Cho Seung-hui

Cho Seung-hui (voornamen: Seung-hui, familienaam: Cho, Hangul: 조승희) (Seoel, 18 januari 1984 – Blacksburg, 16 april 2007) was de dader van de schietpartijen op de Amerikaanse universiteit Virginia Tech, in Blacksburg, in de staat Virginia, die plaatsvonden op 16 april 2007. Cho schoot 32 mensen – merendeels studenten – dood, en pleegde vervolgens zelfmoord.

In 1992 emigreerde hij op 8-jarige leeftijd met zijn ouders naar de Verenigde Staten. Aanvankelijk verbleef hij in Detroit, maar al snel verhuisde het gezin naar Centreville, 40 kilometer ten westen gelegen van Washington D.C. Hij was van Zuid-Koreaanse afkomst, maar woonde permanent en legaal in Amerika. Zijn geregistreerde verblijfplaats was bij z'n ouders in Centreville, vlakbij Washington, maar Cho woonde eigenlijk in een wooncomplex op de campus van Virginia Tech, waar hij een vierdejaarsstudent was. Zijn ouders runden een stomerij in Centreville, en zijn zuster studeerde aan de Princeton-universiteit.

Uit gesprekken met familieleden bleek dat zij bezorgd waren over Cho, en er rekening mee werd gehouden dat hij een psychische stoornis zou kunnen hebben. Cho's oom zei over hem "Hij zei niet veel en ging niet om met andere kinderen." Wel vonden velen in zijn omgeving hem een beschaafde en nette jongen.

Schietpartij

Bronnen melden dat Cho voor zijn daden een brief achterliet, waarin werd gesproken over "rijke kinderen", "losbandigheid" en "oneerlijke bedriegers". Na het achterlaten van die brief begon hij een eerste schietsessie in een gebouw rondom de universiteit, waarbij twee mensen om het leven kwamen. Twee uur later ging hij naar een lesgebouw, waar hij nog eens dertig personen doodschoot, en vervolgens zichzelf door zijn hoofd schoot. De politie vond tijdens het onderzoek Cho's vingerafdrukken op de betreffende pistolen. Volgens officiële berichten is van ten minste één pistool vastgesteld dat die gekocht is in Virginia zelf. Wapens mogen in Virginia legaal verkocht worden, wanneer vastgesteld is dat de koper een vaste inwoner van de staat is.

Pakketje

Cho heeft tussen de twee schietpartijen een pakket naar een specifiek persoon bij Amerikaanse televisiezender NBC gezonden. In dat pakketje zaten videobeelden, brieven met uitleg van zijn daad en foto's van hemzelf. Volgens NBC was wat Cho zei en schreef erg moeilijk te volgen.

Cho zei onder andere in de video's: "Ik had dit niet hoeven doen. Ik had het strijdveld kunnen verlaten. Maar nee, ik wil niet langer wegrennen. Dat is niets voor mij. Voor de kinderen, voor mijn broers en zussen die jullie verpest hebben, ik deed het voor hen. Toen de tijd kwam, deed ik het. Ik moest wel."

Hij spreekt meermaals niet nader omschreven mensen aan door wie hij zich in de steek gelaten en vernederd voelde. In één van de video's vergelijkt Cho zichzelf met Jezus Christus: "Dankzij jullie sterf ik zoals Jezus Christus, om generaties van zwakke en weerloze mensen te inspireren."

Naast video's heeft Cho ook documenten met geschreven tekst gestuurd. Hierin refereerde hij onder anderen aan de daders van de moorden op de Columbine High School van 1999, die hij "martelaars" noemt. Daarnaast verwees Cho naar de leraren John Mark Karr en Debra Lafave. Hij zei over hen "Wil je ons verkrachten, John Mark Karr? Wil je ons verkrachten, Debra Lafaves?". Opvallend is dat deze leraren nooit les hebben gegeven op zijn school, maar wel al eerder in het nieuws zijn geweest. Karrs is verdacht van moord op een zesjarig meisje, en Lafaves had een relatie met één van haar leerlingen.

NBC heeft het materiaal afgestaan aan de FBI.

Zie ook

• Lijst van bekende personen die op jonge leeftijd zijn gestorven