Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Triomfboog

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Arcus triumphalis)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Dit artikel behandelt de Romeinse triomfboog. Voor het gelijknamige deel van een kerk zie : Triomfboog (kerk))

Arc de Triomphe, op het centrum van het plein
bij Charles de Gaulle (metrostation), Parijs.

Een triomfboog (Latijn: fornix en sinds de keizertijd arcus triumphalis) is een monumentale boog, oorspronkelijk uit de Romeinse tijd, die werd opgericht ter herdenking van een triomftocht, maar ook wel voor andere gedenkwaardige feiten. Vaak wordt het woord triomfboog ook gebruikt voor een ereboog met een propagandistische functie. Daarnaast is het een onderdeel van sommige kerkgebouwen.

Oorsprong van de triomfboog

Een triomfboog is doorgaans een monumentale herinnering aan een triomftocht (triumphus). De triomftocht is een gebruik met Etruskische wortels. Na een strijd moest het leger gereinigd worden door onder een poort door te trekken. Bij de Romeinen nam geleidelijk de veldheer de plaats in van het hele leger, en de reiniging werd meer een zegetocht. De eerste echte Romeinse triomftocht werd gehouden in 231 v.Chr. De triomftocht begon buiten de stad op het Marsveld. Daar trok de zegevierende veldheer door een porta triumphalis, een triomfpoort. Vervolgens overschreed de stoet het pomerium, de officiële stadsgrens van Rome. De tocht eindigde op de Capitolijn, waar een offer werd gebracht aan Jupiter Optimus Maximus.

Triomfbogen, oorspronkelijk aangeduid met het woord fornix, later arcus en pas in de late keizertijd arcus triumphalis, werden vanaf het begin van de tweede eeuw v.Chr. opgericht in verband met militaire acties. Deze bogen hadden overigens niet altijd een verband met een officiële triomftocht – deze werden namelijk maar zelden en alleen onder speciale condities toegestaan door de senaat. Zo lezen we bij Livius (XXXIII, 27) dat Lucius Stertinius in 196 v.Chr. na een overwinning in Spanje geen verzoek om een triomftocht indiende bij de senaat, maar twee bogen (fornices) oprichtte op het Forum Boarium vóór de tempels van Fortuna en Mater Matuta en één in de Circus Maximus. Vooral echter in de keizertijd werden triomfbogen opgericht. Het lijkt alleszins waarschijnlijk dat het idee om de vorm van een boog te gebruiken is afgeleid van de porta triumphalis.

Triomfbogen en erebogen

Het gebruik om bogen op te richten greep vrij wijd om zich heen. Triomfbogen werden niet alleen in Rome opgericht. In de Provence werden in de tijd van Augustus in Glanum (bij Saint-Rémy-de-Provence), Carpentras en Orange (het Romeinse Arausio) bogen opgericht die misschien de overwinning van Gallië door Julius Caesar moesten herdenken, maar vooral de suprematie van de Romeinen in de nieuw gestichte coloniae moesten benadrukken. Dit wordt tot uitdrukking gebracht door de reliëfs op de bogen die o.a. in de boeien geslagen Galliërs laten zien. Ook werden niet alle bogen opgericht om een overwinning te herdenken. Zo is de beroemde Boog van Trajanus in Beneventum opgericht ter herinnering aan het feit dat de Via Traiana tussen Brundisium en Beneventum was voltooid. Zeker in zo’n geval kun je natuurlijk niet spreken van een triomfboog, maar is de benaming ‘ereboog’ veel meer op z’n plaats. In vele provinciesteden werden bogen opgericht ter ere van keizers. Daarbij ging het de oprichter erom zichzelf als weldoener van zijn stad voor het voetlicht te brengen. In de keizertijd mochten bogen alleen worden opgericht voor keizers, net zoals het houden van triomftochten in principe aan hen was voorbehouden.

Functie van de triomfboog

Een triomfboog was niet een boog waar een triomferende veldheer tijdens zijn triomftocht onderdoor kwam, maar een permanente herinnering aan een triumphus of – als er geen officiële triomftocht was geweest – in ieder geval aan een overwinning. De triomfboog had met andere woorden vooral een propagandistische functie. We zien dan ook dat door het hele rijk triomfbogen (of liever gezegd erebogen) ter ere van de keizers verrijzen. In de Noord-Afrikaanse steden Timgad en Leptis Magna bijvoorbeeld staan bogen ter ere van (waarschijnlijk) Trajanus en Septimius Severus.

Hoe zag een triomfboog eruit?

Een triomboog had doorgaans één onderdoorgang en soms één grote die geflankeerd werd door twee kleinere. Op een fries boven de onderdoorgang(en) was een inscriptie aangebracht waarin stond voor wie de boog was opgericht en voor welke gelegenheid. Boven op een triomfboog die echt ter gelegenheid van een triomftocht was opgericht, stond een bronzen vierspan (quadriga) met de triomfator als wagenmenner die bekransd wordt door de godin van de overwinning, Victoria. De boog was verder versierd met beeldhouwwerk en reliëfs die de roemrijke daden van degene voor wie de boog was opgericht, lieten zien, of die herinnerden aan de triomftocht. De bogen waren gebouwd van steen, vaak bedekt met marmer. De letters van de inscriptie waren doorgaans in brons aangebracht. De bogen stonden soms op een verhoging, soms stonden ze op straatniveau. De grootste triomfboog van Rome, die van Constantijn, is ca. 25 m. hoog.

De plaats van de triomfboog

Vaak werden de bogen zodanig geplaatst dat je er wel onderdoor moest, zelfs als dat de doorstroom van het verkeer belemmerd moet hebben. Zo is de boog in Timgad neergezet op de plek waar zich eerst de westelijke stadspoort bevond. Ook in Antalya (Turkije) werd een boog van Hadrianus op de plaats gezet van een stadspoort. In Pompeii staat aan het begin van de Via di Mercurio een boog ter ere van Caligula over de weg. Wagens moesten eronder door, terwijl aan weerszijden van de boog trottoirs voor voetgangers waren. Ook in Rome is er een duidelijk voorbeeld van een boog waar je niet omheen kon: de boog van Trajanus, die de ingang vormde van het Forum van Trajanus.

Het kwam ook voor dat bogen zodanig werden geplaatst dat je er niet onderdoor kon. In Rome stonden de bogen van Tiberius en Septimius Severus op een verhoging van enkele traptreden. In Leptis Magna staat de boog van Septimius Severus, een boog met vier doorgangen (een tetrapylon), op het centrale kruispunt, op een verhoging van een aantal treden. Het was duidelijk de bedoeling dat men eromheen ging.

De triomfbogen van Rome

Niet meer bestaande bogen

De eerste boog die bij of op het Forum Romanum werd gebouwd was de fornix Fabianus of fornix Fabiorum. Deze werd in 121 v.Chr. gebouwd voor Q. Fabius Allobrogicus ter ere van zijn overwinning op de Allobroges. De Sacra via, de weg van de Velia naar de tempel van Vesta, liep onder deze boog door. Hij heeft lang bestaan, want uit een inscriptie is bekend dat Fabius’ kleinzoon de boog in 57 v.Chr. nog heeft gerestaureerd. Tot de oudste bogen op het Forum Romanum behoort ook de boog van Augustus, waarvan de fundamenten bewaard zijn. Deze werd in 29 v.Chr. opgericht aan de zuidkant van de tempel van Divus Julius, zeer waarschijnlijk ter ere van de overwinning in de zeeslag bij Actium. De boog staat midden op de as van de weg, ingeklemd tussen de tempel van Divus Julius en het podium van de tempel van Castor en Pollux.

Iets verder naar het westen aan dezelfde weg, op de noordelijke hoek van de Basilica Julia, stond de boog van Tiberius. Deze werd in 16 n.C. opgericht door Tiberius ter gelegenheid van het feit dat Germanicus onder zijn auspiciën de veldtekenen die in de slag met Varus verloren waren, had terugveroverd op de Germanen. Rondom deze boog was meer ruimte en bovendien stond hij op een hoogte van enkele treden boven het niveau van het Forum. Bij Tacitus (Annales II, 41) lezen we dat Tiberius aan het eind van het jaar 16 n.C. de boog liet wijden, en dat Germanicus op 26 mei van het volgende jaar een triomftocht hield. Tiberius zal dus zelf onder de boog door gereden hebben, als men tenminste een voorziening had getroffen zodat de wagen over de treden heen onder de boog door kon rijden.

Verderop in de stad stond de Boog van Portugal over de Via Lata op de Campus Martius. De oorsprong van deze boog is niet meer bekend maar waarschijnlijk stamde hij uit de tweede eeuw. Op de boog stond keizer Hadrianus afgebeeld, maar dit reliëf kan van een ouder gebouw geweest zijn. Nadat in de elfde eeuw de boog al ernstig beschadigd was, werd deze in 1662 geheel afgebroken. De Via Lata was inmiddels omgedoopt in Via del Corso en was een van de belangrijkste en drukste wegen van de stad, waarvoor de oude triomfboog een grote hindernis was. De reliëfs zijn bewaard gebleven in de Musei Capitolini.

Een andere triomfboog stond bij de Pons Aelius, de huidige Engelenbrug. Nadat in 1450 een grote massa pelgrims over deze brug moest om bij de Sint-Pieter te komen ontstond er paniek en velen kwamen om het leven in het gedrang doordat ze in de Tiber vielen. Hierop werd de boog afgebroken om een ruimere doorgang voor het verkeer te krijgen.

De nog bestaande bogen

In Rome staan er nu nog drie monumentale triomfbogen op of vlakbij het Forum Romanum overeind. De oudste en kleinste is de Titusboog. Op de boog zijn reliëfs aangebracht die de triomftocht van Titus in 71 na Chr. laten zien. Maar de boog werd pas opgericht door Titus’ opvolger en broer Domitianus (keizer 81-96 n.C.) en mogelijk pas onder diens opvolger Nerva (96-98 n.C.) gewijd. De Titusboog werd opgericht in summa Sacra via (‘op het hoogste punt van de Sacra via’), zoals geschreven staat op een inscriptie bij een afbeelding van de boog op een van de reliëfs uit het graf van de Haterii. Nadat hij was opgericht liep de weg eronderdoor. Anders zit het met de boog van Septimius Severus, die op het eigenlijke Forum werd opgericht. De boog werd niet opgericht ter ere van een overwinning of ter herinnering aan een triomftocht, maar vanwege het tienjarig ambtsjubileum van de keizer in 203 n.C. Dit is dus eerder een ereboog dan een triomfboog. Hij stond op een verhoging van traptreden. In de Oudheid liep er dan ook geen weg onderdoor, in de Middeleeuwen wel, toen het maaiveld veel hoger lag. De Boog van Constantijn ten slotte werd opgericht ter ere van Constantijns overwinning op Maxentius bij de Milvische Brug in 312. Alhoewel, opgericht; uit recent onderzoek blijkt dat men waarschijnlijk een bestaande boog van Hadrianus heeft opgekalefaterd en van een nieuwe bovenbouw heeft voorzien. Deze boog stond naast de weg die officieus de naam Via triumphalis droeg en van het Colosseum naar het Septizonium liep.

Iets verder van het Forum Romanum verwijderd zijn nog andere bogen ter ere van keizers bewaard. Vlakbij het Forum Boarium staat de zogenaamde Boog van Janus. Dit is een boog die door keizer Constantius II in de 4e eeuw is opgericht ter ere van zijn vader Constantijn de Grote. De naam was oorspronkelijk Arcus divi Constantini. De Boog van Gallienus werd in de 3e eeuw opgericht ter ere van keizer Gallienus en zijn vrouw op de plaats van een poort in de oude Muur van Servius Tullius. Deze boog had oorspronkelijk drie doorgangen, waarvan alleen de middelste is bewaard.

Triomfbogen na de Romeinse tijd

In met name de zestiende en zeventiende eeuw vormde de Romeinse triomfboog een inspiratiebron voor de 'ere-' of 'eerpoorten' die werden opgericht ter gelegenheid van een Blijde inkomst. Deze poorten (in het Latijn 'arcus triumphalis' genoemd) zijn bekend door afbeeldingen en beschrijvingen in boeken die wel als weerslag van zulke Blijde inkomsten werden uitgegeven. Een voorbeeld is de Beschryving der eerpoorten, in s'Graavenhaage opgerecht tegen d'overkomst van William den III uit 1691.

De triomfbogen uit de Romeinse tijd vormden de inspiratiebron voor triomfbogen in vele Europese steden. In de zeventiende eeuw werden in Parijs de Porte Saint-Denis (1672) en de Porte Saint-Martin (1674) neergezet. Voorbeelden uit de achttiende eeuw zijn de Arco di trionfo op de Piazza della Libertà in Florence uit 1737 en de Brandenburger Tor in Berlijn uit 1788. De beroemdste navolger is de Arc de Triomphe in Parijs, waarvoor Napoleon in 1806 opdracht gaf. In Parijs staan ook de Arc de Triomphe du Carrousel, die ook wel bekend is onder de naam ‘Petit Arc’, en de twintigste-eeuwse Grande Arche. Enkele andere voorbeelden: de triomfboog in het Jubelpark van Brussel, de Marble Arch en de Wellington Arch in Londen, de Arc del Triomf in Barcelona, de Arcul de Triumf in Boekarest en de beide triomfbogen van Novotsjerkassk. Ook buiten Europa komen triomfbogen voor, bijvoorbeeld de triomfboog van George Washington op Washington Square in New York aan het begin van Fifth Avenue, de Patuxai, een triomfboog in Vientiane, Laos (geïnspireerd door de Arc de Triomphe in Parijs) of de triomboog in de Boliviaanse hoofdstad Sucre die hiernaast is afgebeeld.

Zie ook

  • Boog, andere vormen van "bogen" (doorverwijzing).

Bronnen

  • Samuel Ball Platner, A Topographical Dictionary of Ancient Rome, Londen: Oxford University Press 1929 (Online versie)
  • Der Kleine Pauly, München: Deutscher Taschenbuch Verlag 1979, Bd. 5, art. ‘Triumphbogen’ en art. ‘Triumphus’
  • Mortimer Wheeler, Roman Art and Architecture, Londen: Thames and Hudson 1964 (repr. 1979), 152-158

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Triumphal arches op Wikimedia Commons