Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Belgisch monument te Cadier en Keer
Het Belgisch monument te Cadier en Keer is een stenen monument dat werd ontworpen door Jean Weerts en onthuld op 12 september 1948 ter nagedachtenis aan 12 verzetsstrijders die 4 jaar eerder tijdens de Tweede Wereldoorlog werden gefusilleerd door de Duitsers. Het monument werd onthuld door de Commissaris van de Koningin in Limburg (Nl) en de Gouverneur van Limburg (B).[1][2] [3][4]
In juli 1959 werd een definitieve gedenksteen onthuld, in aanwezigheid van onder meer de Belgische Koning en het Nederlandse vorstenpaar.
Opschrift
- Pierre H. Driessens, Maaseik
- Jozef Eerdekenes, Gruitrode
- Guillaume L. Langers, Maaseik
- Willem Conen, Molenbeersel
- Matthieu J. Lenders, Maaseik
- Pieter Jaeken, Neeroeteren
- Jean M. Wolfs, Maaseik ('Martin', de verloofde van Sieske Vliex)
- Jacques Teelen, Neeroeteren
- Jules L. Wolfs, Maaseik
- Alfons Leroy, Neeroeteren
- Gustaaf Béazar, Kessenich
Verzetsstrijders sector Maaseik - België die 12-9-1944 op deze plek door de vijand werden gefusilleerd.
noot: het twaalfde slachtoffer bleef anoniem en werd niet op de steen vermeld, ook niet als NN.
Geschiedenis
In september 1944, toen de oprukkende geallieerden begonnen aan de bevrijding van België, verzamelden leden van het Geheim Leger zone II/Limburg o.l.v. Gustaaf Béazar zich op 5 september 1944 in de bossen rond Rotem in Belgisch Limburg.
De RAF zou wapens droppen zodat de verzetsstrijders de wapens konden opnemen tegen de terugtrekkende Duitsers. Door de slechte weersomstandigheden stegen de RAF-vliegtuigen die de wapens moesten droppen echter niet op, zodat de slecht bewapende verzetslieden tevergeefs in de bossen wachtten. Ze bewaakten daarbij ook 26 ontwapende Duitse soldaten. Zo'n 1200 manschappen zouden hebben proberen te verzamelen. Omdat de beloofde wapens uitbleven, en omdat er in de schuilplekken in de bossen weinig te eten was, bleven op 8 september slechts een 200-tal verzetslui over. Eten werd opgevorderd bij naburige boerderijen[5]
Op 9 september raakten de verzetslui in een vuurgevecht met de Duitsers die ze wisten terug te dringen. De volgende dag keerden de Duitsers terug met ca. 10 camions met elk ongeveer 20 soldaten. De Duitsers wonnen de daaropvolgende gevechten en wisten de verzetslieden te arresteren, samen met een aantal onschuldige buurtbewoners, in totaal 41 personen. Bij de ondervraging die daarop volgde bleek dat de Duitsers de administratieve gegevens van de verzetsgroep kenden, wat erop wijst dat ze vermoedelijk werden verraden.
De gevangen werden per vrachtwagen vervoerd naar As waar ze werden bewaakt door de Feldgendarmerie en rexisten.
De gevangenen werden op 11 september ondervraagd door de Duitsers in Hotel Mardaga in As. De verhoren waren erg hardhandig en Béazar liep verschillende bajonetsteken op. Tijdens de dag werden nog een aantal gevangen genomen verzetslieden aangevoerd. De Duitsers lieten een aantal onschuldige gevangenen vrij.
De 26 overgebleven verzetslui werden overgebracht naar Heer en een nacht opgesloten in gesticht Huize Sint Joseph.
De volgende ochtend werd Béazar uit de kelder gehaald om te worden gefusilleerd. Met tussenpozen van 20 tot 30 minuten voldgen 11 anderen. Ze kregen de laatste zegen van pater Piet Denis. Eén man, een anoniem gebleven Rus probeerde te ontsnappen maar werd doodgeschoten. Diezelfde dag werd Heer bevrijd wat mogelijks verklaard waarom de Duitsers niet àlle gevangenen fusilleerden.
Het massagraf in Heer werd ontdekt door mannen die zich verscholen voor de Duitsers. De teruggevonden eigendommen en kledingstukken van de slachtoffers werden ter identificatie beschreven. De indeling van het massagraf werd opgetekend door de burgemeester. De paters van Sint Joseph begroeven de slachtoffers op hun kerkhof.
De overige verzetslieden
Van de 14 overige gevangen verzetslui werden overgebracht naar Schinveld waar ze verder werden ondervraagd, en vernederende klusjes moesten uitvoeren zoals het kuisen van de straten met tandenborstels.
Op 14 september werd de groep nogmaals gesplitst. 7 mannen werden per camion overgebracht naar Mindergangelt waar ze een gat moesten graven om brandstof in op te slaan. In realiteit groeven ze hun eigen graf, waarna ze werden gefusilleerd. De slachtoffers waren Jaak Langers, Henri Broens, Jean Meerten, Jean Henkens, Jean Hilven, Hubert Stinkens en Albert Vandyck. Deze slachtoffers worden herdacht met een gedenksteen nabij de ingang van Wildpark Gangelt.
De overige zeven werden gedeporteerd naar concentratiekampen. Panis en Reners verdronken toen ze een schip moesten lossen. Enkel Sieske Vliex, Helène van Laer en Gaspar Caris keerden levend terug uit de kampen.
Bronnen, noten en/of referenties
|