Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
5e Bataljon Nationale Militie
Het 5e Bataljon Nationale Militie was een bataljon van de Nationale Militie van de Verenigde Nederlanden. Het werd ingezet tijdens de veldslagen tegen het leger van Napoleon Bonaparte in 1815, zowel tijdens de Slag bij Quatre Bras op 16 juni als twee dagen later in de Slag bij Waterloo. De eenheid heeft zich daarbij verdienstelijk onderscheiden. Bekendheid geniet het bataljon vooral doordat het staat afgebeeld op het schilderij De prins van Oranje bij Quatre Bras.
Oprichting
In tegenstelling tot linie regimenten zoals het 12e (Noord-Nederlandse) Linie Regiment en het 3e (Zuid-Nederlandse) Linie regiment waarvan de soldaten een bepaalde training en ervaring hadden opgedaan, werden er in tijden van oorlogsdreiging ook dienstplichtigen en vrijwilligers opgeroepen die vaak eerder enthousiast waren dan dat zij daadwerkelijke effectieve gevechtservaring hadden. Formeel wordt 9 januari 1814 gezien als oprichtingsdatum van de Nationale Milities toen de latere koning Willem I de Staande Armee oprichtte. Dit gebrek aan ervaring zou het 5e bataljon vooral bij Quatre Bras met geestdriftige inzet meer dan uitmuntend goedmaken. Bij de strafexpeditie tegen de op 26 februari 1815 van Elba ontsnapte Napoleon zouden de Verenigde (Noordelijke) Nederlanden tijdens de Slagen bij Quatre Bras en Waterloo een aantal Nationale Milities inzetten:
Lijst Nationale Milities
Ieder bataljon militie had twee flankcompagniën met flankeurs (de nieuwe naam voor grenadiers van de rechter flankcompagnie of voltigeurs van de linker flankcompagnie) met bijna uitsluitend vrijwilligers onder bevel van een ervaren kapitein met enkele ervaren sergeanten en korporaals. Deze in begin 1815 voor de veldtocht tegen Napoleon tijdelijk opgeroepen flankcompagniën met vrijwilligers, werden na de Slagen bij Quatre Bras en Waterloo later dat jaar ook weer ontbonden. Verschillende Nationale Milities werden later, samen met bataljons linie, samengevoegd tot grotere afdelingen. Dat de naam 'Afdeeling' voor een grotere samengestelde troepenmacht verkeerd gekozen was, bleek wel uit het feit dat de naam Afdeeling enkele jaren later ook weer werd vervangen. De flankcompagniën droegen op hun schouderdstukken zogenaamde 'vleugels' om aan te geven dat zij een vleugelcompagnie waren.
- Het 3e Bataljon Nationale Militie, onder commando van luitenant-kolonel Niels van Malz Wieling (2e d'Aubremé brigade, 3e Chassé divisie)
- Het 4e Bataljon Nationale Militie, onder commando van luitenant-kolonel Baron van Heeckeren van Molencate (1e Detmers brigade, 3e Chassé divisie), met als commandant van een van beide flankcompagniën kapitein Van Hemert. Bataljon nam deel aan de Detmers bayonetaanval.
- Het 5e Bataljon Nationale Militie, sterkte (24 officieren, 454 manschappen), doden (4 officieren, 83 manschappen), gewonden (9 officieren, 174 manschappen), vermisten (7 officieren, 119 manschappen) onder commando van luitenant-kolonel Jan Josias Westenberg (1e Van Bylandt brigade, 2e De Perponcher divisie). De beide flankcompagniën bestonden uit vrijwilligers uit Den Haag. Bataljon nam deel aan de verdediging van Quatre Bras.
- Het 6e Bataljon Nationale Militie, onder commando van luitenant-kolonel Adolphus van Thielen (1e Detmers brigade, 3e Chassé divisie). Bataljon nam deel aan de Detmers bayonetaanval.
- Het 7e Bataljon Nationale Militie, onder commando van luitenant-kolonel Hendrick Singendonck (1e Van Bylandt brigade, 2e De Perponcher divisie). Bataljon nam deel aan de verdediging van Quatre Bras.
- Het 8e Bataljon Nationale Militie, onder commando van luitenant-kolonel Wijlbrandis Augustus de Jongh (1e Van Bylandt brigade, 2e De Perponcher divisie). Bataljon nam deel aan de verdediging van Quatre Bras.
- Het 10e Bataljon Nationale Militie, onder commando van luitenant-kolonel Gebhardt Fanus Brade (2e d'Aubremé brigade, 3e Chassé divisie)
- Het 17e Bataljon Nationale Militie, onder commando van luitenant-kolonel Nicolas van Stolz Wieling (1e Detmers brigade, 3e Chassé divisie). Bataljon nam deel aan de Detmers bayonetaanval.
- Het 19e Bataljon Nationale Militie, onder commando van majoor H. Boelaard (1e Detmers brigade, 3e Chassé divisie), met als commandant van een van beide flankcompagniën kapitein De Haan. Bataljon nam deel aan de Detmers bayonetaanval.
Reserve
Als reserve stonden bij Halle samen met andere eenheden, waaronder de Indische Brigade, onder bevel van Prins Frederik en luitenant-generaal John Andrew Stedman de 1e Verenigde Nederlandse (reserve)divisie opgesteld. Zij had de opdracht om een Franse westelijke omsluiting richting Antwerpen, Gent of Brussel te voorkomen. Zover is het nooit gekomen. Slechts een paar eenheden in deze reservedivisie werden alsnog opgeroepen mee te strijden tijdens de Slag bij Waterloo, maar daar hoorden onderstaande reserve bataljons militie niet bij:
- Het 1e Bataljon Nationale Militie, onder bevel van Luitenant-Kolonel Frederik Augustus Guicherit
- Het 2e Bataljon Nationale Militie, onder bevel van Luitenant-Kolonel Albert Willem Senn van Bazel
- Het 9e Bataljon Nationale Militie, onder bevel van Luitenant-Kolonel Johann Jacobus Simons
- Het 14e Bataljon Nationale Militie, onder bevel van Luitenant-Kolonel Willem Poolman
- Het 15e Bataljon Nationale Militie, onder bevel van Luitenant-Kolonel Pieter Christiaan Colthoff
- Het 18e Bataljon Nationale Militie, onder bevel van Luitenant-Kolonel Frederik Willem van Ommeren
Uniform Nationale Milities
Deze Nationale Milities droegen allen hetzelfde standaard Noord-Nederlandse uniform: zwarte shako met witte pluim en oranje kokarde met metalen shakoschild met de letter W, een donkerblauw uniform met diagonale witte bandeliers en een donkergrijze broek. Dit was dezelfde kleur uniform dat ook de Verenigde Nederlandse artillerie van de kapiteins Bichin en Bijleveld zou dragen, maar dan met een rode pluim. De officieren van de Verenigde Nederlandse linie regimenten en bataljons Nationale Militie droegen hetzelfde kleur donkerblauwe uniform met grijze broek maar met oranje middelsjerp en zonder witte bandeliers, terwijl Verenigde Nederlandse officieren bij de artillerie een witte bandelier droegen over de linker schouder tot aan het rechtermiddel en artilleristen dat net andersom droegen.
Onderscheidingskleur/nummer
De verschillende bataljons militie hadden steeds een andere onderscheidingskleur op halskragen en mouwen. Voor het 5e Bataljon Nationale Militie was dat vastgesteld op rood. Voor zover bekend droegen bataljons militie geen bataljonsnummers, zoals bataljons Jagers, bijvoorbeeld het Zuid-Nederlandse 35e en 36e Bataljon Jagers, dat wel op hun shako hadden staan. Het bataljonsnummer voor de verschillende bataljons milities werd vervangen door de hierboven beschreven onderscheidingskleur.
Voor de Verenigde Nederlandse linie regimenten waren deze onderscheidingskleuren op halskragen en mouwen ten tijde van de Slagen bij Quatre Bras en Waterloo als volgt opgebouwd:
- 2e linie regiment (Noord) geel
- 3e linie regiment (Zuid) wit
- 7e linie regiment (Zuid) licht blauw
- 12e linie regiment (Noord) rood
- 13e linie regiment (Noord) bordeau
De Zuid-Nederlandse linie regimenten (zoals het 3e regiment met witte onderscheidingskleuren) droegen een Belgic shako (een kleiner model Engelse shako met valse front), terwijl de Zuid-Nederlandse Jagers (met groene uniformen) en artillerie en Noord-Nederlandse linie regimenten (zoals het 12e regiment met gele onderscheidingskleuren), net als de Rijdende Artillerie en de Nationale Milities, een Frans model shako droegen die met andere kleuren pluimen en kragen van elkaar waren te onderscheiden.
Slag bij Quatre Bras
Het 5e bataljon Nationale Militie onder bevel van luitenant-kolonel Westenberg was onderdeel van de 1e brigade van Generaal-Majoor Willem Frederik van Bylandt in de 2e Nederlandse divisie onder bevel van Luitenant-Generaal Baron Hendrik George de Perponcher Sedlnitsky. Quatre Bras zou een van de vijf fouten worden, die Napoleon en zijn directe ondergeschikten Ney en De Crouchy zouden maken, waardoor door deze fouten de Slag bij Waterloo verloren zou worden: 1 Dit was de allereerste veldtocht van Napoleon waarvoor hij niet de tijd nam extra manschapoen te rondselen. Deze 20.000-30.000 extra manschappen hadden het verschil kunnen uitmaken. 2 Het najagen van de Pruisen door de legerkorpsen van De Crouchy waardoor hij niet deel kon uitmaken van de Slag bij Waterloo. 3 Het zwerven van d'Erlons legerkorps. 4 Het niet kunnen veroveren van Quatre Bras door Ney. 5. De roekeloze cavaleriecharges van Ney op de vierkanten van de geallieerden zonder steun van artillerie en infanterie zoals in de oorspronkelijke opdracht van Napoleon had gestaan.
Bij het kruispunt van de weg van Namen naar Nijvel waar het Verenigde Nederlandse hoofdkwartier lag en die de weg kruist van Charleroi naar Brussel waar het geallieerde hoofdkwartier lag, lag aan de rechterzijde van het kruispunt de volledige 2e brigade, uitsluitend bestaand uit troepen uit Nassau onder bevel van Saken-Weimar uit de 2e Nederlandse divisie van De Perponcher. Aan de uiterste linkerzijde lag het Noord-Nederlandse 27e Jagers bataljon met voor schermutselaars kenmerkende donkergroene uniformen, met daar tussenin de kanonnenbatterij van kapitein Bijleveld van de Nederlandse Rijdende Artillerie, beiden uit de 1e brigade van De Perponcher. Deze eenheid bestond, met de Nassau-ers meegerekend, aanvankelijk uit slechts 3.600 manschappen en had de opdracht meegekregen de wegen naar Nijvel en Brussel te beveiligen. Links van hen kon men het kanonnenvuur horen van de Slag bij Ligne die op dat moment werd uitgevochten tussen de Fransen en de zich terugtrekkende Pruisen. Men vreesde terecht een Franse aanval op hun eigen posities. En het was de Nederlandse Staf Chef Rebecque die, tegen de regels van Wellington in, versterkingen naar dit kruispunt had gestuurd. En de eerste versterking die aankwam was het 5e bataljon Nationale Militie van Westenberg, samen met het 7e en 8e bataljon Nationale Militie. Daarna volgde nog het 7e (Zuid-Nederlandse) linie regiment, zodat de hele 2e Nederlandse divisie van De Perponcher als eerste volledige eenheid bij Quatre Bras verzameld was, gevolgd door iets later de 3e Nederlandse divisie van Chassé.
De Prins van Oranje bezocht in Brussel het bal ter ere van de hertogin van Richmond. De Prins zat rechts van haar aan tafel. Hij werd weggeroepen door de komst van een Nederlandse verbindingsofficier met nieuws over een mogelijke Franse aanval op Quatre Bras. De Prins informeerde Wellington hierover, maar deze dacht aan een afleidingsaanval omdat de echte aanval ""bij Gent zou plaatsvinden"". Wellington raadde de Prins aan om te gaan slapen. Zelf deed Wellington dat even later ook. Men hoorde hem ""to snore"" snurken. Terwijl de Prins te paard terugreed naar Quatre Bras en Verenigde Nederlandse officieren de verdediging organiseerden sliep Wellington. Toen Wellington veel later ontwaakte was zijn allereerste reactie om Rebecque disciplinair te bestraffen voor het niet opvolgen van orders, om nog weer veel later de zege bij Quatre Bras op te eisen omdat hij ""Napoleon naar Quatre Bras had gelokt"".
Maarschalk Ney had van Napoleon de opdracht gekregen om met de linker vleugel van het Franse leger met het 1e en 2e legerkorps Quatre Bras aan te vallen. Maar Ney had deze aanval totaal verkeerd ingeschat. Allereerst liet hij geen verkenningen uitvoeren. Hij wist dus niet hoe sterk of hoe zwak zijn tegenstander bij Quatre Bras was. De Nederlandse bevelvoerder van de 1e brigade, van de 2e Nederlandse divisie, luitenant-kolonel Van Bylandt liet zijn troepen over een brede linie in het bos verdekt opstellen zodat de illusie werd gewekt dat er veel meer soldaten aanwezig waren dan dat er daadwerkelijk waren. Daarnaast liet Ney aanzienelijke Franse reserves, die in de achterhoede zonder orders machteloos toekeken, ongebruikt. Ney dacht aanvankelijk dat er veel minder verdedigers moesten zijn en daarom was zijn aanval ook niet krachtig genoeg.
Het 5e bataljon Nationale Militie stond tijdens de Slag bij Quatre Bras vlak naast het 27e bataljon Jagers aan de uiterste linkerzijde opgesteld. Tijdens de gevechten kregen beide eenheden van de Nederlandse legerleiding het bevel om gezamenlijk een tegenaanval te ondernemen. Het 5e bataljon Nationale Militie trad in linie naar voren, terwijl de Jagers dat afzonderlijk als schermutselaars deden. Maar zij werden teruggedreven door een Franse cavalerieaanval. Het 5e bataljon Nationale Militie stelde zich hierbij op in een verdedigingsvierkant, maar van de als schermutselaars opererende 27e bataljon Jagers raakten een paar honderd manschappen in gevangenschap, waarvan de helft tijdens de latere wanordelijke terugtocht van de Fransen ook weer kon ontsnappen. En het was tijdens deze Franse cavalerieaanval dat de Huzaren van Boreel, het 6e regiment Noord-Nederlandse cavaleristen met hun hemelsblauwe uniformen, onder leiding van luitenant-kolonel jonkheer Willem Francois Boreel, een overigens geslaagde poging deed beide Nederlandse eenheden te ontzetten, gevolgd door een tweede cavalerieaanval van het Zuid-Nederlandse 5e regiment licht dragonders met hun kenmerkende groene uniformen onder leiding van luitenant-kolonel Edouard de Mercx Corbais in opdracht van generaal-majoor Jean Baptiste van Merlen als commandant van de 2e Lichte Brigade.
Hoewel de hele 2e Nederlandse divisie onder bevel van luitenant-generaal De Perponcher, later versterkt door de hele 3e Nederlandse divisie van luitenant-generaal Baron Chassé, had deelgenomen bij gevechten tijdens de Slag bij Quatre Bras, was het de inzet van dit 5e bataljon Nationale Militie die de schilder van het schilderij 'De Prins van Oranje bij Quatre Bras' deed besluiten juist dit bataljon af te beelden.
Re-enactment
Er bestaat een Noord-Nederlandse re-enactmentgroep 5e Bataljon Nationale Militie opgericht op 1 december 1999. Ze maakt deel uit van de 'Brigade Bylandt'. Samen met onder andere de Noord-Nederlandse vereniging 27e Bataljon Jagers en de Zuid-Nederlandse vereniging 7e Bataljon van Linie, beelden zij als re-enactors de groep Noordelijke en Zuidelijke Verenigde Nederlanders uit die gezamenlijk vochten tijdens de Slag bij Quatre Bras in de Brigade Van Bylandt tegen de troepen van Napoleon. Deze Brigade Bylandt is onderdeel van de grotere Napoleontische Associatie der Nederlanden.
De re-enactmentgroep '5e Bataljon Nationale Militie' draagt witte broeken en donkerblauwe, bijna zwarte, uniformen. En dat was niet ongebruikelijk ten tijde van de Slag bij Waterloo, want er zijn afbeeldingen bekend van Verenigde Nederlandse legeronderdelen die dienden bij Waterloo, met afwijkende kleuren broeken, meestal wit of lichtgrijs. Doorgaans werden deze lichtere kleur broeken gebruikt voor parades of het dagelijks leven.
Bronnen, noten en/of referenties
|