Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Bronk in Breust
Bronk in Breust (Eijsdens: Broonk ien Breusj) is een jaarlijks terugkerend driedaags feest in het Nederlands-Limburgse dorp Eijsden. Het vindt plaats twee weken na Pinksteren, en begint op zondag met een heilige processie door het gehele dorp Eijsden. Maandag is er bronk in de kernen in Breust[1] en Caestert.[2] Op dinsdag is het bronk in de kern Eijsden.[3]
In het heden is Breust een deel van de plaats Eijsden. Echter, deze was vroeger een opzichzelfstaande gemeente.
Ontstaan
De sacramentsprocessie
Het woord “Bronk” zou afgeleid zijn van “pronk(en)”.[4]
Het ontstaan van de sacramentsprocessie of de bronk in onze contreien is te danken aan de later heilig verklaarde Juliana van Cornillon. Zijn werd rond 1192 geboren in het dorpje Retinne bij Luik. Sinds 1222 was zij priorin in het klooster van de zusters Augustinessen op de berg Cornillon. Zij had een grote godsvrucht tot het sacrament. Als gevolg van een visioen dat zij kreeg, ijverde zij voor de instelling van een sacramentsdag, die in 1264 door Rome officieel werd voorgeschreven. Juliana van Cornillon kreeg postuum haar zin. Zij was immers in 1258 in Fosse (bij Namen) overleden.
Sacramentsdag werd in 1247 voor het eerst in het prinsbisdom Luik gevierd. Breust behoorde van 965 tot de Franse tijd tot het kapittel van Sint-Maarten in Luik, en was de prinsbisdom van Luik met de voogdij belast. De veronderstelling ligt voor de hand dat, onder impuls van deze bisschoppelijke voogd, sacramentsdag met daaraan de verbonden processie, sinds (ongeveer) 1247 ook in Breust wordt gevierd. De heerlijkheid Eijsden behoorde in die tijd (vanaf 1214), met het gehucht Laag-Caestert, toe aan Walram, Hertog van Limburg, waarna dit gebied in handen kwam van de heren van Valkenburg.
Later zouden de kernen Eijsden en Caestert deze traditie van Breust overnemen, nadat zij door bebouwing samengegroeid zijn met Breust.
De Cramignon
Voor het ontstaan van de feestelijkheden rondom de sacramentsprocessie is er een plausibele verklaring. Van oudsher gaat de viering van een kerkelijk feestdag vaak gepaard met wereldlijke festiviteiten. Zo’n feestelijke aangelegenheid trok heel wat mensen uit de verre omgeving. Handels- en ambachtslieden, markt- en marskramers namen die gelegenheid te baat om zaken te doen, terwijl goochelaars, kwakzalvers en muzikanten, al of niet tegen betaling, hun praktijken uitoefenen.
Van meet af aan zou ook de sacramentsdag feestelijk zijn gevierd. In de omgeving van Luik en in een aantal steden en dorpen, waaronder Breust, dat vroeger tot het kapittel van Sint Maarten behoorde, werd (en wordt ook nu nog) bij die gelegenheid of bij de viering van de kermis (kerkmis) de cramignon gedanst. Waar het woord “cramignon” precies vandaan komt is (nog) niet bekend. Feit is dat de oudste vermelding van de cramignon terug te vinden is in het archief van de Luikse Proosdij. In stukken daterende uit 1575, die betrekking hebben op een aanklacht tegen de kroeg uitbaatster Odila uit de Pérystraat (Rue du Péry) staat: “gekleed in mannenkleren leidde zij gedurende drie dagen in uiterste losbandigheid reidansen, die de “Cramillon” worden genoemd”. Beweerd wordt dat de reidans of de cramignon zijn bakermat heeft in Griekenland en, lang geleden toen Griekenland nog een belangrijke zeevarende natie was, zijn weg heeft gevonden naar andere Europese landen en op die manier in de omgeving van Luik is terecht gekomen en dus ook in de toenmalige vrije heerlijkheid Breust.
De jonkheid
In de Eijsdense kerkdorpen speelt, bij het vieren van bronk en bij andere evenementen, de jonkheid een voorname rol. Naar het ontstaan van het fenomeen jonkheid is menig onderzoek gedaan. Eeuwenlang zou de taak van jonge weerbare mannen hebben bestaan in het beschermen van de landgoederen van de kasteelheer tegen invallen van buitenaf. Maar de jonkheid zorgde ook voor handhaving van de vaak ongeschreven regels, die in de toen meestal kleine agrarische gemeenschappen heersten. Als de dorpsmoraal zich gekrenkt voelde werd de overtreder ter verantwoording geroepen en bestraft. Meestal waren dat vergrijpen die niet onder de officiële rechtspraak vielen, zoals schending van trouwbeloften en huwelijkstrouw, slechte behandeling van vrouw of kinderen of bejaarde ouders.
Jonge ongehuwde boerendochters konden niet zo maar hun vrijer kiezen, zeker niet als die niet uit eigen dorp afkomstig was. De jonkheid had in die keuze een degelijke stem in het kapittel. Onder meer om te voorkomen dat het agrarisch bezit in vreemde handen overging, werden vrijers van elders het dorp uit geknuppeld, in de sloot gekieperd of door de gier van de mestvaalt gehaald. Bleef de "vreemde eend in de bijt" toch volhouden, dan diende hij een afkoopsom aan de jonkheid te betalen, waarna hij zijn gang kon gaan, zij het dat hij onder het toezicht van de jonkheid bleef staan. Ook het "steelrecht" kwam aan de jonkheid toe. Werd bij een berisping het gevraagde niet gegeven dan werd het eenvoudigweg door de jonkheid gestolen. Het ging er bij zo'n volksgericht niet altijd even zachtzinnig aan toe en een ietwat militante inslag lijkt aan de vroegere jonkheid dan ook niet vreemd te zijn geweest. Ook de rangen van de bestuursleden (Uëverighèèd) van de jonkheid: kapitein, luitenant en vaandrig, versterken wellicht die indruk. Toch trad de jonkheid niet alleen op als de zedenmeester van de dorpsgemeenschap. Bij de handhaving van oude tradities en gebruiken speelde, en speelt de jonkheid nog steeds, een belangrijke rol.
Die gebruiken zijn vaak terug te voeren naar zeer oude Germaanse rituelen die verband hielden met de komst van de lente. In onze omgeving kennen wij bijvoorbeeld het inhalen met veel versierde paarden en het oprichten van de Sint-Brigida-den in Noorbeek op zaterdag voor de tweede zondag na Pasen in Banholt van de Sint Gerlachus-den op zaterdag voor Pinksteren en in Mheer en Valkenburg van de mei-den op 1 mei.
Zijn in de naburige dorpen de jonkheden vooral betrokken bij het organiseren van de lentefeesten (mei-denplanten) in de Eijsdense kerkdorpen, ligt de nadruk meer op het vieren van de bronk en de cramignon. Maar ook bij andere feestelijkheden is de jonkheid van de partij. Traditiegetrouw wordt van een pas gewijde priester bij het opdragen van zijn plechtige eerste Heilige Mis in de parochiekerk, de woning versierd door de jonkheid van zijn buurtschap. Dat gebeurt ook bij de viering van een zilveren of gouden priesterfeest of gouden bruiloft, dan wel bij de viering van een jubileum van een lid van de jonkheid zelf. Bij de installatie van een nieuwe burgemeester geven de jonkheden acte de présence. Eveneens worden de jonkheden betrokken bij de organisatie van bijzondere feestelijke gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld in 1984 bij het bezoek van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet aan Eijsden, bij de gelegenheid van de opening van het nieuwe gemeentehuis (het voormalige Ursulinenklooster), of in 1995 toen Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix Eijsden bezocht.
Een traditie die in Breust en omgeving door de jonkheid nog steeds in ere wordt gehouden, is het maken van ketelmuziek bij het voorgenomen huwelijk van een weduwnaar met een jonkvrouw of van een weduwe met een jonkman. Over de herkomst zijn de meningen over verdeeld. Enerzijds wordt beweerd dit gebruik stamt uit de heidense tijd en bedoeld was om de boze geesten te verdrijven, anderen zien het meer als uitjouwen, omdat de weduwnaar of de weduwe een wederhelft koos uit de jonkheid.
Zoals blijkt zijn ook in onze tijd aan jonkheden nog belangrijke taken toebedeeld.
Verloop
Het optrekken
Op tweede pinksterdag wordt traditiegetrouw door de Jonkheden opgetrokken. Dit wil zeggen dat er een nieuw bestuur, de Uëverighèèd, wordt samengesteld. Dit gebeurt in lokale cafés. Voor de Jonkheid van Breust is dit in Heerlijkheid Breust.
Het optrekken houdt in dat per opbod de bestuursplaatsen worden verkocht. Degene die uiteindelijk het hoogste bod plaatst verkrijgt de bestuursfunctie. De Uëverighèèd bestaat meestal uit een kapitein, de luitenant, de vaandrig en de secretaris. De secretaris heeft niet altijd tot de Jonkheid behoord. In het jaar 1908 werd er voor het eerst gesproken dat de Jonkheid werd uitgebreid met een vierde persoon.
Het optrekken gebeurt per bestuursfunctie afzonderlijk.
Om op een plaats te mogen bieden moet je vooraf aangeven dat je wilt meebieden. Als je niet kenbaar hebt gemaakt om mee te bieden, vervalt je recht op die functie. Je kunt dan wel bieden op andere functies. Normaliter heeft de kapitein van het oude Jonkheid de leiding over het bieden. De nieuwe Uëverighèèd is pas een feit als alle vier de leden hun functie aanvaarden.
Naast het optrekken van de Uëverighèèd, worden ook de functie van de vlaggendragers (sjtendaordraegers/sjtendaore) en de dragers van de Heilige Martinus (hèliggedraegers) op dezelfde wijze verkocht.
Als laatste, maar daarom niet minder belangrijk, worden ook nog de dragers van het Mariabeeld vastgelegd. Dit gebeurt in de regel niet per opbod.
Volgens goed gebruik gaat het gehele nieuw aangetreden gezelschap na afloop van de vergadering zich voorstellen aan de Breuster horeca.
De dagen na Pinksteren
In de twee tussenliggende weken tussen Pinksteren en de Bronk zal flink wat werk moet worden verricht om de Bronkdagen een succes te maken.
De Buugel
Het organiseren van de Bronk kost de Jonkheid veel geld. Een van de belangrijkste inkomstenbronnen is de “Buugel”. De Jonkheid gaat elke avond, huis aan huis, rond om een donatie te vragen. Deze bijdrage is geheel vrijblijvend. De adressen waarvan de bewoners niet aanwezig zijn worden genoteerd, en op een later tijdstip nogmaals bezocht, althans als de tijd dit nog toelaat.
De loterij
Tijdens de Bronkdagen worden er aan het aanwezige publiek loten verkocht. Deze loten moeten natuurlijk worden gedrukt. Meestal gaat de Jonkheid al de dag na Pinksteren naar de drukkerij om hun bestelling te plaatsen. Dit wordt zo vroeg mogelijk gedaan, omdat het ook mogelijk is loten aan de deur te kopen. Dit kan terwijl de Jonksleden aan het rondgaan zijn met de buugel. De belangrijkste reden is echter het inschrijven van de vrouwelijke leden. De meisjes worden als lid ingeschreven bij het bezoek met de buugel.
Prijzen loterij
De verkoop van loten tijdens de Bronkdagen brengt natuurlijk prijzen met zich mee. Deze prijzen worden uitgekozen bij de ondernemers die in Breust zijn gevestigd.
Jacquetten
Tijdens de processie gaat de Jonkheid gekleed in jacquet. Omdat niemand in het bezit is van dergelijke kledingstukken zullen deze gehuurd moeten worden. De hoge hoeden leveren minder problemen op. De hoge hoeden van Breust en Caestert zijn in tegenstelling tot Eijsden, zwart van kleur. De hoeden van de Jonkheid van Eijsden zijn grijs van kleur.
Kamerschieters
Omdat het gebruikelijk is dat er tijdens de Bronkdagen kamers worden geschoten, is het de taak van de Jonkheid om de kamerschieters hier toe uit te nodigen. Tegenwoordig is dit echter formaliteit, omdat de kamers worden geschoten door de Klunzen. De kamerschieters zorgen ook voor het benodigde buskruit. Voorheen was dit een taak van de Jonkheid.
Harmonie
De muziek is zonder twijfel een van de belangrijkste onderdelen van het Bronkgebeuren. Aan de Jonkheid de taak om ervoor te zorgen dat de harmonie aanwezig is. Dit gebeurt in Breust en Eijsden na afloop van de repetitie in het verenigingslokaal van de Koninklijke Oude Harmonie van Eijsden. Tijdens de repetitie maakt het Jonkheid afspraken met het bestuur, en na afloop van de repetitie worden de muzikanten benaderd middels een toespraak op de bok van de dirigent. Met het bestuur worden de formele afspraken gemaakt, zoals het lopen van de processie en het begeleiden van de Jonkheidsmis en eerbrengen. Met de muzikanten worden afspraken gemaakt om de Cramignon en improvisatiemuziek te spelen. Ook worden de trommelaars gevraagd om de reveille te verzorgen. Vroeger gebeurde dit door één trommelaar, maar omdat de kernen tegenwoordig veel groter zijn, is dit teveel voor één trommelaar.
Jonkheidsmis
Zoals alle Heilige missen, moet ook de Jonkheidsmis gereserveerd worden. Dit gebeurt tijdens het bezoek dat de Jonkheid brengt aan de pastoor. Het is meer een formaliteit, daarom is dit meestal een gezellige avond met de pastoor. Voor de Jonkheid is dit het perfecte moment om inspiratie op te doen voor de cadeaus die de pastoor zal ontvangen tijdens het eerbrengen.
Strikjes
Ten teken van het lidmaatschap van de Jonkheid krijgt ieder lid een strikje, dat zichtbaar moet worden opgespeld. Deze leden kunnen alleen vrijgezelle mannen of vrouwen zijn die in de betreffende kern wonen. De Jonkheid zorgt voor het materiaal. Voor de Jonkheid van Breust is dit in de blauwe kleur.
Reiboeket
Tijdens het dansen van de Cramignon is zichtbaar wie er voorop gaat. Dit gebeurt door het dragen van het reiboeket. In de regel wordt de rei aangevoerd door de reimeid, en zij draagt dan ook deze ruiker.
Bronkzaterdag
Door de Klunzen worden op Bronkzaterdag, of soms al eerder, de processiebogen klaar gelegd op de verschillende plaatsen, waar ze later worden geplaatst.
Deze dag staat voor de Jonkheid volledig in het teken van de voorbereidingen op de komende Bronkdagen. In alle vroegte trekken de leden van de Jonkheid, gesteund door de standaarddrager, er op uit om de straten te versieren. De gehele processieroute wordt versierd met vlaggenmasten, processie bogen, bloemen op de straat en bloemtapijten. Verder wordt er natuurlijk feestverlichting aangebracht.
Alles voor de processie moet gereed gemaakt worden. De vlaggen worden klaargemaakt voor aan de standaards te hangen, de sjerpen worden gestreken, de sabels van de Uëverighèèd en de vlag van de Jonkheid worden gereed gemaakt. De dragers van de Heilige Martinus hebben de speciale taak om dit beeld te wassen en wel met bier.
Dit alles moet klaar zijn voor dat de Bronk wordt ingeschoten. Dit is meestal voor Breust om 17.00 uur in de Achter de Lang Haag naast nummer 81.
Bronkzondag
Reveille
Om 04.00 uur beginnen de trommelaars van de Koninklijke Oude Harmonie met “réveille”. Wat letterlijk "wakker worden" betekent in de Franse taal. Dit gebruik is van oudsher ontstaan om het merendeel van de bevolking agrarisch was, en voor het vertrek van de processie moesten zij het vee nog verzorgen. Omdat op zondag zowel de kern Eijsden als Breust gewekt moet worden, splitsen de trommelaeren zich op, zodat toch iedereen gewekt is.
Zo ook worden de leden van de Uëverighèèd gewekt. Allereerst is het de beurt aan de kapitein, vervolgens de luitenant, vaandrig en secretaris. De trommelaars blijven zolang voor het huis trommelen, totdat de persoon in kwestie zich heeft getoond, ten teken dat hij wakker is.
Als iedereen van de Jonkheid wakker getrommeld is, vervolgen de trommelaars hun weg, om zich uiteindelijk zelf aan te sluiten bij de harmonie om mee te spelen tijdens de processie.
De processie
Op zondag trekt de Heilige Processie door alle kernen; Breust, Eijsden en Caestert. In de processie lopen alle Jonkheden mee, beide harmonieën, de schutterij van Oost-Maarland, groepen van de basisscholen, communicanten, acolieten en de pastoor met het Allerheiligste.
Helemaal aan het begin van de processie loopt de schutterij Sint Sebastianus van Oost-Maarland met daar weer voorop, drie bielemannen. Deze mannen liepen vroeger voor de processie om hindernissen op de route weg te nemen. Tegenwoordig worden er hindernissen op de route gelegd in de vorm van bijvoorbeeld een boom.
Tijdens de processie wordt er meerdere malen gestopt bij een rustaltaar. Bij deze rustaltaren houdt de pastoor een kleine dienst. Aan het einde van de dienst klinken zeven kamerschoten, daarna vervolgd de processie weer. Als de pastoor met het Allerheiligste langsloopt, is het gebruik te knielen.
Aan het einde van de eerste processietour is er een consecratie op de Vroenhof. Nadat deze Heilige Mis voorbij is, verteld iemand van het processiecomité hoe laat de tweede tour van de processie vertrekt vanaf de Vroenhof.
Aan het einde van de tweede processietour is er een Heilige mis in de Heilige Sint-Martinuskerk te Breust.
De werkzaamheden van de Jonkheid tijdens de processie beperken zich louter tot het meelopen. Toch bestaat er tijdens een processie een soort protocol, waaraan de Jonkheid zich dient te houden. Zo is het onder andere voorgeschreven waar de kapitein en luitenant met getrokken sabel mogen lopen. Hierna een opsomming van voorschriften tijdens de processie:
- De kapitein en luitenant mogen alleen op het grondgebied, van hun eigen kern, hun sabels presenteren (in hun rechterhand houden en op de schouder leggen). Bij het overschrijden van de Jonkheidsgrens worden deze dan ook weer opgeborgen.
- De dragers van het Mariabeeld dragen dit alleen binnen hun eigen gebied, bij de overschrijding van de Jonkheidsgrens wordt deze overgegeven aan de Jonkheid waarvan dit gebied is.
- Tijdens de pauze bij een rustaltaar worden er door leden van de Jonkheid een halve slag gedraaid, zodat ze richting het rustaltaar gekeerd staan.
- Tijdens het schieten van de kamers worden de sabels gepresenteerd, en worden vlaggen en vaandel de lucht in gehesen. Dit gebeurt ook tijdens de consecratie van de Heilige Mis op de Vroenhof.
- Tijdens de afsluiting van de processie in de Heilige Sint-Martinuskerk te Breust nemen alle Jonkheden plaats achter de priesters aan het altaar.
- De laatste taak van de Jonkheid is het openen van de offergang na afloop van de mis. Traditiegetrouw opent de kapitein deze offergang gevolgd door de rest van de Uëverighèèd.
Na afloop van alle tradities gaat de Koninklijke Oude Harmonie van Eijsden samen met de Jonkheid van Eijsden naar het huis van de kapitein. Aldaar worden zij bedankt voor hun toedracht in de processie.
Bronkmaandag
Op Bronkmaandag word er de Bronk gevierd in de kernen Breust[1] en Caestert[2].
Reveille
De trommelaars van de Koninklijke Oude Harmonie beginnen om 04.00 uur samen met de vlaggendragers van de Jonkheid van Breust met de reveille. Zij gaan net als de dag van te voren door de hele kern. Echter wordt er nu bij ieder lid van de Uëverighèèd gewacht dat hij klaar is. Klaar betekent dat hij in volledig jacquet gekleed is. De kapitein is als eerste aan de beurt. Er wordt gewacht tot hij volledig klaar is voordat zij hun weg vervolgen naar de luitenant, vaandrig en secretaris. Als zij volledig gekleed zijn sluiten zij aan in de reveille en lopen zij mee naar de andere leden van de Uëverighèèd. Aan het einde van de reveille wordt er bij de secretaris traditiegetrouw spek met ei gegeten, en gewacht totdat de Jonkheidsmis begint van de Jonkheid van Caestert. In deze mis zal de Uëverighèèd van de Jonkheid van Breust aanwezig zijn, vandaar dat zij zich tijdens de reveille al moesten aankleden.
Jonkheidsmis
De maandag staat voor de Jonkheid in het teken van de Cramignon. Echter vervolgd de dag na de reveille met hun eigen Jonkheidsmis. Ondanks zij eerst aanwezig zijn geweest in de Jonkheidsmis van de Jonkheid van Caestert, moeten zij zorgen ook weer op tijd te zijn op het Veldje in Eijsden. Aldaar wordt de Jonkheid opgehaald door de Koninklijke Oude Harmonie, die hun muzikaal zal begeleiden naar de Sint-Martinuskerk te Breust.
Tijdens de Jonkheidsmis neemt de Jonkheid plaats achter de pastoor, en gedurende de gehele mis dienen de kapitein en luitenant hun sabel te presenteren. Omdat de leden van de Jonkheid tijdens de collecte het geld ophalen, is het dan toegestaan de sabel op te bergen. Hetzelfde is de kapitein geoorloofd tijdens zijn eindtoespraak.
Tijdens de consecratie worden de kamers geschoten. Op dat moment wordt het vaandel, en alle andere vlaggen gehesen, tot het moment dat de laatste kamer heeft geklonken.
Het slotstuk van de Jonkheidsmis is altijd één van de hoogtepunten. De Koninklijke Oude Harmonie brengt gedurende de gehele offergang een vrolijk stuk muziek ten gehore. Hetgeen in feite het startschot is van wat een feestelijke Bronkmaandag moet worden. Dat dit op prijs wordt gesteld blijkt wel. Na afloop van het muziekstuk worden door alle aanwezigen luidruchtig geapplaudisseerd.
Na de heilige mis verkopen de leden van de Jonkheid buiten hun loten.
Vendeldraaien – Vaendeldrieje
Nadat er genoeg loten zijn verkocht door de Jonkheid kan er eer worden gebracht aan de geestelijke. Dit gebeurt vandaag de dag aan de achteringang van verzorgingscentrum “De Bron” in Eijsden, officieus ook wel het Bronplein genoemd. Aldaar staat meestal de pastoor die de eer in ontvangst neemt. Onder muzikale begeleiding van de harmonie loopt de kapitein naar voren toe, richting de geestelijke, groet de geestelijke door zijn hoed af te nemen, en presenteert vervolgens zijn sabel. Vervolgens groet hij weer, en maakt rechtsomkeer. Na de kapitein is het de beurt aan de eerste en tweede standaarddrager, zij groeten de geestelijke doormiddel van een buiging. Na het groeten zwaaien zij driemaal met hun vaandels heen en weer, en keren vervolgens ook terug. Ditzelfde gebeurt door de luitenant en de derde en vierde standaarddragers. De vaandrig vervolgens groet de geestelijke, en brengt de eer door het vaandel, horizontaal gedragen, ook weer drie maal rond te draaien. Ook de vijfde en zesde standaarddragers brengen eer. Als laatste is de secretaris, hij groet alleen de pastoor, en keert daarna weer terug. Behalve als de geestelijke inwoner is van Breust, dus lid van de Jonkheid aangezien hij ongehuwd is, wordt hem door de secretaris als teken van lidmaatschap een strikje opgespeld, en keert hij daarna pas terug.
Na het brengen van de eer gaat ieder lid van de Uëverighèèd nogmaals naar de geestelijke om een cadeaus aan te bieden. Na het aanbieden van de cadeaus gaan alle leden van de Uëverighèèd terug om vervolgens samen terug naar voren te komen. De geestelijke spreekt vervolgens de Jonkheid en alle aanwezige toe om hen te bedanken.
Cramignondansen
Na al deze tradities wordt iedereen uitgenodigd binnen iets te nuttigen. Op dit moment wordt ook door de kapitein van de Jonkheid de reimeid uitgenodigd om mee te gaan. Na deze korte onderbreking is de tijd aangebroken om de Cramignondans te openen. De geestelijke, met reiboeket, is degene die voorop gaat tijdens de eerste reidans, gevolgd door de reimeid en de kapitein. Vervolgens sluit de rest van de Jonkheid aan. Door de geestelijke wordt niet de hele tijd mee gedanst. Op een bepaald moment draagt hij het reiboeket over aan de reimeid, en is zij degene die de dansende menigte aanvoert. De Jonkheid trekt vervolgens weg van de plaats waar het vendeldraaien heeft plaatsgevonden, en maakt al dansend de rondgang door Breust.
Na ’s middags een pauze te hebben gehad, wordt er om 19.00 uur weer verzameld voor Heerlijkheid Breust. Aldaar wordt er verder gegaan met het feest. De harmonie begint weer met het spelen van Cramignon. Enkele tijd en pilsjes later wordt er begonnen met improvisatiemuziek. Deze wordt meestal aangevraagd door de Jonkheid. Deze muziek verschilt van klassiekers als “Ach, Margrietje” van Louis Neefs tot “Freaks” van Timmy Trumpet.
De locatie van de Bronk in Breust centreerd zich op het plein voor Heerlijkheid Breust. Deze is gelegen op de kruising van de Sint Martinusstraat en het Von Geusauplein.
Bronkdinsdag
Op Bronkdinsdag wordt er alleen Bronk gevierd in de kern Eijsden[3].
Dorpen/gehuchten waar een vorm van Bronk gevierd wordt
Bronk, of een vorm wordt gevierd in meerdere dorpen, bijvoorbeeld in:
- Mesch, alleen een processie
- Oost-Maarland, de processie is gezamenlijk, de feesten zijn apart voor Oost en Maarland.
- Mariadorp, alleen een processie
- Gronsveld, elke vier jaar "Grote bronk" de tussenliggende jaren in kleinere vorm.
Muziek tijdens de Bronk
Tijdens de bronk wordt er veel muziek gemaakt door de Koninklijke Oude harmonie van Eijsden. Een voorbeeld hiervan is "Aoh sjon nitteke". Verder is speciaal voor de bronk in Eijsden door Laur Rutten een lied gemaakt genaamd; "Broonk Eijsden". Deze wordt meestal op de avond van bronkdinsdag voor Eetcafé Aon 't Bat gezongen.
Uitleg bepaalde termen
Jonkheid
Vrijgezelle mannen komende uit de betreffende kern (Breust, Eijsden of Caestert) die samen de bronk gaan “organiseren” en in goede banen proberen te leiden. Een Jonkheid bestaat meestal uit een kapitein, een luitenant, een vaandrig, een secretaris, meerdere vaandeldrager, dragers van de Heilige Martinus en dragers van de Heilige Maria.
Uëverighèèd
Bestuur van een Jonkheid, meestal bestaande uit een kapitein, de luitenant, de vaandrig en de secretaris.
Klunzen
In 1982 werden deze opgericht. Ze zijn zoals ze het zelf zeggen verweven met de Jonkheid van Breust. Ze lichten de tradities nader toe aan de nieuwe jonksleden. De klunzen zorgen voor het kamerschieten, dragen zorg voor de processiebogen en verzorgen alle materialen.
Zeven achtereen staande gietijzeren potten die meermaals worden afgeschoten tijdens de Bronkdagen.
Cramignon / reidans
Typerende dans voor de Bronk. Mensen houden elkaar aan een hand vast, en creëren een ketting en huppelen mee op de cadans van de muziek.
Zie ook
- Martinus van Tours, patroonheilige van de Jonkheid van Breust
- Koninklijke oude Harmonie van Eijsden
- Broonk Eijsden van Laur Rutten via Youtube
- Sint-Martinuskerk (Breust)
|