Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
De bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen - De zwarte rand
De Bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen- De Zwarte Rand.
Voor de bevrijding van West Europa zijn de landingen in Normandië en de beschikbaarheid van Antwerpen als aanvoerhaven van doorslaggevend belang geweest. De Slag om de Schelde en het Ardennen Offensief moeten gezien worden als belangrijke gebeurtenissen rond het onmisbare gebruik van de haven. Op 4 september 1944 viel de haven van Antwerpen vrijwel onbeschadigd in handen van de geallieerden. Daarmee was echter het bevoorrading probleem van de geallieerden niet opgelost: de Westerschelde werd nog steeds door de Duitsers gecontroleerd. Aanvoer moest gebeuren vanaf de stranden van Normandië: met 6.000 vrachtauto’s: de “Red Ball Express” . Een rondtrip duurde 72 uur. Alternatieve havens waren nog steeds niet beschikbaar.
Generaal Eisenhower was daarom erg sceptisch over het plan van Montgomery om via Arnhem ( Market Garden) bliksemsnel door te stoten richting Berlijn. Uiteindelijk kreeg Montgomery zijn zin maar wel onder de voorwaarde dat ondertussen ook Antwerpen bereikbaar gemaakt moest worden als aanvoerhaven van de broodnodige voorraden om de sprong naar het hart van Duitsland te kunnen ondersteunen.
De bevoorrading aan het front was in de eerste week van september op een kritiek niveau gekomen en de aanvoerroutes dreigden steeds langer te worden! De urgentie voor een bruikbare haven dichter bij de frontlijn was evident.
Ook de Duitse legertop zag het belang van de haven van Antwerpen in. De eerste actie was het afkondigen van de “FESTUNG SCHELDE SÜD” , dat betekende dat West Zeeuws -Vlaanderen verdedigd moest worden tot de laatste man, geen overgave, geen evacuatie. De tweede actie om het gebruik van de haven te ontzeggen was het afvuren van meer dan duizend V-1’s en V-2’s met als doel de haven te vernietigen. Het gevolg was 4000 doden en bijna 7000 gewonden, maar de haven bleef intact. De derde poging om de toegang tot Antwerpen te blokkeren werd ondernomen met mini duikboten en zeemijnen in de monding van de Schelde en de inzet van Linzen boten om de sluizen in Antwerpen op te blazen. Beide acties hadden geen of nauwelijks effect. Ook de vierde wanhoopspoging om Antwerpen terug te veroveren mislukte: het Ardennen Offensief dat eindigde met ongekende verliezen aan beide kanten:
Doden Vermisten Gewonden Totaal
Duitsers 17.236 16.000 34.439 67.675 Geallieerden 19.276 21.144 47.139 87.559
De opdracht om Antwerpen toegankelijk te maken werd gegeven aan het 1e Canadese Leger. Dit leger bevond zich in de tweede week van september in de uitgangsposities in Noord Oost Vlaanderen. Nadat Gent bevrijd was kreeg de 1e Poolse Pantser Divisie opdracht om het gebied ten Oosten van het kanaal Gent -Terneuzen tot aan de Westerschelde te zuiveren. Dit verliep relatief vlot, ondanks hevige gevechten langs het geïnundeerde gebied van Axelse Sassing tot aan het Land van Saeftinghe. Op 22 september was de klus geklaard. De Canadezen namen de rest van Zeeuws -Vlaanderen voor hun rekening en de strook tussen het kanaal en de zeearm de Braakman werd door hen vrij vlot gezuiverd. Philippine was op 21 september ook in geallieerde handen. Oost Zeeuws -Vlaanderen was in geallieerde handen.
Heel anders verliepen de vijandelijkheden in West Zeeuws-Vlaanderen. Het duurde tot 3 november na onophoudelijke felle gevechten eer de laatste Duitsers van de 64e Infanterie Divisie zich uiteindelijk gewonnen gaven. Toen was in ieder geval heel de zuidelijke oever van de Westerschelde in geallieerde handen.
Het zwarte randje: massale verwoesting en ontreddering. In West Zeeuws-Vlaanderen leven nog altijd veel ongemakkelijke vragen over het gedrag van de Canadese gevechtseenheden in het najaar van 1944. Tegenover de burgerbevolking gedroegen ze zich zelden als bevrijders. Dorpen en boerderijen, waar geen vijand viel te bekennen, werden zonder enige militaire noodzaak toch in puin geschoten. Volgens de conservator van het For Freedom-museum in Ramskapelle (B) was de Duitse opperbevelhebber in Knokke zo verontwaardigd over het gedrag van de Canadezen, dat hij een koerier stuurde met het verzoek met de beschietingen op te houden. “Onze troepen zitten daar niet”.
Ook het RAF-bombardement op Breskens van 11 september 1944, waarbij 184 burgerdoden vielen, lijkt slordig en zonder veel rekening te houden met de bevolking te zijn uitgevoerd. Weliswaar werden voorafgaand aan de raid waarschuwingspamfletten afgeworpen, maar die waaiden ergens voor de Belgische kust in zee. De geallieerden moeten zich dat hebben gerealiseerd. Er is geen enkele aanwijzing dat geprobeerd is de bevolking via andere kanalen (die er, onder meer via de illegaliteit, wél waren) te waarschuwen of de luchtaanval in afwachting van evacuatie uit te stellen.
Een heikel thema vormen de vele verhalen over plunderingen en berovingen door Canadezen. Het lijkt er op dat Canadese troepen zich tussen de bedrijven door op grote schaal schuldig maakten aan het plunderen van verlaten huizen en het opblazen van kluizen die in banken en vaak ook in boerderijwoningen aanwezig waren. Ook gaan er verhalen over individuele burgers die op straat at gunpoint werden beroofd van waardevolle bezittingen, zoals horloges, trouwringen en sieraden. In dit verband is eveneens sprake van verkrachtingen. Veel mensen die hun huizen spontaan open zetten voor de “bevrijders” kwamen later tot de ontdekking dat er geld, sieraden en andere kostbaarheden en waardevolle voorwerpen, zoals muziekinstrumenten, verdwenen waren.
In West Zeeuws -Vlaanderen vielen door de langdurige Canadese artilleriebeschietingen en de geallieerde luchtaanvallen rond 600 burgerdoden op een bevolking van nog geen 32.000. De schade aan de infrastructuur was enorm: van de in totaal 7260 opstallen in het gebied werden er 2200 volledig verwoest, 1400 zwaar- en 3600 licht beschadigd. Van dorpen als Sluis, Aardenburg, Oostburg, Schoondijke en Breskens bleef nauwelijks iets over.
Het gedrag van de Canadezen en van andere Angelsaksische combattanten staat in schril contrast met dat van de Poolse eenheden die Oost Zeeuws -Vlaanderen bevrijdden en zelfs met dat van de Duitse verdedigers. De commandant van de 1e Poolse pantserdivisie, generaal Stanislaw Maczek, had zijn officieren vooraf ingeprent, dat ze vochten in een land dat, net als hun eigen land, werd bezet door de Duitse vijand. De Poolse, maar ook de Duitse, commandanten hielden zich strikt aan de bepalingen van het oorlogsrecht en deden alles om de burgerbevolking zoveel mogelijk uit de wind te houden, zelfs als dat ten koste ging van hun eigen veiligheid. De Polen gebruikten hun artillerie vrijwel uitsluitend om mogelijke schuilplaatsen voor vijandelijke pantservoertuigen, zoals boerenschuren, preventief op te ruimen. En zelfs dat deden ze zo zorgvuldig dat de bijbehorende boerenwoning meestal onbeschadigd bleef. Met het aanvragen van luchtsteun waren de Polen nadrukkelijk zeer terughoudend.
Het is bekend dat de Canadese overheid veroordeelde zware criminelen amnestie verleende in ruil voor vrijwillige dienstneming. Mogelijk vormt dit mede een verklaring voor het gedrag van de Canadese troepen. Het is niet bekend welk aandeel deze criminelen hadden in de eenheden die in West Zeeuws-Vlaanderen, opereerden. Evenmin is bekend of, en zo ja welke, instructies de Canadese commandanten hadden t.a.v. deze categorie.
Cijfers 1. Luchtaanvallen Tussen half september en eind oktober 1944 werd boven West Zeeuws Vlaanderen in totaal 3118 ton aan bommen afgeworpen. Ter vergelijking: bij het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 wierp de Luftwaffe in totaal 97 ton aan bommen af.
Aantal vluchten: Tonnnage bommen: No 84 group: 3.112 1.149
No 2 Tactical AF 216 384 Bomber Command (excl escorte) 346 1.605 Totaal x 1000Kg 3.674 3.118
2. Verlies aan mensenlevens. West Zeeuws-Vlaanderen: Onder de burgerbevolking: In de periode september t/m november 1944 kwamen in West Zeeuws Vlaanderen door de gevechtshandelingen 696 burgers om het leven. Op een bevolking van nog geen 32.000 zielen is dit 2,2 %. Ter vergelijking: een zelfde percentage zou in 1940 bij het bombardement op Rotterdam niet tot 800 maar tot 11.000 slachtoffers hebben geleid.
Bij de Canadezen: De Canadezen verloren in het veld 779 man. Dit aantal is exclusief luchtmacht personeel en exclusief het aantal militairen dat omkwam bij schermutselingen met Duitse patrouilles langs de Zuidgrens van het bewakingsgebied. De Canadezen behandelden de volgende aantallen gewonden: In het No 5 Canadian Field Dressing Station te Eecklo gedurende "Switchback" : 1.172 gewonden In het No. 12 Canadian General Hospital (Gent) 3.934 gewonden In het No. 12 Canadian Casualty Clearing Station 1.532 gewonden In het No. 7 Canadian Field Dressing Station in Bassevelde (gevallen van gevechtsmoeheid): 421
Bij de Duitsers: In West Zeeuws-Vlaanderen en het strookje België direct langs de grens sneuvelden in het veld 1305 Duitsers. Van de in totaal 4051 Duitse gewonden, die grotendeels over de Westerschelde werden afgevoerd, bezweken er naderhand nog vele honderden in de verschillende hospitalen: Vlissingen 142, Arnemuiden 142, St. Andries(B) 27, Gent(B) 90. Ook in Dordrecht, Bergen op Zoom, Utrecht en Wesel stierven Duitse gewonden die afkomstig waren uit de zogeheten "Festung Schelde-Sued". In het veld zijn tot op heden nog gesneuvelden begraven. Het totaal gesneuvelden ligt tussen de 1.700 en 1.800 man. Van de Duitse gewonden werden er 889 in krijgsgevangenschap afgevoerd door de Canadezen.
Oost Zeeuws-Vlaanderen: In Oost Zeeuws Vlaanderen was de situatie aanzienlijk gunstiger. Van luchtbombardementen was nauwelijks sprake, met uitzondering van aanvallen op de Duitse inschepingen in Terneuzen. Verder vond een bombing raid plaats op het stationsemplacement van Axel waar Duitse artillerie en luchtafweer stond opgesteld. Een van de bommen viel op een woonhuis in de Nieuwstraat (later Bastionstraat) waarbij drie burgers om het leven kwamen.
Verliezen De Eerste Poolse Pantser Divisie verloor bij de bevrijding van Oost Zeeuws Vlaanderen 75 manschappen, waarvan 60 bij de bevrijding van Axel. Er vielen 191 gewonden, 63 manschappen raakten vermist. Bij de Duitsers sneuvelden 183 manschappen, waarvan 48 in Axel. Er werden 1173 Duitsers gevangen genomen.