Cesar de Schuiteneer
Cesar de Schuiteneer (1910 - 1978) was een lid van het Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog.[1][2]
Levensloop
Cesar en zijn echtgenote Zoë Foubert baatten het café Sportpaleis uit in de Gentsestraat in Geraardsbergen.
In 1942 werd Cesar lid van het verzet. Als cafébaas had hij het voordeel dat dronken Duitse soldaten soms loslippig werden. Het echtpaar hielp daarenboven om voortvluchtigen, wapens en munitie te verstoppen. Zoë was actief als koerierster, Cesar hielp onder meer om de spoorweg te dynamiteren.
Na verraad werd het koppel op 30 mei 1943 samen met andere verzetsstrijders waaronder Alfred Hutse en Félicien Cauwel gearresteerd. Cesar werd eerst opgesloten in de gevangenis van Gent en vervolgens opgesloten in het Fort van Breendonk (zijn vrouw zou hier later ook worden opgesloten) waar hij 5 dagen lang werd gemarteld, de fysieke gevolgen hiervan zouden ze tot na de oorlog meedragen. Via een tussenstop in de gevangenis van Sint-Gillis werd hij overgebracht naar de concentratiekampen van Esterwegen, Gross-Strehlitz, Kaisheim en uiteindelijk Dachau van waaruit hij in 1945 werd bevrijd, maar pas nadat hij eerst nog 2 maanden onschuldig in Dachau werd vastgehouden op basis van de valse beschuldiging dat hij een rijkswachter had vermoord (wat onmogelijk was omdat hij op het ogenblik van de moord al in de kampen zat). De Schuiteneer woog bij vrijlating nog 30kg. Toen hij vrijkwam en zou de lichamelijke gevolgen van de ontberingen de rest van zijn leven meedragen. Zijn echtgenote droeg dan weer levenslang littekens omdat er sigaretten op haar vel werden uitgedoofd en ze werd gebrandmerkt met een gloeiende pook.
De oorlogsgebeurtenissen maakten een blijvende indruk op De Schuiteneer, zo zou hij de rest van zijn leven een geladen geweer naast zich in huis hebben. De Schuiteneer overleed in 1978, zijn echtgenote in 1985.
Nagedachtenis
In 2018 publiceerde zijn neefje Freddy De Schuiteneer het boek 'Verzetsstrijders Tweede Wereldoorlog: Cesar De Schuiteneer en echtgenote Zoë Foubert uit Geraardsbergen : opsluiting en marteling in naziconcentratiekampen' ter nagedachtenis van oom en tante bij wie hij als kind vaak op bezoek ging. Freddy stelde het boek enkel gratis beschikbaar omdat hij geen geld wilde verdienen aan het leed van anderen.[3][4]
Bronnen, noten en/of referenties
|