Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Jaguar (katachtige)
Zie ook : jaguar (doorverwijzing), voor andere betekenissen van "jaguar".
Jaguar IUCN-status: Gevoelig[1] (2008) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Panthera onca Linnaeus, 1758 | |||||||||||||
Jaguar op Wikispecies |
De jaguar (uitspraak : jagoear) oftewel Panthera onca is een katachtige die voorkomt in Midden-Amerika en een groot deel van Zuid-Amerika. Hij lijkt oppervlakkig sterk op de luipaard, maar is zwaarder gebouwd en heeft een forsere rozettentekening.
Ondersoorten
Er wordt een achttal ondersoorten onderscheiden:
- Neotropisch:
- 1. Panthera onca onca: Amazone- en Orinocobassin (Venezuela, Guyana, Noord- en Centraal-Brazilië, oostelijk Bolivia). Stabiel.
- 2. Panthera onca hernandesi: westelijk Mexico. Bedreigd.
- 3. Panthera onca goldmanni: schiereiland van Yucatán. Bedreigd.
- 4. Panthera onca centralis: Honduras, El Salvador, Nicaragua, Costa Rica, Panama, Colombia. Kwetsbaar.
- 5. Panthera onca peruviana: Peru Kwetsbaar.
- 6. Panthera onca palustris: Zuidelijk Brazilië tot noordelijk Argentinië. Bedreigd.
- Nearctisch:
- 7. Panthera onca ariconensis: Zuidoost-Arizona, Noordwest-Mexico. Bedreigd.
- 8. Panthera onca veracrucensis: Zuidwest-Texas tot Tamaulipas, Veracruz tot Tabasco. Bedreigd.
Alleen de Panthera onca onca wordt niet bedreigd.
Afmetingen
Lengte: kop-romp 110-180 cm, staart 45-91 cm, schouderhoogte 65-80 cm. Gewicht: 25-160 kg. Mannelijke jaguars zijn groter en zwaarder dan wijfjes.
Uiterlijk
De jaguar is de grootste en sterkste kat van Amerika. Het is een stevig gebouwd en krachtig dier met een brede kop en sterke kaken. De poten zijn relatief kort, maar erg sterk. De staart zorgt voor evenwicht bij het springen. De vacht is lichtgeel tot roodbruin met zwarte rozetten, ronde of ovale vlekken met daarin één of twee donkere stippen. Midden op de rug verandert de rij zwarte vlekken soms in een doorlopende lijn. Daarnaast bestaat er ook een melanistische (zwarte) variant, waarbij de vlekken wel te zien zijn in de zon. Door de ronde pupillen kan de jaguar prima zien tijdens de schemering. De zachte voetkussentjes zorgen ervoor dat de jaguar goed kan sluipen, en daarnaast heeft de jaguar intrekbare klauwen en lange en stevige hoektanden.
Levensduur
Jaguars kunnen in het wild 12-20 jaar oud worden, in gevangenschap tot 22 jaar.
Leefomgeving
In een groot aantal verschillende biotopen kunnen jaguars te vinden zijn, variërend van dichtbegroeide nevelwouden en regenwoud tot kustwouden. Ook droogbossen en meer open terrein wordt wel door ze bewoond, mits er genoeg dekking is van gras en rotsen tijdens het jagen. Bij voorkeur leven jaguars in de buurt van water. Radiotelemetrisch onderzoek heeft uitgewezen dat jaguars er over het algemeen nauwelijks verder dan 500 meter vandaan gaan. Dit heeft als gevolg dat er minder concurrentie om prooidieren is met de poema, die minder gebonden is aan water.
Voedsel
Vrijwel ieder dier dat in het leefgebied van de jaguar voorkomt, vormt een potentiële prooi voor dit roofdier. Jaguars voeden zich algemeen met de prooidieren die in een bepaald gebied het meest voorkomen. Op grond levende zoogdieren zoals pekari’s en herten hebben echter de voorkeur, maar ook tapirs, apen, opossums, gordeldieren, luiaards, miereneters, allerlei knaagdieren zoals agouti’s, stekelvarkens, ratten en capibara’s, op grond nestelende vogels, kikkers, kaaimannen, schildpadden, vissen, eieren en zelfs reuzenslangen maken deel uit van het menu. De jaguar is de enige grote kat die regelmatig reptielen doodt om er van te leven.
Leefwijze
De jaguar is vooral in de ochtend- en avondschemering actief. Het is een solitair dier en het territorium wordt gemarkeerd met krabsporen. Territoria van mannelijke jaguars heeft over het algemeen een grootte van 28-76 km², terwijl dat van wijfjes ongeveer de helft hiervan is. Verschillende territoria overlappen regelmatig. Zoals reeds gezegd, houden jaguars zich bijna altijd op in de buurt van water. Ze kunnen dan ook uitstekend zwemmen, in tegenstelling tot veel andere katten die juist een hekel hebben aan water. De jaguar jaagt vooral op de bosbodem, hoewel deze katten ook goede klimmers zijn. De jachttechniek bestaat uit het besluipen van het prooidier of het wachten tot deze dichtbij is, om er vervolgens bovenop te springen. De jaguar kan hoge snelheden maar een beperkte tijd volhouden en deze kat moet zijn prooi dan ook eerst zo dicht mogelijk naderen om succesvol te zijn bij de jacht. Prooidieren worden gedood met een beet in de schedel. Ook de pantsers van schildpadden en gordeldieren vormen geen belemmering voor de jaguar. Ze worden gewoon opengebeten met de krachtige kaken. Kaaimannen geven ook geen problemen, aangezien de jaguar deze reptielen langs de zijkanten openmaakt, waar de beschermende hoornplaten ontbreken. Jaguars rekent men tot de allersterkste katten, al zijn ze kleiner dan een leeuw of een tijger. Verder is de jaguar een goede visser. Als deze kat vist, zit hij roerloos op een rotsblok of op een overhangende tak. Zodra de jaguar een vis ziet, wordt deze met de poot uit het water op de oever geslagen. Gedode dieren worden door de jaguar eerst versleept naar een schuilplaats, voordat de jaguar begint met eten. In tegenstelling tot de andere grote katten, bromt en gromt de jaguar wel, maar brult dit dier zelden.
Voortplanting
Er is geen vaste paartijd. Direct na de paring gaan het mannetje en het vrouwtje meestal direct weer uit elkaar, hoewel beide geslachten soms nog enkele weken samen leven. De draagtijd bedraagt 90-110 dagen en per keer worden één tot vier welpen geboren, die slechts 700-900 gram wegen wanneer ze ter wereld komen. De jongen worden meestal geboren in een hol tussen rotsen of in dicht struikgewas. Het wijfje verdedigt haar welpen zeer fel tegen iedere indringer, inclusief de vader. Na twee weken openen de jongen hun ogen en zes maanden later gaan ze voor het eerst met de moeder mee op jacht. Wanneer de welpen ongeveer twee jaar oud zijn verlaten ze hun moeder, en gaan dan op zoek naar een eigen jachtgebied. Na ongeveer drie jaar zijn jaguars geslachtsrijp. De jaguars zijn dan zelfstandig om zelf te kunnen jagen en te kunnen paren.