Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Volksliedje
Volksliedjes zijn traditionele liedjes die in de loop der eeuwen door het gewone volk werden gezongen en mondeling werden overgeleverd. In tegenstelling tot andere muziekstukken, zoals popliedjes en klassieke muziekstukken, hebben volksliedjes meestal geen specifieke auteur of componist. Overal ter wereld, in alle culturen, zijn er volksliedjes terug te vinden. Een volksliedje is een vorm van primitieve muziek.
Het woordenboek "Van Dale" definieert een volkslied als volgt: “Een lied dat leeft in de mond van het volk; oud, overgeleverd lied. Vele volksliederen zijn pas in de 19de eeuw opgetekend. Bij het volkslied is de actieve zang het doel, het is er in de eerste plaats om gezongen, niet om gehoord te worden”.
Orale traditie, liedboek en liedblad
Van oudsher worden liedjes mondeling doorgegeven. Vanaf het einde van de Middeleeuwen begon men in Europa liedjes te verzamelen in liedboeken. Het oudst bekende liedboek met Nederlandstalige wereldlijke liederen is het Antwerps liedboek (1544). In de eeuwen erna zijn er honderden liedboekjes verschenen.
In 1848 publiceerde Jan Frans Willems het boek Oude Vlaemsche Liederen, waarbij diverse volksliedjes voor het eerst in druk verschenen. Een aantal van deze liedjes kennen we nu nog steeds, zij het in de vorm van kinderliedjes: Klein, klein kleutertje, Kere weer om, reusken, reusken, Zeg kwezelken wilde gij dansen?, Het loze vissertje en Wel Anne Marieken, waar gaat gij naar toe?.
In de 19e eeuw werden veel volksliedjes daarnaast gedrukt op liedblaadjes (een liedblad of liedblaadje is een los vel papier waarop één of enkele liederen gedrukt staan). Zangers op marktpleinen zongen het liedje om zo de liedblaadjes aan de man te brengen. Deze straatzangers of liedzangers hadden vaak een groot plakkaat met afbeeldingen ter illustratie bij hun lied, een zogeheten roldoek of "smartlap". De losse liedblaadjes werden ook vaak verkocht door arme, werkloze en/of zieke mensen.
Voorbeelden van recente populaire liedboeken met volksliedjes zijn Nederlands volkslied (J. Pollmann en P. Tiggers, 1e druk 1941) en Kun je nog zingen, zing dan mee (J. Veldkamp en K. de Boer, 1e druk 1908, recente druk 1991).
In de 19de en 20ste eeuw werd er door etnologen en folkloristen veel moeite gedaan om deze volksliedjes op te schrijven en op te nemen. Latere populaire muzikale genres zoals blues, folk en wereldmuziek hebben de traditionele volksliedjes bij een nieuw publiek bekend gemaakt.
Datering, genre en functie
Volksliederen zijn vaak eeuwenoud en meestal onmogelijk om nog exact te dateren. Doordat de liedjes ook niet werden opgeschreven, bestaan er vaak verschillende versies van één lied met vaak opvallende tekstuele en/of muzikale verschillen.
Volksliedjes beslaan veel genres, waaronder liefdeslied, verhalend lied, levenslied, historisch lied, geuzenlied, religieus lied, spotlied, moordlied, sint-Maartenslied, sinterklaaslied, kerstlied, kinderlied enz.
Ook kan er onderscheid gemaakt worden naar functie van het lied: straatlied, danslied, drinklied, werklied, weeflied, heilied, enz.
Van volksliedje naar kinderliedje
Een groot aantal volksliedjes kennen we nu in de vorm van kinderliedjes. Tot eind 18de eeuw werden volksliedjes door mensen van alle leeftijden gezongen. Men zag kinderen namelijk nog niet als een aparte leeftijdscategorie en aldus werd er ook geen onderscheid gemaakt tussen volksliedjes en liedjes die meer voor kinderen geschikt waren. Sommige volksliedjes die tegenwoordig als kinderliedjes worden gezongen, verwijzen naar een bepaalde geschiedkundige gebeurtenis, zoals "Hop Marjanneke" (over de Franse tijd) of Heb je van de zilveren vloot wel gehoord (over Piet Hein).
Voorbeelden van bekende Nederlandse volksliedjes
- Aan d' oever van een snelle vliet, een treurend meisje zat
- Ain boer wol noar zien noaber tou, hai boer hai
- Al die willen te kaap'ren varen
- Als de grote klokke luidt (Kere weerom, reuze, reuze)
- Altijd is Kortjakje ziek
- Daar kwam ene boer van Zwitserland (soms ook: "uit Zwitserland")
- Daar was/zat een sneeuwwit vogeltje
- Daar was laatst een meisje loos
- Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve Gerritje
- De boer had maar ene schoen, weinig genoeg, genoeg, genoeg (soms ook "meer dan genoeg, genoeg, genoeg")
- De paden op, de lanen in, vooruit met flinken pas
- Den uil die in den perenboom zat
- Des winters als het regent, dan zijn de paadjes diep, ja diep (Het loze vissertje)
- Die winter is vergangen, ik zie des meien schijn
- Drie Schuintamboers, die kwamen uit het Oosten (uit het Frans) (soms ook "schuimtamboers")
- Dubbele Jan, die zie je niet meer op de kermis staan
- Een karretje op een zandweg reed
- Er was een oorlogsschip (Het oorlogsschip)
- Egidius, waar bestu bleven? (Het Egidiuslied)
- Heb je van de zilveren vloot wel gehoord, de zilveren vloot van Spanje? (Zilvervloot)
- Heer Halewijn zong een liedekijn (Lied van Heer Halewijn)
- Het daghet in den oosten, het lichtet overal
- Het waren twee koningskinderen, zij hadden elkander zo lief
- Hop Marjanneke, stroop in 't kanneke
- Ik zeg adieu, wij twee, wij moeten scheiden
- In een blauw geruite kiel, draaide hij aan 't grote wiel (Michiel de Ruyter)
- In 't groene dal, in 't stille dal
- In naam van Oranje doe open de poort
- Klein vogelijn op groene tak
- 't Knaapje zag een roosje staan (uit het Duits)
- Klein, klein kleutertje, wat doe je in mijn hof?
- Komt hier al bij en hoort een klucht, het is van Pierlala (Pierlala)
- Komt vrienden in den ronde ("Het slijperswiel")
- Komt vrienden luister naar mijn lied, wat er te Raamsdonk is geschied (De Moord van Raamsdonk)
- Kwezeltje wilde gij dansen?
- Langs berg en dal klinkt hoorngeschal ("De waldhoorn")
- Merck toch hoe sterck nu in 't werk zich al stelt
- Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen
- Vier weverkens wilden ter botermarkt gaan
- Waer dat men sich al keerd of wend
- Waar de blanke top der duinen schittert in de zonnegloed (Mijn Nederland)
- Wel Anne Marieken, waar gaat gij naar toe?
- Wij willen van den kerels zingen (Kerelslied)
- Wij zijn al bijeen, al goe kadulletjes
- enz.
De Nederlandse Liederenbank
In 1954 begon het Nederlands Volksliedarchief met het verzamelen van alle Nederlandstalige volksliedjes vanaf de Middeleeuwen. Het werd later een onderdeel van het Meertens Instituut en heet tegenwoordig het Documentatie- en onderzoekscentrum van het Nederlandse Lied (DOC Lied). In het archief zijn honderden liedboekjes, duizenden liedblaadjes en duizenden opnames (met name uit het radioprogramma Onder de Groene Linde) ontsloten. Het archief bevat 125.000 liederen. De totale collectie is rond het jaar 2000 gedigitaliseerd en is sinds 2007 online te raadplegen in de Nederlandse Liederenbank.
Bibliografie
- Een uitgebreid overzicht van publicaties over het volkslied is te vinden in: Jozef Vos, 'De spiegel der volksziel'. Volksliedbegrip en cultuurpolitiek engagement in het bijzonder in het socialistische en katholiek jeugdidealisme tijdens het interbellum. Dissertatie Nijmegen 1993. Hierin de bibliografie op pp 413 t/m 455.