Baronet

Een baronet is de drager van een Britse eretitel (een baronetcy), die is gemaakt door koning Jacobus I van Engeland in 1611.

Hij bood de titel aan aan 200 geselecteerde mannen van voorname afkomst die een minimuminkomen hadden van 1000 pond per jaar, waarbij zij van hun kant overeenkwamen om drie jaar lang de kosten van dertig soldaten van de koning te dragen, wat een doel had bij het bevolken van Ierland.

Het is een erfelijke titel maar geen adellijke titel en behoort niet tot ’the Peerage’. De baronet wordt aangesproken met Sir, gevolgd door zijn voornaam en geslachtsnaam. Achter de geslachtsnaam dienen de letters bt of bart te worden genoteerd om de baronet te onderscheiden van Knights (ridders). Knight of ridder is geen erfelijke titel, maar de houders ervan hebben eveneens Sir als aanspreektitel, vergezeld van een achtervoegsel dat hoort bij hun rang in de ridderorde. Een Knight Bachelor (ridder die niet tot een ridderorde behoort) krijgt het achtervoegsel K.B.

Een baronet heeft het recht om te worden geridderd en had het recht om zijn oudste wettige zoon, wanneer die meerderjarig werd, te laten ridderen. Dit recht werd in 1827 door Koning George IV ingetrokken. In 1874 werd Ludlow Cotter, de oudste zoon van Sir James Lawrence Cotter 4th Baronet of Rockforest, alsnog de titel ridder verleend, maar latere claims op de riddertitel werden allemaal afgewezen.

Op enkele uitzonderingen na kunnen baronetcy’s alleen via de mannelijke afstammingslijn worden geërfd. De manier van opvolging staat vermeld in het patent of creation waardoor het baronetschap gecreëerd wordt.

Een lijst van Britse baronets kan worden gevonden in Burke's Peerage and Baronetage.

De tot nu toe laatste verlening van de eretitel baronet vond plaats in 1990. De voorlaatste keer was in 1965.