Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Charles Bernard Labouchere
Charles Bernard Labouchere (Utrecht, 2 november 1902 - Wassenaar, 22 februari 1988) woonde in Velp en was tijdens de Tweede Wereldoorlog 'een belangrijk lid van de ondergrondse', aldus generaal Urquhart in zijn boek 'Generaal van Arnhem' [1].
Slag om Arnhem, september 1944
Urquhart had Labouchere meegemaakt tijdens de Slag om Arnhem, waar hij met de Canadese luitenant Leo Heaps (1923) in een 'bren-carrier' rondreed. De opdracht van Heaps was om een lading ammunitie en eten naar de beroemde brug te brengen. Bij toeval ontmoette hij Labouchere en vroeg hem om als gids mee te komen. Ze kregen een kogelvrij vest aan en Labouchere had een stalen helm uit de Eerste Wereldoorlog gevonden. Hij had ook een oranje band om zijn arm om te tonen dat hij bij het verzet hoorde. Verder had hij een stengun op schoot en wat extra munitie in de zak van zijn tweed jasje. Ze reden met de carrier de Utrechtsestraat af richting brug, en kwamen wat geallieerden tegen die in huizen en greppels verstopt waren. Het laatste stuk van de weg was door Duitsers bezet. Heaps was de chauffeur. Terwijl ze beschoten werden en zo hard mogelijk doorreden, hield Heaps ineens het stuur los in z'n handen. Ze kwamen tegen de berm tot stilstand, maar daardoor gingen de kogels voor hen langs en misten hun doel. Labouchere raakte licht gewond. Nadat Heaps hem verbonden had, kregen ze een lift van een andere bren-carrier. De lading ammunitie werd overgeheveld en de tocht werd voortgezet. Labouchere liet hen door kleine straatjes rijden, waar veel huizen in puinhopen waren veranderd. Bij de Zwarteweg moesten ze in een zijstraatje schuilen. Daar kwamen ze Urquhart tegen, die hun bevel gaf niet door te rijden naar de brug, maar berichten door te geven omdat de verbindingen met Hartenstein, het hoofdkwartier, erg slecht waren. Maarten Knottenbelt zou met Heaps meegaan. Labouchere vertrok en vond weer onderdak. Hij had van Heaps een met bont gevoerde jas gekregen, die hij hem 25 jaar later teruggaf.
Na de oorlog
Labouchere kwam in 1956 in dienst van de Militaire Afdeling van de Buitenlandse Inlichtingendienst (BID) en dus van het ministerie van Algemene Zaken [2]. Hij was in 1961 hoofd van de BID toen hij en mr. Jan Marinus Kielstra (hoofd Openraties) werden ontslagen. Daarna werd hij regeringscommissaris in algemene dienst.
Familie
Labouchere was een lid van het patriciaatsgeslacht Labouchere en een zoon van mr. Alfred Joan Labouchere (1867-1953) en Amélie Jeanne Elisabeth Marthe Blanckenhagen (1875-1952). Hij trouwde in 1941 met Maria Cornelia Smidt van Gelder (1917), lid van de familie Van Gelder met wie hij een dochter kreeg.
Onderscheiden
Bronnen, noten en/of referenties
|