Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Joseph Binvignat
Joseph Binvignat, (Attigny, 26 juni 1755 - Maastricht, 12 september 1837) was een Frans orgelbouwer.
Binvignat is geboren als tweede kind van de koopman Claude Binvignat en Nicolle Perin. Als elfjarige verliest hij in augustus 1766 zijn moeder. Zijn vader huwt al een maand na haar dood de dochter van een 'maître en chirurgie', maar sterft twee jaar daarna ook, zeven kinderen waaronder de 13-jarige Joseph als wees achterlatend. Waar Joseph de orgelbouwkunst geleerd heeft is niet bekend, maar als volleerd orgelbouwer verschijnt hij midden jaren zeventig in Maastricht en hij wordt daar in 1777 de compagnon van Lambert Houtappel.
In 1779 huwt hij diens zuster Maria Elisabeth, met wie hij negen kinderen krijgt, waarvan er zes op jeugdige leeftijd zijn overleden. Eerst in het jaar 1787 vraagt hij het Maastrichts burgerrecht aan en in datzelfde jaar verkrijgt hij dit ook.
Joseph Binvignat werkt zeer vernieuwend. Hij bouwt in 1808 het eerste Nederlandse driemanuaals, in één kast gebouwde orgel, een instrument met Hoofdwerk, Onderpositief, Echo en Pedaal, met de Klaviatuur aan de voorzijde onder het Onderpositief, waardoor de organist als het ware omringd wordt door orgel en zangkoor; het staat nog steeds in de Sint-Matthiaskerk te Maastricht. Zijn latere werken kenmerken zich door toenemende soberheid en steeds liefelijker klanken. Hij stierf te Maastricht op 12 september 1837.
In de zeer anticlericale Franse Tijd (1795 - 1813) heeft Binvignat het duidelijk erg moeilijk gehad. De kerken werden gesloten en kloosters ontmanteld. In latere jaren werd de overheid gelukkig soepeler. Materieel moet het hem in die tijd toch erg slecht zijn gegaan. Vijf van zijn negen kinderen stierven voor hun volwassenheid en hij verdiende in die tijd de kost als jeneververkoper.
Hierna kwam zijn bloeitijd en bouwde hij vele fraaie, maar vooral ook klankrijke orgels.
Zijn zoon Adam Matthijs Binvignat te Maastricht geboren op 29 december 1789 werkt vanaf het begin bij zijn vader en zet na diens overlijden de onderneming voort, maar bereikt niet diens faam. Hij brengt geen vernieuwingen, maar blijft 18e eeuwse types maken en beperkt zich tenslotte tot het maken van piano's. Hij blijft wel orgels herstellen, zoals het orgel van het Witte vrouwenklooster te Maastricht in 1849. Hij overlijdt in 1850.