Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Chanson d'automne

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Chanson d'automne

Les sanglots longs
Des violons
De l’automne
Blessent mon cœur
D’une langueur
Monotone.

Tout suffocant
Et blême, quand
Sonne l'heure,
Je me souviens
Des jours anciens
Et je pleure

Et je m'en vais
Au vent mauvais
Qui m'emporte
Deçà, delà,
Pareil à la
Feuille morte.

(Paul Verlaine)

Herfstlied

De lange snikken
Van de violen
Van de herfst
Verwonden mijn hart
In lome
Monotonie.

Benauwd
En doodsbleek, als
De klokken luiden
Herinner Ik me
Dagen van weleer
En ik ween

En ik ga weg
Waar kwade wind
Me heenvoert
Van hier naar daar
Net zoals
Een dood blad

Vertaling van Jules Grandgagnage[1]

Chanson d'automne ("Herfstlied") is een door Paul Verlaine geschreven gedicht dat in 1866 opgenomen werd in Verlaines eerste poëziebundel Poèmes saturniens. Het is een van de bekendste gedichten uit de Franse taal geworden.

De eerste twee regels van het gedicht ("Les sanglots longs des violons de l'automne / Blessent mon cœur d'une langueur monotone."), werden door de geallieerden via Radio Londen als code doorgegeven aan het Franse verzet. Zodra de eerste regel van het gedicht was doorgegeven, wist het verzet dat de invasie op korte termijn zou plaatsvinden. De tweede regel gaf aan dat de landing binnen 24 uur zou beginnen.

Inhoud

In dit gedicht weerspiegelt de herfst door de afbraak en het sterven in de natuur de toestand van melancholie die de dichter in zijn greep heeft. Het is dus zowel een beschrijving van de natuur als van de ziel van de dichter. Hij mijmert over het verleden en wat hij verloren heeft. Die herinneringen betekenen voor hem ook een vlucht uit de tijd. In de laatste regels van het gedicht legt hij er zich bij neer dat hij niet meer is dan een dood blad dat meegevoerd wordt met de wind. Hij voelt zich een speelbal van het lot in een hem vijandig gezinde wereld.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
rel=nofollow