt tot noordwestelijk Afrika. Het ontleent zijn naam aan Donatus van Carthago (Donatus de Grote), van 315 tot 355 bisschop van Cellae Nigrae in Numidië.

Het belangrijkste strijdpunt van de donatisten was dat zij de bisschoppen die tijdens de vervolging door keizer Diocletianus (303 – 311) hun hachje hadden gered door aan de Romeinse goden te offeren, de lapsi of traditores, niet langer als bisschop wilden aanvaarden. Deze positie werd reeds veroordeeld op het concilie te Rome in 313.

Het donatisme ontwikkelde een eigen ecclesiologie.

Historisch overzicht

Verschillende kwesties in verband met de donatisten zijn wegens het onvoldoende bronmateriaal tot op heden in het historisch onderzoek onduidelijk.

De hoofdoorzaak voor de onenigheid die leidde tot de afscheuring van de donatisten, was de laatste fase van de christenvervolgingen in het Romeinse rijk en de hieruit voortvloeiende vraag, hoe men moest staan tegenover personen die onder druk van de vervolging het christendom formeel de rug hadden toegekeerd.

Aanvankelijk betrof dit vooral diegenen, die tijdens de christenvervolging door keizer Diocletianus (303 tot 305) waren afgevallen (lapsi) of zelfs als traditores actief waren geweest, personen die heilige geschriften uitleverden om verbrand te worden. Toen deze christenen na de overeenkomst van Milaan in 313 terug opgenomen werden in de Kerk, drongen de donatisten erop aan hen uit de kerkgemeenschap uit te sluiten. Zij beschouwden alle „sacramenten” zoals doop, priesterwijding, als ongeldig, wanneer zij waren toegediend door priesters die voorheen een tijdje afgevallen waren. Zo keerden de donatisten terug naar het vroegers reeds opgekomen strijdpunt over geldigheid van de doop door een „ketter”.

Een reden waarom het conflict zo kon escaleren, was dat de houding van de Romeinse staat veranderd was: keizer Constantijn de Grote, die in het westen heerste sinds 312, had bepaald dat de tijdens de vervolging in beslag genomen eigendommen van de Kerk teruggegeven moesten worden en dat christelijke geestelijken privileges moesten krijgen. De vraag wie de rechtmatige vertegenwoordiger van de christenen in Noord-Afrika was, werd hierdoor wel erg explosief en oversteeg de theoretisch-theologische vraagstukken.

Bisschopswijding van Caecilianus

In de winter van 312/313 laaide de strijd op in verband met bisschop Caecilianus van Carthago, die tot primaat van Noord-Afrika werd benoemd. Zeventig Numidische bisschoppen verklaarden zijn benoeming ongeldig. Zij verdachten Felix van Aptunga, één van de bisschoppen die Caecilianus had gewijd, er namelijk van dat hij tijdens de vervolging een traditor was geweest. Caecilianus werd door hen afgezet en in zijn plaats werd Majorinus als bisschop benoemd.

De sympathisanten van Caecilianus legden zich hier niet bij neer. De komende jaren werd drie maal een verzoek gestuurd aan keizer Constantijn, om het geschil bij te leggen. Elk van die drie keren werd Caecilianus door een onafhankelijke raad bevestigd als de rechtmatige bisschop.

Toen de kerk van Rome verderging met het benoemen van voormalige traditores als geestelijken, scheidden de donatisten zich af. Dat intussen aangetoond werd dat bij de benoeming van Caecilianus geen traditor betrokken was, was intussen niet meer van belang.

Synode te Rome en te Arles

Op de synode op de Lateraan in 313 waren aanwezig: bisschop Miltiades van Rome en vijftien andere bisschoppen uit Italië, drie Gallische en twintig Afrikaanse bisschoppen. De meerderheid stemde tegen de donatisten, en keizer Constantijn sloot zich hierbij aan.

Majorinus overleed weldra en daarom werd Donatius in 315 verkozen om zijn plaats in te nemen. Volgens Optatus, de bisschop van Mileve, die door de donatisten als rechter was opgeroepen, verklaarde Donatus de keizer onbevoegd door de retorische vraag: „Quid est imperatori cum ecclesia?” („Wat is de keizer ten opzichte van de Kerk?”) Constantijn gaf bisschop Caecilianus het bevel om op te treden tegen de schismatici, en Caecilianus deed dit. Dit was de eerste keer dat een keizer een geestelijke gebruik liet maken van het staatsapparaat om een religieuze afscheuringsbeweging te onderdrukken. De donatisten noemden zichzelf voortaan de „Kerk der Martelaren” en verklaarden dat diegenen die in contact bleven met zondaars, geëxcommuniceerd waren.

Het centrum van de beweging bleef in Noord-Afrika rond Carthago, maar zij vonden ook aanhang in andere delen van het Romeinse rijk. Zij hechtten grote waarde aan de geschriften van de kerkvaders Tertullianus en Cyprianus, die reeds in de vraag over de geldigheid van de doop door „ketters” een theologisch standpunt ontwikkeld hadden.

Gewapende extremistische benden, zoals de circumcelliones, ook bekend als de agonistici, zagen het donatisme als een regionalistische beweging tegen het gezag van Rome. In hun strijd tegen Rome, gebruikten zij een vorm van donatisme en vielen priesters aan die trouw waren aan Rome.

De keizerlijke commissaris Macarius sloeg daarom hard keihard terug in een poging de afwijkelingen weer tot de ene Kerk te verenigen.

Een meerderheid verwierp het donatisme en geloofde dat de sacramenten, waaronder de doop en de priesterwijding geldig zijn ongeacht de persoonlijke waardigheid van diegene die doopt of de priesterwijding toedient.

Augustinus

Rond het jaar 400 ging Augustinus, de bisschop van Hippo, in op hun zienswijzen. Tegengesteld aan de puristische donatisten, zag hij de christelijke Kerk als een gemeenschap vol zondaars.

In 411 werd in Carthago een driedaagse conferentie georganiseerd voor een debat tussen Augustinus en aanhangers van het donatisme, de zogenaamde collatio. Er waren 279 donatistische bisschoppen aanwezig en 286 bisschoppen die het standpunt van Rome steunden. Eerst had Augustinus opgeroepen om de donatisten met zachtheid van hun positie af te brengen, maar na het debat riep hij op om dwang en geweld tegen hen te gebruiken, om zo nog enkele zielen te redden.

De overgebleven donatisten gingen ondergronds. De invloed van de donatisten nam in Noord-Afrika weliswaar af, maar zij bleven in stand tot de inval van de Vandalen vanaf 429. Later verdwijnt hun spoor.

Bibliografie

Primaire bronnen

  • (en) The Anti-Donatist Works of St. Augustine, M. Dods, vertaler. Nicene & Post-Nicene Fathers, 1st series, Vol. 4. Edinburgh: T & T Clark, 1872.
  • (en) J.G. Cunningham, Letters of St. Augustine, 2 Vols. Edinburgh: T & T Clark, 1872.
  • (en) Optatus van Milevis, Against the Donatists (vertaling) online op Tertullian.org

Secundaire bronnen

  • (en) R. Pierce Beaver, The Donatist Circumcellions, Church History, Vol. 4, No.2 June 1935. p. 123–133.
  • (en) Mark Edwards, uitgever, vertaler, Optatus: Against the Donatists, Liverpool University Press, Liverpool, 1997
  • (en) William H. C. Frend, The Donatist Church, Clarendon Press, Oxford, 1971
  • (en) Alister E. McGrath, Reformation Thought, An Introduction, Blackwell Publishing, Third Edition, 1990
  • (en) Michael Gaddis, There is No Crime for Those Who have Christ, Berkley: University of California Press: 2005. p. 103 – 130.
  • (en) Maureen A. Tilley, vertaler, Donatist Martyr Stories – The Church in Conflict in Roman North Africa, Liverpool: Liverpool University Press: 1996.
  • (en) Maureen A. Tilley: Dilatory Donatists or Procrastinating Catholics: The Trial at the Conference of Carthage, Church History, Vol. 60, No. 1 Mar. 1991, p. 11 – 19.
  • (en) Maureen A. Tilley: The Bible in Christian North Africa. The Donatist World, Minneapolis, 1997

Weblinks

The Catholic Encyclopedia (1917)  (en) Donatists, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: Vertaal via Google translate)

rel=nofollow