Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Abraham Tuschinski
Abraham Icek Tuschinski (Pools: Tuszyński) (Brzeziny, 14 mei 1886 – Auschwitz, 17 september 1942) was een vermaard Joods-Pools-Nederlandse bioscoopexploitant, en slachtoffer van de Holocaust. Hij is de oprichter van de Tuschinski-theaters.
Abraham Tuschinki werd geboren in Brzeziny nabij het Poolse Łódź. Op doorreis naar de Verenigde Staten bleef hij in 1904 in Rotterdam 'hangen'. Aanvankelijk werkte hij enige tijd als vestenmaker. Later stichtte hij, samen met zijn vrouw Mariem Ehrlich, een pension voor hoofdzakelijk Oost-Europese Joden.
In 1911 opende hij zijn eerste van zijn vier Rotterdamse bioscopen: Thalia, Cinema Royal, Scala en Olympia. Tien jaar later, op 28 oktober 1921, opende hij aan de Reguliersbreestraat in Amsterdam zijn beroemdste bioscoop, Theater Tuschinski. Theater Tuschinski werd gebouwd in verschillende stijlen: Amsterdamse School, jugendstil en art deco.
In 1923 opende Abraham zijn meest luxe Rotterdamse bioscoop: het Grand Theatre.
In 1927 werd op initiatief van Abraham Tuschinski en zijn zwager Herman Gerschtanowitz (1887-1942; de overgrootvader van Winston Gerschtanowitz) door de toenmalige Bioscoopbond de stichting Bio-Vacantieoord opgericht. De stichting collecteerde tot in de jaren 90 in alle Nederlandse bioscopen.
In 1928 opende hij in de Kalverstraat in Amsterdam het Roxy-theater. Tijdens het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 verloor Abraham al zijn Rotterdamse bioscopen. Theater Tuschinski in Amsterdam kwam in Duitse handen en kreeg de (niet-Joodse) naam Tivoli.
Tuschinski is tijdens de Tweede Wereldoorlog op 1 juli 1942 naar Westerbork gebracht en vervolgens naar het bezette Polen gedeporteerd. Hij werd in Auschwitz vergast.
Literatuur
- Gelder, Henk van, Abraham Tuschinski (Amsterdam, 1996). Biografie
- Tak, Max, Onder de bomen van het plein (Amsterdam, 1962). Autobiografie
- Manneke, Nelleke en Arie van der Schoor, Het grootste van het grootste: leven en werk van Abraham Tuschinski, 1886-1942 (Capelle, 1997). Biografie van Tuschinski, met accent op Rotterdamse theaters.
- Zuilhof, Gertjan e.a., De Rotterdamse bioscopen tussen 1929 en 1940. Doctoraalscriptie Kunstgeschiedenis, Universiteit Leiden. (Leiden, 1981).
- Skalova, Suzana, Het Theater Tuschinski (doctoraalscriptie Kunstgeschiedenis UvA) (Amsterdam, 1973).
- Goossens, Jesse, Tuschinski - droom, legende en werkelijkheid: de geschiedenis van het theater (Den Haag, 2002).
- Commandeur, Tanya, Uit liefde, meneer Tuschinski - Een meeslepende historische roman over de verboden liefde van bioscoopmagnaat Abraham Tuschinski (Nederlandstalig 229 pagina's 9789026339639 september 2017).
Externe links
- Abraham Icek Tuschinski op het Joods Monument
- Saskia Smit: Het beste van het beste: een historisch onderzoek naar de positie van Tuschinski's Passage Theater in Schiedam binnen zijn bioscoopconcern in de jaren dertig(Dode link), historisch onderzoek, 2006
- Portret van Tuschinski op de site van het Joods Historisch Museum
- Theater Tuschinski: Zwarte bladzijden