Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

De Arembergersluis en de Arembergergracht

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Jan de Ligne (1525-1568), Graaf van Aremberg.

De Arembergergracht is een 6 kilometer lange watergang die van de Beulaker tot aan het Zwarte water loopt, langs het natuurgebied de Wieden. De daarin gelegen Arembergersluis bevindt zich in Zwartsluis.

Naamgeving

De naam van zowel de watergang en de sluis komen van Jan de Ligne, Graaf van Aremberg. Deze graaf was stadhouder van 1548-1568. Hij wordt gezien als de bevorderaar van de economie tussen Friesland en Overijssel. Toen de sluis in de gracht gebouwd werd, werd deze handel nog een stuk gemakkelijker doordat het hoogteverschil makkelijker overbrugt kon worden. Daardoor kon het veen dat gewonnen werd in het achterland van Zwartsluis ook verscheept worden naar bijvoorbeeld Holland. Jan de Ligne sneuvelde bij de slag van Heiligerlee in 1568.

Geschiedenis

In de Jaren tussen 1560 en 1564 liet de stadhouder van Overijssel Jan de ligne, Graaf van Aremberg, op eigen kosten een kanaal graven van Zwartsluis naar het Giethoornse meer. Hij deed dit in de laatste plaats niet vanwege eigen belangen bij de vervening in het land van Vollenhove. Op de plaats waar de Aremberger grafte(gracht) uitkwam op het Zwarte Water werd er een sluis gelegd, de Arembergersluis. De eerste steen werd gelegd in 1826 door Wilhelmus van Setten, oudste zoon van de Rentmeester Johannes van Setten De ligging van Zwartsluis bracht vele economische activiteiten met zich mee, Zwartsluis ligt in een gebied waar ontzettend veel veen te winnen is. Hierdoor was Zwartsluis vrijwel meteen verbonden met de turfhandel en overslag van turf op andere schepen die vervolgens het land in trokken met het gewonnen veen. Echter bracht de veen branche ook problemen met zich mee, door de ontginning van het veen verdween de sponswerking waardoor er veel sneller water afgevoerd moest worden in het Meppeler Diep. Dit zorgde aan het eind van de rivier nog weleens voor hoogwater en dit zorgde dan weer voor problemen voor de veenvaart. Om het hoogteverschil te overbruggen moest er een oplossing komen. Deze oplossing werd de Arembergersluis, deze sluis is een schutsluis. In 1826 werd de schutsluis verbouwd tot een ophaalbrug, dit zorgde voor een hogere afvoercapaciteit en de lengte en breedte van de sluis werden hierdoor ook bevorderd.

Tot 1927 was de Arembergersluis in handen van particulieren en daarna in handen van de provincie Overijssel. Al gauw kwamen de hoge heren van de provincie Overijssel met het plan om de sluis af te breken en er een dam in te leggen. Ze wilde voorrang geven aan de Beukersluis in Zwolle en bovendien vonden ze dat de Arembergersluis met de renovatie te veel geld zou gaan kosten. Toen dit bekend gemaakt werd bij de inwoners van Zwartsluis werd er een comité opgericht om dit tegen te gaan. Dit zou er namelijk voor zorgen dat vele bedrijven zoals houtzagerij Appelo te Zwartsluis zijn deuren kon sluiten, zijn handel ging immers door de Arembergersluis heen omdat hij anders zijn handel niet buiten Zwartsluis kon drijven. Kortom, als de sluis gesloten werd zou dat een harde klap in de economie van Zwartsluis betekenen.

Omdat er zoveel mensen in protest gingen heeft de provincie uiteindelijk ervoor gekozen om de ophaalbrug weer in ere te herstellen en er weer een schutsluis van te maken tijdens de renovatie. Er werd voor de feestelijke heropening zelfs een lied geschreven. De Arembergersluis was tenslotte een van de belangrijkste sluizen waaraan Zwartsluis zijn oorspronkelijke (economische) groei aan te danken heeft.

De Arembergergracht was belangrijk voor de scheepvaart naar het noorden en ook voor de ontwatering. Omdat de Arembergergracht in de winter weleens helemaal dichtvroor moest er een oplossing komen voor de handel die er gedreven werd. Er werd een voetpad aangelegd zodat in de winter de handel niet onder het barre weer te leiden had en over het land gedreven kon worden.

Tijdlijn van de Arembergergracht en de Arembergersluis

1560 -> de start van het bouwen van de sluis en het graven van de gracht in opdracht van Jan de Ligne.

1564 -> ± eind van de bouw van de Arembergersluis en het graven van de Arembergergracht.

1616 -> Arembergersluis hersteld na een harde storm

1826 -> Arembergersluis vernieuwd (Het werd een ophaalbrug)

1930-1932 -> Arembergersluis gerenoveerd (Verkocht aan de provincie)

1992 -> Arembergersluis gerenoveerd (weer terug naar een schutsluis)

Geologie van de omgeving van de Arembergergracht en de Arembergersluis

De Arembergergracht en Arembergersluis zijn gelegen in Zwartsluis. Zwartsluis is een klein dorpje gelegen in de kop van Overijssel. De kop van Overijssel is gedeeltelijk gelegen op veengronden.

Veengronden

Het grootste deel van het Nederlandse veenlandschap ligt verspreid in Noord-Nederland en West-Nederland. De laagveengebieden in Nederland liggen in delen van: Friesland, Groningen, Overijssel, Utrecht, Noord- en Zuid-Holland. Verspreid op de hoge zandgronden zijn de hoogveengebieden te vinden, denk hierbij aan Oost-Groningen, Drenthe, Noord-Brabant en Noord-Limburg. Op de afbeelding aan de linker kant zijn deze veengronden allemaal geïllustreerd.

Veenlandschappen hebben een aantal kenmerken waar je ze aan kan herkennen. In veengebieden vind je vooral weiden en dichte netwerken van sloten, deze moeten voor een goede ontwatering zorgen. De Arembergergracht loopt langs het natuurgebied de Weerribben (in 2007 verkozen als één van de mooiste landschappen van Nederland), dit is een van de weinige plekken in Nederland waar je nog moerasbossen met veenweidegebieden en rietlanden vindt. Hoe roder op de kaart -> Hoe hoger het gebied ligt.

Hoe Blauwer op de kaart -> Hoe lager het gebied ligt. ]] Dit is tevens ook de reden waarom je in deze veengebieden veelvuldig boerderijen met rieten daken ziet, het riet is relatief goedkoop en makkelijk te verkrijgen. Ook is er veelvuldig open water te vinden in veengebieden. In de Hoogveengebieden vindt men tegenwoordig op sommige stukken nog heide, grassen en berken maar vaak zijn deze gebieden een kale bedoening. Het meeste veen is sinds de tweede helft van de 19e eeuw ontgonnen en ook in het gebied rond Zwartsluis is dit het geval. Om dit aan te geven is gebruikgemaakt van het algemene hoogtebestand Nederland. Op deze kaart is nog een duidelijk kenmerk te vinden van de veenlandschappen, namelijk de rechte verkaveling met allemaal kleine, langwerpige slootjes die zorgen voor een juiste afwatering. De legenda is onder de afbeelding te vinden.

Ontstaan van veen in Oost- en West-Nederland.

Eigenlijk is veen niets meer dan een opeenhoping van afgestorven plantenresten in een waterrijkgebied. In Nederland begon de veenvorming na de jongste IJstijd door het herstel van de begroeiing en de stijging van de zeespiegel. Dit was in het Westen van het land het geval. In het Oosten waar ook de Arembergergracht en sluis liggen verliep dit echter anders. In het Oosten ontstond eerst laagveen op de plaatsen waar de waterafvoer erg gering was. Vooral in de door wind uitgeblazen laagten en beekdalen kon veenvorming optreden. Dit omdat in deze laagten het regenwater zich ophoopte, dit zorgde ervoor dat het er altijd vochtig was. De laagtes vulde zich met veen, maar het veenmos zoog al het regenwater op en zorgde ervoor dat er veenkussens ontstonden die boven het omliggende land heen groeide. In het Midden-Holoceen, de periode dat het erg nat was in Nederland, breidde het Oostelijke hoogveengebied zich enorm uit.

Laagveen

Zoals te zien op het plaatje hieronder ligt Zwartsluis in een laagveengebied. Het verschil tussen hoogveen en laagveen is dat hoogveen uitsluitend gevoed wordt door regenwater. Laagveen wordt gevoed door oppervlaktewater of grondwater. Laagveen is een pakket van op elkaar gepakte, onverteerde plantenresten. Als u een stuk laagveen voor u zou hebt liggen en u kijkt er van dichtbij naar zou u zonder moeite zaden, bladeren, stengels en soms insecten kunnen herkennen. In laagveengebieden vind je vooral elzen, wilgen en het gewilde riet. Veen heeft van zichzelf een bruine soms ietwat zwarte kleur. Zodra laagveen uit het water gehaald wordt begint het te oxideren en te inklinken, na verloop van tijd als al het water eruit is en het helemaal opgedroogd is, wordt het turf.

In Nederland is de vorming van laagveen in het Atanticum, wat een periode uit het Holoceen is, begonnen. De zeespiegel steeg en daardoor de grondwaterspiegel ook. In het binnenland ontstonden (grote) meren. In de loop van de tijd groeide de meren volledig dicht met riet en andere moerasplanten. Het plantenmateriaal dat in het water viel verteerde niet. Dit omdat bacteriën en zuurstof die normaliter planten afbreken tot humus niet aanwezig waren. Zo zijn er in de loop der jaren meters dikke veenpakketten ontstaan. Hierboven zien we een plaatje over de opbouw van een laagveenbodem.

Trivia

Om het verleden van de turfwinning in Zwartsluis en de omgeving hiervan te eren, is er in het jaar 2000 een monument geplaatst in de kolk te Zwartsluis. Deze heet ‘De Veenvaart’. Het beeld laat een zeilboot met blokken turf zien.

Foto's

De foto's die hieronder afgebeeld zijn komen uit het archief van HVZ, historische vereniging Zwartsluis en er zitten zelf genomen foto's bij, deze foto's zullen in hun omschrijving hebben staan: HVZ of ZG (Zelf genomen).

Bronnenlijst

Zoek op Wikidata

rel=nofollow