Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Bezwaarprocedure
Een bezwaarprocedure is een rechtsmiddel dat een belanghebbende ter beschikking staat tegen een besluit door een bestuursorgaan. De procedure wordt gestart door het indienen van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Dit orgaan zal dan overwegen of het zijn besluit zal herzien.
Voorbeelden van bezwaren
Voorbeelden van bezwaren zijn:
- bezwaar tegen een aanslag van de belastingdienst;
- bezwaar tegen een besluit van de gemeente om een park in de buurt te bebouwen;
- bezwaar tegen het niet toekennen van studiefinanciering door de Informatie Beheer Groep;
- bezwaar tegen een korting op de WW-uitkering van het UWV.
Termijnen
Een bewaarprocedure is aan strikte termijnen gebonden. In Nederland geldt meestal dat een bezwaarschrift binnen zes weken na de dagtekening van het besluit moet zijn ingediend. Na ontvangst van het bezwaarschrift heeft het bestuursorgaan vervolgens een termijn, meestal eveneens zes weken, om op het bezwaar te beslissen. In sommige gevallen kan deze laatste termijn worden verlengd, bijvoorbeeld als er een hoorzitting wordt gehouden of als het onderzoek van het bestuursorgaan nog niet is afgerond. Het bestuursorgaan moet de belanghebbende dan tijdig van deze verlenging op de hoogte stellen.
Inhoud van het bezwaarschrift
In het bezwaarschrift moet de belanghebbende de volgende informatie vermelden:
- Naam en adres van de belanghebbende;
- De beslissing waar de belanghebbende bezwaar tegen maakt;
- Waarom de belanghebbende er bezwaar tegen maakt.
Indien de belanghebbende meer tijd nodig heeft om de redenen voor het bezwaar uit te werken kan deze, om aan de termijn te voldoen, een pro forma bezwaarschrift indienen, en dit vervolgens (binnen redelijke tijd) later aanvullen. De beslistermijn begint in dat geval pas te lopen als het bestuursorgaan de aanvulling heeft ontvangen.
Ontvankelijkheid
Het bestuursorgaan zal eerst nagaan of het bezwaarschrift op tijd is ingediend. Is dat niet het geval, dan wordt het bezwaar 'niet ontvankelijk' verklaard en niet in behandeling genomen. Hetzelfde geldt als de belanghebbende geen motivering voor het bezwaar geeft of niet reageert op een verzoek om ontbrekende informatie te verstrekken (zoals over het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt), en ook als blijkt dat de indiener van het bezwaar geen of onvoldoende belang heeft bij behandeling van het bezwaarschrift. Dat laatste geldt bijvoorbeeld als het besluit inmiddels al is gewijzigd of als het bezwaar louter op ideële gronden is gemaakt.
Toetsing
Het bestuursorgaan zal op bezwaar het besluit volledig heroverwegen, dus niet alleen toetsen aan de rechtmatigheid maar ook aan de doelmatigheid: past het besluit bij het beleid van het bestuursorgaan en voldoet het aan de interne richtlijnen. In een later stadium kan de rechter de doelmatigheid niet meer toetsen, alleen nog de rechtmatigheid van het besluit. De toetsing leidt tot een van de volgende beslissingen:
- Het bestuursorgaan wordt door de belanghebbende overtuigd, wijst het bezwaar toe en herziet het besluit.
- Het bestuursorgaan wordt niet door de belanghebbende overtuigd, wijst het bezwaar af en handhaaft het besluit.
In beide gevallen wordt de beslissing op bezwaar door het bestuursorgaan gemotiveerd. Bij de beslissing wordt meestal informatie vestrekt over de mogelijkheid om tegen de beslissing in beroep te gaan.
Beroep
De belanghebbende heeft dan in principe zes weken de tijd om zijn zaak aanhangig te maken bij de rechtbank. Daarna kunnen zowel de belanghebbende als het bestuursorgaan eventueel in hoger beroep bij de Raad van State of bij de Centrale Raad van Beroep, afhankelijk van het onderwerp.