Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Bergklassement Ronde van Frankrijk
Het bergklassement van de Ronde van Frankrijk is een nevenklassement, waarvoor punten zijn te verdienen bij passages op bergtoppen. De leider in het bergklassement is de wielrenner die bij deze passages de meeste punten heeft verdiend door als eerste of bij de eersten door te komen. Degene die aan het eind van de Tour de France het klassement leidt, wordt tot bergkoning uitgeroepen.
De bolletjestrui is het wielrennersshirt dat wordt gedragen door de leider in het bergklassement en dat wordt uitgereikt na een verreden etappe. Na de laatste etappe van de Ronde van Frankrijk krijgt de winnaar van het bergklassement de laatste bergtrui uitgereikt. De bergprijs bestaat langer dan de daaraan gekoppelde bolletjestrui. De eerste Ronde van Frankrijk waar de leider in het bergklassement de bolletjestrui droeg, was die van 1975; de eerste die hem ooit droeg was Joop Zoetemelk. De eerste eindwinnaar van deze trui was Lucien Van Impe. Hij was enigszins gegeneerd toen hij de bolletjestrui voor het eerst aandeed gezien het toen nog niet ingeburgerde opvallende motief. Daarvóór bestond er geen aparte trui voor de bergkoning.
Algemeen
De beklimmingen die meetellen voor het bergklassement worden ingedeeld in 5 categorieën: Hors Categorie (de grootste en zwaarste beklimmingen, zoals de Mont Ventoux, Tourmalet en Alpe d'Huez) en de eerste tot en met vierde categorie. Beklimmingen van derde en vierde categorie zijn eerder heuvels dan bergen. De te verdienen punten zijn navenant.
De strijd om de bolletjestrui ontbrandt vanaf de eerste etappe: geen enkele rit is namelijk volkomen vlak. Vrijwel altijd zijn er wel enkele hellingen van de derde of vierde categorie. Aan de avonturiers in het peloton biedt dat een kans om zich in de publiciteit te rijden totdat in de echte bergetappes de klimmers de trui overnemen. In 1982 reed Jan Raas, niet bepaald een klimmer, zo één dag in de bolletjestrui: hij had de trui veroverd door in de proloog de snelste tijd neer te zetten over een beklimming die in het parkoers was opgenomen. Op deze manier is het enkele mindere "klimmers" ook gelukt op die manier de echte specialisten voor te blijven in het eindklassement. Pedro Torres (1973), Domingo Perurena (1974) en Bernard Vallet (1982) waren in alle etappes actief om hun punten te sprokkelen en konden in het hooggebergte voldoende meekomen om hun voorsprong te behouden. Laurent Jalabert (2001 en 2002) volgde een iets andere tactiek: hij ging er in de bergetappes vroeg vandoor en reed als eerste over één of twee bergtoppen voordat hij werd ingelopen.
Elk jaar wordt ook de Trofee Henri Desgrange uitgereikt, genoemd naar de oprichter van de Tour de France. Dat is een flinke geldprijs die klaarligt voor de eerst aankomende renner op de hoogste top van de Tour. Meestal is dat de col du Galibier (waar ook een monument ter ere van Desgrange staat). Bij afwezigheid van de Galibier in het Tourschema wordt de prijs doorgaans op de col du Tourmalet gewonnen.
Dragers en records
Recordhouder met zes eindzeges in het bergklassement was lange tijd de Spanjaard Federico Bahamontes. In 1983 werd dat aantal geëvenaard door Lucien Van Impe en in 2004 verbroken door Richard Virenque met 7 titels. Virenque zegevierde eerder in 1994, 1995, 1996, 1997, 1999 en 2003.
Sinds de bergtrui wordt uitgereikt in 1975, tot en met de Tour van 2008 is dit al ruim 700 keer gebeurd. Meer dan 300 keer reed een Fransman in het bolletjestricot. Belgen droegen de trui in totaal 100 keer, ongeveer gelijk aan het aantal truien dat Italianen droegen. Tot en met de Tour van 2008 zijn er 57 Nederlanders dragers van de bergtrui geweest. Gert-Jan Theunisse en Steven Rooks droegen er ieder twaalf, Hennie Kuiper acht, Adrie van der Poel en Erik Dekker vijf, Maarten Ducrot, Danny Nelissen en Nico Verhoeven ieder drie, Joop Zoetemelk twee en Jan Raas, Jean-Paul van Poppel, Léon van Bon en Karsten Kroon elk één.
Reglement voor de puntenverdeling
Positie | 4eC | 3eC | 2eC | 1eC | HC |
---|---|---|---|---|---|
1e | 3 | 4 | 10 | 15 | 20 |
2e | 2 | 3 | 9 | 13 | 18 |
3e | 1 | 2 | 8 | 11 | 16 |
4e | 1 | 7 | 9 | 14 | |
5e | 6 | 8 | 12 | ||
6e | 5 | 7 | 10 | ||
7e | 6 | 8 | |||
8e | 5 | 7 | |||
9e | 6 | ||||
10e | 5 |
De punten die de renners kunnen verdienen worden verdeeld al naargelang de doorkomst van de renner en de zwaarte van de berg. Hierbij wordt de volgende onderverdeling gemaakt:
- Hors categorie (buitencategorie): respectievelijk 20, 18, 16, 14, 12, 10, 8, 7, 6 en 5 punten voor de eerste tot en met de tiende renner die over de top heen komt.
- 1e categorie: respectievelijk 15, 13, 11, 9, 8, 7, 6 en 5 punten voor de eerste tot en met de achtste renner die over de top heen komt.
- 2e categorie: respectievelijk 10, 9, 8, 7, 6 en 5 punten voor de eerste tot en met de zesde renner die over de top heen komt.
- 3e categorie: respectievelijk 4, 3, 2 en 1 punt voor de eerste tot en met de vierde renner die over de top heen komt.
- 4e categorie: respectievelijk 3, 2, en 1 punt voor de eerste tot en met de derde renner die over de top heen komt.
Als de slotklim een berg is uit de buitencategorie, de eerste of de tweede categorie, dan worden de punten verdubbeld.
Als twee rijders gelijk eindigen in het bergklassement, dan krijgt diegene die het vaakst als eerste bovenkwam op een col van de buitencategorie de bolletjestrui. Als de rijders even vaak als eerste op een col van de buiten categorie zijn bovengekomen, dan wordt gekeken naar het onderlinge resultaat op de cols van de eerste en eventueel de tweede, derde en vierde categorie, totdat er een winnaar is. Zijn beide renners even vaak als eerste op een col bovengekomen, dan wordt de winnaar bepaald door te kijken naar de posities in het algemeen klassement.
Als een rijder zowel de gele trui als de bolletjestrui in zijn bezit heeft, wordt de bolletjestrui door de nummer twee van het bergklassement gedragen. Ook de groene trui van het puntenklassement staat boven de bolletjestrui. Het is dus mogelijk dat de nummers 1 en 2 van het bergklassement al de punten- en gele trui dragen, en de bolletjestrui door de nummer 3 uit het bergklassement wordt gedragen.
Lijst van winnaars
Onderstaand het overzicht van de eerste drie in het eindklassement sinds 1933.
Nederlandse en Belgische prestaties
Belgische dragers
- Eindklassement
- Félicien Vervaecke: 1e 1935, 1937
- Sylvère Maes: 1e in 1939
- Eddy Merckx: 1e in 1969, 1970
- Lucien Van Impe: 1e in 1971, 1972, 1975, 1977, 1981, 1983
- Tussenklassement
In totaal zijn er 113 bergtruien uitgereikt aan Belgen. Lucien Van Impe droeg de trui 68 keer, Peter De Clercq 17 maal, Jean-Luc Vandenbroucke was goed voor 12 truien, Ludo Peeters droeg er 10, Michel Pollentier 5 en Hendrik De Vos kreeg hem één keer uitgereikt.
Nederlandse dragers
- Eindklassement
- Steven Rooks: 1e in 1988
- Gert-Jan Theunisse: 1e in 1989
Vrije mediabestanden over Mountains classification Tour de France op Wikimedia Commons