Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Dido (mythologie)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Dido was volgens de oude Griekse en Romeinse bronnen de stichtster en eerste koningin van Carthago (in het huidige Tunesië). Ze is vooral bekend van het verhaal door de Romeinse dichter Vergilius in zijn Aeneis. In sommige bronnen is ze ook bekend als Elissa.

Dido, de Fenicische koningsdochter, is de zuster van Pygmalion, de koning van Tyrus. Deze liet haar echtgenoot Sichaeus of Acerbas ombrengen, ten einde zich van diens grote schatten meester te maken, die echter te goed verborgen waren en welke hij vruchteloos zocht. Daarop scheepte Dido zich met die schatten heimelijk in, en door vele Tyriërs vergezeld ontvluchtte zij haar vaderland. Eerst zeilde zij naar het eiland Kypros en voerde vandaar een aantal vrouwen mee. Daarop landde zij op de Afrikaanse kust nabij de aldaar reeds gevestigde Fenicische volkplanting Utica. Van de op deze kust regerende numidische koning Hiarbas of Iarbas kocht zij zoveel land als zij met een ossenhuid omspannen kon. Zij liet daarop de huid in dunne riemen snijden, verbond die tot één zeer lange riem, en omspande daarmee een zeer groot stuk land, waarop zij de sterkte Byrsa (d.i. "huid") en later de stad Carthago bouwde. Deze stad verhief zich binnen korte tijd tot zeer grote bloei en wekte daardoor de nijd op van koning Hiarbas, die Dido tot gemalin eiste, haar dreigende, dat hij, zo zij weigerde, haar de oorlog zou aandoen. Dido zocht uitvluchten; doch toen zij eindelijk tot een beslissing moest komen, eiste zij een uitstel van drie maanden voordat het huwelijk zou voltrokken worden. Zij bracht gedurende deze tijd talrijke offers aan de goden, en besteeg eindelijk zelf de voor de offerdieren buiten de stad opgerichte grote brandstapel met een ontbloot zwaard in de hand. Aldaar verklaarde zij ten aanhore der verbaasde toeschouwers dat zij, om het vaderland te redden, besloten had tot haar gemaal Sichaeus te gaan. Daarop stootte zij zichzelf het zwaard in de borst. Zij werd door het dankbare volk daarom later als godin vereerd.

De Romeinse dichter Vergilius, en wellicht andere dichters vóór hem, hebben Dido in betrekking gebracht tot de Trojaanse vorst Aeneas, van wie zij verhalen dat hij na lange omzwervingen door een storm naar de Afrikaanse kust is gedreven. Daar zou hij door Dido gastvrij zijn opgenomen, maar tevens zou deze door een hevige liefde voor de vreemdeling zijn bevangen. Nadat Aeneas haar zijn wederliefde had geschonken en zij een tijd lang gelukkig samen hadden geleefd, kreeg Aeneas van de goden bevel om te vertrekken, daar het noodlot hem beschoren had in Italië een rijk te stichten, dat eenmaal de wereld beheersen zou. Ongaarne gehoorzaamde hij aan dit bevel.

De ongelukkige Dido liet uit wanhoop over zijn vertrek een brandstapel oprichten, schijnbaar tot een ander doel bestemd, waarop zij zichzelf aan de vlammen prijs gaf. Het vierde boek van de Aenëis van de reeds genoemde dichter Vergilius behandelt de liefde, de smart en de wanhoop van Dido.

Dat Aeneas en Dido met elkander in verband worden gebracht is een uitvinding van latere dichters. Zelfs de mythische chronologie, hoe onzeker zij ook is, geeft een verschil van ongeveer driehonderd jaren tussen de tijd waarop Aeneas en die waarop Dido zou geleefd hebben.

Bron