Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Absolute en relatieve competentie
Bij het bepalen van welke rechter bevoegd is om van een bepaald geschil kennis te nemen, wordt onderscheid gemaakt tussen de absolute competentie en de relatieve competentie. Deze competentie bepaalt of de rechter al dan niet jurisdictie heeft. De regels over de absolute competentie staan beschreven in de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet Ro) De regels voor de relatieve competentie in civiele zaken zijn vastgelegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Met absolute competentie wordt bedoeld welke rechter kennis neemt van een geschil. In Nederland is dat in eerste aanleg in de regel de rechtbank, in hoger beroep het Gerechtshof en in cassatie de Hoge Raad. Vanaf 1 juli 2011 is voor een vordering tot € 25.000,- de sector Kanton van de Rechtbank bevoegd (art. 93 Rv). Tot deze datum was de grens € 5000. Het gaat bij dit bedrag om de hoofdsom inclusief de wettelijke rente tot aan de dag waarop de dagvaarding door de deurwaarder wordt uitgebracht. Voor zaken boven deze grens is de sector Civiel van de rechtbank bevoegd. Echter in arbeidszaken voor gewone werknemers niet zijnde bestuurder van een vennootschap, huurrechtszaken, zaken over een agentuurovereenkomst en consumentenzaken is de sector Kanton van de Rechtbank uitsluitend bevoegd, dat wil zeggen ongeacht de hoogte van de vordering (93 sub C Rv). Vanwege deze indeling op grond van de aard van de zaak, worden dit 'aardzaken' genoemd.[1] Vanaf 1 juli 2011 is de kantonrechter ook bevoegd in zaken over een consumentenkrediet tot een belang van € 40.000,-.
Met relatieve competentie wordt bedoeld in welke regio het geschil voor de rechter gebracht moet worden. De hoofdregel is dat de woonplaats van de gedaagde bepalend is (art. 99 Rv). In arbeidszaken is de rechter van de plaats, waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht, bevoegd (art. 100 Rv). In huurzaken is uitsluitend de rechter binnen wiens rechtsgebied het gehuurde zich bevindt bevoegd (art. 103 Rv). In strafzaken is de rechter binnen wiens rechtsgebied het feit plaatsvond bevoegd (art. 2 Sv).
Het recht van een verdachte om berecht te worden door de competente rechtsinstantie wordt het jus de non evocando genoemd. Het is geregeld in artikel 17 van de Nederlandse Grondwet.
In het voorgaande staat beschreven hoe de bevoegdheid werkt binnen een geschil. De absolute competentie en relatieve competentie komen naast het burgerlijk procesrecht ook voor bij het het strafrecht en het bestuursrecht.
De Wet op de rechtelijke organisatie regelt (in artikel 45 lid 1) dat de rechtbank in eerste aanleg kennis zal nemen van strafzaken. althans behoudens de uitzonderingen die in lid 2 worden genoemd. hier is dus sprake van de absolute competentie. Binnen de rechtbank is een taakverdeling tussen sector canton en sector straf. Kort samengevat zal de kantonrechter alle overtredingen in behandeling nemen en zal de strafrechter alle misdrijven in behandeling nemen. In artikel 382 wetboek van strafvordering staan alle strafzaken zaken vernoemd waar de kantonrechter exact de absolute competente heeft. Voor de relatieve competentie in het strafrecht heeft ( artikel 2 lid 1 opsomming 1) de officier van justitie een aantal keuzes heeft voor het welke rechtbank hij een verdachte aandraagt. meest gebruikelijk is de rechtbank binnen wiens rechtsgebied het feit is begaan.
Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)
Bronnen, noten en/of referenties
|