Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Danny A.E.D. Hartmann van Rijnenburg
Danny A.E.D. Hartmann van Rijnenburg (Den Haag, 1944) is een Nederlands kunstrestaurator en auteur.
Hartmann van Rijnenburg is een zoon van George Henry Reginald Edward (Londen, 1907), een kunsthandelaar en restaurator en Martina Francisca Petronella Maria Hendriks, een Nederlandse kunstschilderes en restauratrice.[1] Danny (ook Daan of Dayar) resp. Anthony Edward Dayar Hartmann van Rijnenburg verkreeg in 1954 door speciale rechten de toevoeging als opvolger van Herman Hartmann de Rynenburg, overleden te Londen, door inschrijving in het bevolkingsregister in Holland. Hij heeft deze naam steeds gebruikt als schrijver, eerst voor korte verhalen, later ook vooral over kunst en geschiedenis onderwerpen.
Hij verkreeg les in schilderen van Francisca van Dorsser,[2] Frans Everbag jr. en tevens van Jan van Heel. Tevens volgde hij een opleiding als restaurator. Door dat zijn moeder en Francisca van Dorsser onder hoofd restaurator Traas werkten voor het Mauritshuis, heeft hij als kind daar vaak moeten wachten op zijn moeder en Francisca van Dorsser en leerde daar toch ook van. Hij werkte voor galeries, kloosters en een vaste grote groep particulieren. Tevens schreef hij voor bladen over kunst en ook werd hij vaak als interview, gehoord over restauratie problemen, o.a. het Museummagazine Vitrine.
In 2004 werd hem advies gevraagd over een te veilen schilderij in Londen, dat hij als een origineel werk herkende van Johannes Vermeer van Delft.[3] Tevens ontdekte hij de studio van Johannes Vermeer in Delft, destijds in het huis van de familie Van der Dussen, waarvoor hij van het blad Time "de discovery of the week" verkreeg in januari 2005.[4] Hij schreef sindsdien over de 17e eeuw en schreef inmiddels twee werken over Johannes Vermeer van Delft. Het laatste werk is aangeboden in 2015 aan de burgemeester van Delft. Als je zijn boeken leest, dan valt het op dat hij elk schilderij van Johannes Vermeer nauwkeurig beschrijft en de persoon die er op staat, indien mogelijk, benoemt. Ook kon hij de plaats van het atelier aanwijzen. Dit kwam door de ontdekking van het achterhuis aan de Voorstraat in Delft, dat volgens onderzoeker Swillens drie ramen moest hebben waarvan onderzoeker Philip Steadman een tekening had gemaakt. Hartmann van Rijnenburg zag direct dat het 't atelier van Vermeer was. Dit werd ondersteund door het schilderij "De soldaat en het lachende meisje" (Dit werk bevindt zich in de USA, (Frick-coll) waarop in het raam de oude kerk van Delft spiegelt. Dit is alleen op die plaats van de studio mogelijk. Tevens is er te zien dat het op een etage is omdat je uitkijkt door het raam op een dakkapel. Zijn boeken geven zeer gedetailleerd het persoonlijk leven van Johannes Vermeer weer in Delft. Ook verklaart hij waarom zijn schoonmoeder tegen zijn huwelijk was en tevens waarom Johannes Vermeer plotseling overleed. Namelijk de reeds benoemde voogd van zijn kinderen, mr. Hendrick van der Eem, advocaat aan het Hof van Holland, was zelf in moeilijkheden. Hij weigerde het reeds door Vermeer gegeven onderpand te verminderen (1675) en hij weigerde verdere toegang tot het atelier. Kort daarop overleed Vermeer (zie hoofdstuk 46 van boek 1). Door een toeval in 2004, toen Hartmann van Rijnenburg tegen de avond aan de overkant van de Voorstraat liep en de zon laag stond waar hij even keek naar het huis zag hij in de poort de tuitgevel zich aftekenen van het huisje in de verte. Toen begreep hij dat hier ook Het straatje was dat Vermeer had geschilderd. Zie vergelijkende foto.
Zie ook : Bookofjoe: "After 350 years, Vermeer's studio is found”. January 07, 2005.