Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Belangstellingsonderzoek

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het belangstellingsonderzoek is een onderdeel van de psychodiagnostiek. In de psychologie gaat men ervan uit dat een activiteit waarvoor men belangstelling heeft, met meer voldoening, en ook met meer succes zal worden uitgevoerd. Ook bij het kiezen van een (vervolg-)studie speelt belangstelling dus een belangrijke rol. Daarom heeft men pogingen ondernomen om de belangstelling van een persoon te objectiveren via belangstellingstest of beroepsvoorkeur-onderzoek.

Beperkingen

Het betrouwbaar meten van iemands belangstelling is geen eenvoudige zaak, voornamelijk omdat die belangstelling kan wijzigen in de loop der tijd. Bovendien is het meten van belangstelling bijna altijd het aanbieden van alternatieven. Bij de keuze van de alternatieven is men uiteraard beperkt. Daardoor richten belangstellingstests zich meestal tot een welomschreven doelgroep, en moeten zij zorgvuldig genormeerd worden. De normering wordt best jaarlijks geactualiseerd.

Vorm

Belangstellingsvragenlijsten komen voornamelijk in twee vormen voor:

  • paarsgewijze vergelijking: proefpersoon moet - daarom ook "gedwongen keuzetechniek" genoemd - twee activiteiten beoordelen en aanduiden welke het interessantst lijkt. Soms wordt en nog een 3e "neutrale" activiteit aan toegevoegd, en moet de proefpersoon dus eigenlijk drie activiteiten rangschikken in volgorde van voorkeur. De beschreven activiteiten behoren tot enkele categorieën van studierichtingen/beroepen die de proefleider vooraf heeft opgesteld. Het voordeel is hier dat het resultaat een rangorde van voorkeur geeft voor de aangeboden alternatieven. Het nadeel is dat de proefpersoon niet tot uiting kan brengen dat hij zich "voor alles" interesseert.
  • schaalitems: proefpersoon moet elke activiteit een score geven, meestal van 1 (helemaal niet interessant) tot 5 (zeer interessant). Ook hier behoren de beschreven activiteiten tot een beperkte groep van schalen. Het risico is hier dat er geen voorkeur wordt uitgedrukt, want de proefpersoon kan alles even (weinig) boeiend vinden.
  • Soms (voor laaggeschoolden of kleine kinderen) worden de "beschrijvingen" van activiteiten vervangen door foto's.

Enkele onderzoekers en testen

  • BSV: Belangstelling voor Studiegebieden Verkennen.
  • Kuder preference record.
  • Occupational Interest Inventory (O.I.I.), aangepast voor Nederlands taalgebied door J. Stinissen.
  • Amsterdamse Beroepen Interesse Vragenlijst
  • Beroepen Interesse Test (BIT) van Irle Wiegersma
  • ZOBEST: Zelfonderzoek belangstelling.