Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Cornelis Calkoen (1696-1764)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Cornelis Calkoen (Amsterdam, 23 mei 1696 (doopdatum)'s Gravenhage, 3 maart 1764) was een Nederlands diplomaat. Cornelis Calkoen is bekend vanwege zijn mecenaat van de Franse schilder Jean-Baptiste Vanmour.

Leven

Cornelis werd geboren in Amsterdam als zoon van Nicolaes Cornelisz. Calkoen (1664–1738) en Agatha van Loon (1664–1699), beide afkomstig uit regentenfamilies. Zijn vader was onder andere koopman op Frankrijk, Italië en de Levant en maakte deel uit van de vroedschap van Amsterdam.[1]

Na een rechtenstudie in Leiden en een positie als schout in Amstelveen (1719–1726), werd Cornelis Calkoen in 1727 benoemd tot ambassadeur van de republiek in het Ottomaanse Rijk.[2] Hij werd voor deze taak betaald door de Staten Generaal en de Directie van de Levantsche Handel, waarin ook familieleden zitting hadden.

De reis naar Constantinopel duurde ruim zeven maanden, waarbij men kan aannemen dat Calkoen onderweg andere steden bezocht. Volgens protocol bood Calkoen op 14 september 1727 in het Topkapi-paleis zijn geloofsbrieven aan de sultan Ahmed III,[3] de heerser van het Ottomaanse Rijk. Deze bijzondere ceremonie liet hij door de schilder Vanour in drie schilderijen vastleggen,[4] die deel uitmaakte van zijn gevolg.

Cornelis Calkoen aan het hof van de Sultan door Jean-Baptiste Vanmour(1727)

Calkoen onderhield goede contacten met het Ottomaanse hof en speelde in 1737 een rol bij de vredesonderhandelingen tussen de sultan en tsarina Anna I van Rusland. In 1744 verliet hij Constantinopel omdat hij tot ambassadeur in Frankrijk werd benoemd. Deze benoeming werd echter niet uitgevoerd, omdat hij voor een tijdelijke missie naar Dresden in Polen vertrok. In 1753 kreeg Calkoen de opdracht om protest aan te tekenen tegen de pogroms in Polen. Daar hadden de Amsterdamse parnassim de Staten-Generaal om gevraagd.

Het beviel Calkoen uitstekend in Dresden en hij werd benoemd tot ambassadeur aan het hof van de koning August III van Polen, keurvorst van Saksen. Calkoen verbleef tot het jaar 1761 in Dresden. In 1763 werd hij opnieuw benoemd in het Ottomaanse Rijk.

Cornelis Calkoen overleed op 67-jarige leeftijd, vlak voor hij naar Constantinopel zou vertrekken. Naar verluidt was hij zo dik dat zijn mouw de wijdte van een rok had.[5] In zijn testament had de ongehuwde en kinderloze Calkoen bepaald dat zijn collectie schilderijen voor altijd bij elkaar moest blijven. Via de stad Amsterdam kwam de collectie uiteindelijk bij het Rijksmuseum terecht.

Bronvermelding

rel=nofollow
rel=nofollow