Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Christiaan Eijkman
Christiaan Eijkman (Nijkerk, 1 augustus 1858 – Utrecht, 5 november 1930) was een Nederlands arts die veel bijdroeg tot de ontdekking van de vitaminen.
Leven
Christiaan Eijkman werd geboren als zevende kind van de onderwijzer Christiaan Eijkman (1822–1893) en diens echtgenote Johanna Alida Pool. In 1861 verhuisde het gezin naar Zaandam, waar de familievader schooldirecteur werd van de nieuwe basisschool. Christiaan bezocht de school van zijn vader, en ging vanaf 1875 naar de medische militaire school in Amsterdam, dat aangesloten was bij het Athenaeum Illustre. In 1879 werd hij assistent van de hoogleraar Thomas Place (1842–1911) in Amsterdam. Op 31 januari 1883 slaagde hij in zijn examen als arts en op 28 maart 1883 werd hij bevorderd tot militair arts tweede klasse. Op 13 juli 1883 promoveerde hij tot doctor in de geneeskunde met zijn proefschrift Over polarisatie in de zenuwen. Datzelfde jaar werd hij naar Semarang gestuurd als medisch officier in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger. Hij werkte er in het plaatselijke ziekenhuis. Later werkte hij in het kleine Indonesische dorp Tjilatjap (Cilacap). Maar daar kreeg hij malaria, zodat hij in 1885 terugkeerde naar Europa om te herstellen.
Vervolgens schoolde hij zich bij onder Josef Forster in Amsterdam en onder Robert Koch in Berlijn. In die periode maakte hij kennis met Cornelis Adrianus Pekelharing en Cornelis Winkler (1855–1941), met wie hij in oktober 1886 terugkeerde naar Batavia op Java, waar door het leger een onderzoekslaboratorium ingericht werd. Zijn korte militaire carrière eindigde toen hij directeur werd van de Dokter Djawa School. Java leed toen zwaar onder beriberi, en er werd verondersteld dat dit een infectie was.
Eijkman begon in een laboratorium in Batavia de bacteriologische oorzaken van beriberi te onderzoeken. Hij observeerde dat bepaalde laboratoriumkippen, die de symptiomen vertoonden van beriberi, niet stierven, maar na verloop van tijd weer gezond werden. Hij begon te onderzoeken hoe dat kwam en het viel hem op dat de kippen eerst „witte rijst” gegeten hadden, en dat ze daarna weer hun gewone voer, de ongepolijste „rode rijst” kregen. Aan de hand van deze vaststellingen deed Eijkman medisch onderzoek met mensen en concludeerde tegen 1897 dat diegenen die ongepolijste rijst aten, geen beriberi kregen, maar zij die de witte rijst gebruikten, wel. Hij nam aan dat iets in het zilvervlies van de rijst een „antiberiberifactor” was. Eijkman ging er ook verkeerdelijk van uit dat een ziekteverwekker in de gekookte rijst een neurotoxisches gif ontwikkelde.
De resultaten van zijn onderzoek werden aanvankelijk als een ’te gemakkelijke oplossing’ van de hand gewezen. Eijkman hield vol en kwam met steeds meer onderzoekingsresultaten aandragen die de vorige resultaten bevestigden.
Uiteindelijk was zijn werk een grote stap om de Westerse wereld te overtuigen van de waarde van voeding in de strijd tegen beriberi. Het onderzoek van Christiaan Eijkman en zijn medewerker Gerrit Grijns leidde tot de ontdekking van vitamine B1 (thiamine). De naam vitamine B1 werd gegeven door Casimir Funk.
Eijkman kon zijn onderzoek in Batavia niet verderzetten, aangezien hij op 5 augustus 1898 aan de Universiteit van Utrecht benoemd werd tot professor in hygiëne, geneeskundige politiek en gerechtsgeneeskunde. Hij begon aan deze taak met de toespraak Over gezondheid en ziekte in heete gewesten. Eijkman werd lid van de Nederlandse gezondheidsraad, en zette zich in die functie in voor zuiver drinkwater en schoolhygiëne. Hij stichtte een vereniging in de strijd tegen tuberculose. Hij was mee actief in de organisatorische taken aan Utrechtse Universiteit en was in het academiejaar 1912/13 rector. In 1895 werd hij corresponderend lid en in 1907 gewoon lid van de Koninklijke Nederlandse Academie der Wetenschappen. In 1924 werd hij erelid van de Royal Sanitary Institute in Londoe en in 1921 lid va, de National Academy of Sciences in Washington. In 1920 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, in 1923 verkreg hij de John Scott Medaille van de American Philosophical Society en in 1928 werd hij benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau.
Voor zijn rol in de ontdekking van deze vitamine kreeg Eijkman in 1929 samen met Sir Frederick Gowland Hopkins de Nobelpreis voor Fysiologie of Geneeskunde.
In 1930 overleed Eijkman in Utrecht na een langdurige ziekte.
Het moleculairbiologische Eijkman Instituut (Lembaga Biologi Molekuler Eijkman), waar hij zijn ontdekking deed, werd in 1939 naar hem benoemd nach en is nu een gerennommeerd onderzoeksinstituut in Indonesië. Een test om Escherichia coli von te onderscheiden van andere enterobacteriaceeën kreeg de naam Eijkman-test.
A. M. Luyendijk-Elshout, ’Eijkman, Christiaan (1858-1930)’, in: Biografisch Woordenboek van Nederland, Huygens ING - Den Haag. Op: http://www.historici.nl [10-02-2012]
Vrije mediabestanden over Christiaan Eijkman op Wikimedia Commons
|
- Artikelkiem
- Nederlands medicus
- Militair in het KNIL
- Winnaar van de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde
- Voedingswetenschapper
- Hoogleraar aan de Universiteit Utrecht
- Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau
- Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
- Geboren in 1858
- Overleden in 1930
- Geboren op 1 augustus
- Overleden op 5 november