Arnt ten Boecop

Arnt ten Boecop ook Arnt van Boicope (± 1335-1397) komt sinds 1381 voor als raad van de hertog van Gelre. Vanaf 1389 was hij ambtman en richter van de Veluwe. Vanaf 1393 komt hij voor als leengetuige en als reddituarius (rentmeester) van de hertog. In 1395 vestte hij Elburg en is hij overste-rentmeester. Hij stamt uit een ministerialengeslacht dat via dienstmanschap opklom tot een schildbaar niveau .

Afstamming

Arnt is de kleinzoon van de stamvader Bertram to Boechove of to Boechops (± 1275 - tussen 1357 en 1359) van het geslacht ten Boecop dat zijn oorsprong vond in het scholtambt van Epe in de Emstermark.

Hij huwde Bertruit (Bertert) dochter van Willem van Bronckhorst die na 1400 overleed. Arnt overleed in 1397 en is begraven in Elburg.

Schema afstamming

Uit een tabel die in 1927 gepubliceerd werd door W. Wijnandts van Resandt in de 'Nederlandsche Leeuw' is het volgende afstammingsschema van Arnt af te leiden:

stamvader: Bertram to Boechove of to Boechops (± 1275 - tussen 1357 en 1359), bezat een complex tiendlanden o.a. Emps (Epe) waaronder de Boecop, Tongeren en Oene

• Gerardus, bezat een deel van de tienlanden onder Emps, was in 1367 beleend met St. Marie te Oene
  • Willem
    • Mechteld, gehuwd met Hademan van Laer, bezit in 1416 het leen van St. Marie in Oene
    • Geertruid, ontvangt in 1416 een rente uit het leen te Oene
• Arnoldus (± 1305 - ?), overleden vóór zijn vader, zijn zonen erven het andere deel van de tiendlanden onder Emps
  • Arnt (± 1335-1397), bezit in 1367 het deel van de tiendlanden onder Emps, waar onder de Boechop en de Hagen, later is hij rentmeester-generaal en richter van de Veluwe
    • Arnt, uit hem stamt het geslacht van Boecop, hij erft van zijn vader Mullingen, de Hagen en de tiendlanden
  • Herman, bezit een van de tiendlanden in Emps
    • Margriet, bezit tiendland onder Emps dat vererfde op Arnt van Raden

In 1931 publiceerde jhr. mr. A.H. Martens van Sevenhoven een aanvulling op dit artikel waarin hij opmerkt dat waar Wijnaendts spreekt van tiendlanden dat daar tijnsplichtige gronden zijn bedoeld; het gaat alleen om inning van tijns of census.

Levensloop

In 1381 is hij raad van Willem van Gulik de hertog van Gelre. In 1390, 1392 en 1396 wordt hij genoemd als amptman en richter van de Veluwe. In 1395 en 1396 als rentmeester en thesaurier-generaal van Gelre en als burggraaf van Nijmegen.

In 1392 kreeg hij van de hertog van Gelre Willem I de opdracht om Elburg te ommuren. Het oude Elburg dreigde in zee te verdwijnen. In 1396 was de vesting nog niet klaar want dan gelast de hertog de inwoners van de Veluwe de Elburgers te helpen met graven en vesten.

Op 9 november 1393 werd hij beleend met het hof te Mullingen bij Oldenbroek. In 1394 won hij bij het dienstliedengericht Engelanderholt een proces wegens schade en schuld tegen de weduwe Van Stramprade.

Hij is overleden in 1397 en begraven in Elburg. Een nazaat en naamgenoot van hem, de Kamper burgemeester Arent toe Boecop schreef een kroniek die in 1860 uitgegeven werd door het Historisch Genootschap.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties Bronnen Erfgoedcentrum Arnhem Nederlands Adelsboek, 1912 Mr. W.J. Baron d'Ablang van Giessenburg, De Ridderschap van Veluwe of Geschiedenis der veluwsche jonkers Martinus Nijhoff ('s Gravenhage 1859) Jonkvrouwe Dr. J.M. van Winter, Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen Gelre, (Arnhem, 1962) De Nederlandsche Leeuw 1883-2008 Vereniging Gelre Bijdragen men Mededelingen 1898-1998 Referenties