Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Beleg van Wesenberg (1574)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Het kasteel (ruine) Wesenberg (Rakvre) vandaag de dag.

Het Beleg van Wesenberg was een mislukte belegering van Zweden op de stad Wesenberg (Rakvere) tijdens de Lijflandse Oorlog. Het beleg duurde van januari tot maart 1574. Het beleg is bekend geworden door een vechtpartij en de daaropvolgende gevechten tussen de Duitsers en Schotten binnen de belegeraars. Wesenburg is later tijdens een nieuwe aanval ingenomen in 1581.

Begin

Het verdrag van Stettin had formeel een einde gemaakt aan de Zevenjarige Oorlog, toch de Lijflandse Oorlog rond de Oostelijke Baltische kust. Wesenberg was een Russisch bolwerk, gelegen tussen het Zweeds gediende Reval en het door Rusland ingenomen Narva. Johan III, koning van Zweden, werd geconfronteerd met het Russisch offensief op de posities van Zweden en Estland. Reval doorstond de Russische belegering in 1570 en 1571, maar andere steden werden door de Russen ingenomen. Johan III wilden een vergeldingscampagne tegen de Russen, hiervoor verzamelde hij een leger bij elkaar, waarvan tussen de 4000 en 5000 schotten. Het leger werd in kleinere groepen opgedeeld en marcheerde naar de oostkust. Het achterstallige loon leidde ertoe dat enkele huurlingen gingen plunderen op het platteland. Bij hun aankomst in Stockholm werden ze verscheept naar Reval. In september kwamen te daaraan, samen met de Finse en Zweedse stamgasten en de Duitse huurlingen. In november vertrok het leger onder leiding van Klas Åkesson Tott en in het veld onder commando van Pontus de la Gardie. De mars werd opnieuw vertraagd, omdat de Schotse huurlingen per maand betaald wilden worden. Hierdoor moest de la Gardie een deel van zijn sieraden verkopen.