Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Biosimilar
Een biosimilar is een biologisch geneesmiddel dat soortgelijk is aan het origineel, waarvan het patent is verlopen. Een biological is een polypeptide waarvan de werkzame stof vervaardigd is door of afkomstig is van een levend organisme. Insuline is een van de eerste voorbeelden.
Een biosimilar is dus een nabootsing van het biologisch geneesmiddel waarvoor eerder een handelsvergunning is afgegeven, het innovator product, ofwel het 'biologisch referentiegeneesmiddel'. Biosimilar geneesmiddelen en innovator producten worden doorgaans in gelijke dosering toegepast bij de behandeling van dezelfde aandoening.[1] Omdat biosimilar producten soortgelijk zijn aan het innovator product, maar niet identiek, wordt elk biosimilar geneesmiddel apart beoordeeld. Net als voor alle andere geneesmiddelen moet ook voor een biosimilar geneesmiddel een vergunning verkregen worden voordat het in de handel gebracht kan worden. De veiligheid van biosimilar geneesmiddelen wordt na de toelating – net als alle geneesmiddelen - voortdurend gecontroleerd.
Als een patiënt overstapt van het ene naar een ander biologisch geneesmiddel moet dit zorgvuldig gemonitord worden door de behandelend arts. Dit geldt zowel voor uitwisseling met het innovator product als voor de uitwisseling van biosimilar geneesmiddelen onderling. In sommige landen zoals Duitsland en Spanje is substitutie van een biological door een biosimilar verboden.[2]
Preferentiebeleid in Nederland
In Nederland is de discussie gaande, of het preferentiebeleid van de zorgverzekeraars uitgebreid kan worden naar de biologicals. De rechtbank in Den Haag sprak op 1 juni 2011 reeds uit dat wat betreft de WGP (Wet Geneesmiddelen Prijzen) mag worden uitgegaan van farmaceutische uitwisselbaarheid en niet van therapeutische uitwisselbaarheid.[3] Het CVZ bracht op 29 september 2011 een bevestigend rapport uit.[4] Dit gebeurde na consultatie van het CBG.[5] Minister Schippers stelde op 7 december 2010 in antwoord op Kamervragen: "Voor biologische geneesmiddelen kan preferentiebeleid worden gevoerd." [6]
Therapeutisch preferentiebeleid bij biosimilars in Nederland
Van therapeutisch preferentiebeleid is sprake als een zorgverzekeraar binnen een groep van analoog werkzame stoffen, één stof voor vergoeding aanwijst.
Minister Klink van VWS schreef daarover in zijn begroting voor 2010: “Ik sta overigens wel positief tegenover het principe van therapeutisch preferentiebeleid. Hier zal ik in de komende periode nader onderzoek naar laten verrichten, zodat dit mogelijkerwijs met ingang van 2012 gestalte kan worden gegeven. Om therapeutisch preferentiebeleid mogelijk te maken, is overigens een wijziging nodig van het Besluit zorgverzekering.” [7]
Het hof te Arnhem wees op 24 mei 2011 vonnis in hoger beroep, dat de autonomie van de voorschrijvend arts in een onderhavig geval bevestigde.[8] Het betrof hier de uitwisselbaarheid van adalimumab en infliximab.
Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)
Bronnen, noten en/of referenties
|