Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
De Bloedkamer
De Bloedkamer. Een Belgische rechtszaak wordt een nachtmerrie; 4 jaar onschuldig in de gevangenis is een boek uit 2011 van Wim Van den Eynde en Filip Meert, uitgegeven bij Uitgeverij Van Halewyck. Van de Eynde is een Vlaams journalist, die het verhaal van Filip Meert noteert en onderzoekt. De ondertitel geeft al aan wat hun conclusie is.
Na studies economie zet Filip Meert een eenmansbedrijfje op als verkoper, eerst van faxtoestellen, later ook poetsgerief en nog later gsm's, toen in 1997 een gloednieuw gegeerd gadget. De zaken liepen goed; hij bleek geschikt voor het vak van verkoper. Hij ging toestellen kopen via Tom Driessens, Jean-Paul Wagemans, Philippe Piret en een eerste grote klant was het bedrijf Europea Trade van Hans Ongena, die onder andere verkocht aan Makro. Later volgden ook andere grootwarenhuizen. Na een goed jaar hard gewerkt en goed verdiend te hebben, wordt hij in juli 1998 op de luchthaven van Brucargo aangesproken door btw-ambtenaren die hem vragen of hij weet wat een btw-carrousel is. Zij vragen hem alert te zijn voor al te goedkope leveranciers en ook voor toestellen die een tweede keer passeren. Meert gaat vervolgens de IMEI-nummers van de door hem verhandelde toestellen controleren en wat blijkt inderdaad: dezelfde nummers kwamen terug, soms binnen de twee dagen, soms binnen de week. Hij zit gewoon middenin een carrousel. Hij belt meteen de btw-dienst; hij stoot zijn belangrijkste leverancier en zijn 'beste' klant af en gaat - meer oplettend - verder met zijn handel. 1998 was een 'gouden jaar'; hij had twintig miljoen frank (500.000 €) winst vóór belasting.
De kruik barst enkele maanden later. Naast de actieve cel btw-carrousels van Financiën in Mechelen was ook de federale gerechtelijke politie Antwerpen deze carrousels op het spoor via het bedrijf van Ongena. In mei 1999 worden de eerder genoemde leveranciers opgepakt en verhoord. Ook Meert wordt op de rooster gelegd. Al zijn leveranciers betaalden geen of te weinig btw; een groot deel van de btw moet nochtans al bij de invoer voldaan worden, op de waarde bij de invoer. Tussenhandelaars zoals Meert moeten btw afrekenen op de door hen 'toegevoegde' waarde en dat had hij ook gedaan. Hij blijft volhouden dat hij niet besefte wat er in de keten voor hem en na hem aan de hand was. Zijn eigen melding aan de btw-cel is een sterk teken van goede trouw.
Het hele gerechtelijk onderzoek, de rechtszaak in eerste aanleg en de zaak voor het hof van beroep zullen, wat Filip Meert betreft, draaien rond die ene kwestie: wist hij dat zijn zakenpartners fraudeerden - want zijn eigen boekhouding en btw-dossier was in orde - of besefte hij echt niet dat de hele markt waarin hij een jaar lang opereerde, verziekt was?
In eerste aanleg worden alle 25 beklaagden veroordeeld. De hoofdbeklaagde krijgt vijf jaar, waarvan drie jaar effectief. Filip Meert krijgt drie jaar, waarvan achttien maanden effectief. Daarbij komt een boete van 500.000 frank en een verbeurdverklaring van meer dan 250 miljoen, wat een hoofdelijke schuld is. De gekrenkte eer van een onschuldig veroordeelde beletten hem te overwegen het daarbij te laten en te berusten. Meert tekent dus beroep aan, net als de meeste anderen. Daar wordt het nog erger. Wel getuigde de btw-ambtenaar dat Meert hen zelf op de hoogte gebracht had. Maar er doken op de valreep nieuwe stukken en getuigenissen op. Een medeverdachte betrok hem mee in het complot en de openbare aanklager wilde duidelijk scoren en liet geen ruimte voor nuance. De tiende kamer van het hof van beroep bleek een bloedkamer te zijn: ook voor Meert de maximumstraf: vijf jaar effectief.
Ook in de gevangenis blijft Meert zijn onschuld uitschreeuwen en zo komt hij niet in aanmerking voor de voorwaardelijke invrijheidstelling onder de Wet-Lejeune. Zo is hij degene met de langste feitelijke gevangenisstraf in België voor fiscale fraude, een (vermeende) mededader waarvan de schuld enkel op een soort voorwaardelijk opzet berust.