Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Arie Visser (1826-1896)
Arie Visser | ||
Algemene informatie | ||
Volledige naam | Arie Visser | |
Geboren | Woubrugge, 30 april 1826 | |
Overleden | Woubrugge, 5 september 1896 | |
Politieke functies | ||
van 2 sep. 1879 tot 5 sep. 1896 |
Lid Woubrugse gemeenteraad | |
van 6 sep. 1887 tot 5 sep. 1896 |
Wethouder te Woubrugge | |
van 1888 tot 5 sep. 1896 |
Voorzitter van de christelijke school | |
Ouderling van de hervormde gemeente van Woubrugge | ||
Parlement & Politiek - biografie |
Arie Visser (Woubrugge, 30 april 1826 – Woubrugge, 5 september 1896) was een landbouwer, bestuurder en politicus.
Biografie
Arie Visser was een zoon van Jacob Visser (1773–1850), landbouwer, en Kaatje Kansmeijer (1787–1833). De heer Visser was een orthodox protestant en werd bij de gemeenteraadsverkiezingen van Woubrugge in 1877, ten tijde van de schoolstrijd door de voorstanders van Christelijk nationaal bijzonder onderwijs aangesteld als kandidaat. In dat jaar werd hij nog niet verkozen, maar op 2 september 1879 deed hij zijn intrede in de gemeenteraad van Woubrugge, waar hij de heer De Ridder verving.
„Mede onder het bestuur van Arie Visser, vooral als wethouder, waartoe hij op 6 september 1887 gekozen werd, is veel tot stand gekomen. Verschillende malen fungeerde hij als waarnemend burgemeester en meer dan eens had hij in die kwaliteit bij grote branden de leiding.”[1]
Nadat de heer C. van Dam in 1888 kwam te overlijden werd Arie Visser gekozen tot voorzitter van de christelijke school. In deze periode was de heer Visser ook ouderling van de hervormde gemeente van Woubrugge. Op 2 september 1896 vergaderde Visser voor het laatst met de gemeenteraad. In deze vergadering werd hij nog als wethouder herkozen. Drie dagen later kwam hij ’s middags plotseling te overlijden.
De heer Visser huwde op 25 juni 1859 te Bodegraven met Geertje de Ruijter.
Betoog
In een ingezonden stuk in de Rijnbode van 30 oktober 1878 hielden H. Houtman en A. Visser een betoog betreffende het gedrag van de liberalen in de gemeente ten tijde van de verkiezingen. Uit het epistel valt op te maken dat Visser zich rekende tot de orthodoxe protestanten. Beide heren beschuldigen de liberalen in Woubrugge er van dat zij diegenen die van hen afhankelijk waren dwongen om ofwel op de liberalen ofwel niet te stemmen. Houtman en Visser zijn niet van plan zich te verlagen tot het niveau van de liberalen door zich ook van zulke praktijken te bedienen en wijzen hen op hun verantwoordelijkheid. Ze eindigen hun betoog met de regels: „Leiders en voorgangers der liberale partij in Woubrugge! Op u rust de verantwoordelijkheid; gij kunt het kwade beletten en als het waar is, dat gij den vrede en den bloei der gemeente beoogt, dan zult gij het keeren, maar zo niet, weet dan, wie onrecht zaait, moeite maaien zal.”[2]
Bronnen
|