Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Johann Gerhard Oncken

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Johann Gerhard Oncken (Varel, Nedersaksen, 26 januari 1800Zürich, 2 januarI 1884) was de stichter van de eerste baptistengemeenten in continentaal Europa.

Leven

Johann Gerhard Oncken werd geboren in het huis van zijn grootvader, de pruikenmaker Johannes Vaubel.[1]

Zijn moeder, Anna Elisabet Vaubel, overleed mogelijk in het kraambed. Hij werd vervolgens opgevoed door zijn grootmoeder. Omdat de vader van Johann Gerhard Oncken zich verzette tegen de Franse bezettende macht onder Napoleon, kwamen de Franse spionnen hem op het spoor en moest hij naar Engeland uitwijken. Twee jaar later overleed hij. Johann Gerhard Oncken werd opgevoed door zijn grootouders.

Toen Oncken 13 jaar was deed hij zijn confirmatie bij de lutherse kerk. Datzelfde jaar kwam John Anderson, een Schots handelaar, in Vaubel langs en leerde Oncken kennen die toen als biljartjongen werkte in de herberg Zum weißen Roß.[1] Oncken reisde als leerjongen mee, eerst naar Hamburg en dan naar Leith, een plaatsje bij Edinburgh in Schotland. Anderson nam Oncken mee op zijn regelmatige reizen naar Engeland, Nederland en Frankrijk.[1] In Engeland kwam Oncken in contact met de methodisme opwekkingsbeweging. Na negen jaar in Schotland, verhuisde hij naar Londen. Op een zondagmorgen werd hij zo sterk aangesproken door de preek in de methodistische kapel, dat hij besloot om het evangelie te gaan verkondigen.[1]

Hoewel hij geen theologische opleiding had, stuurde de Continental Society hem in december 1823 als zendeling naar Duitsland. Hij kon er gaan inwonen in het gezin van de predikant Thomas Wright Matthews van de Engelse gereformeerde kerk in Hamburg.[2][3][4][5]

Oncken begon een christelijke boekhandel en deed evangelisatiewerk onder zeelui.

In 1825, nog voor hij baptist werd, stichtte hij samen met Johann Wilhelm Rautenberg, een luthers geestelijke, een zondagsschool in de Hamburgse wijk Sankt-Georg. Hij had er ook contact met Jacob Gysbert van der Smissen, een mennonitisch diaken, die verschillende christelijke bewegingen ondersteunde ongeacht de denominatie.

Door zijn studie van de Bijbel raakte hij ervan overtuigd dat de doop zoals die in het Nieuwe Testament staat, gebeurt door het onderdompelen van de gelovige die de bewuste beslissing heeft genomen om Jezus na te worden, en niet door het met water besprenkelen van een baby. In 1826 weigerde hij zijn kind te laten dopen door dominee T. W. Matthews.[6] Dit was tegen de zin van Matthews, maar na verder onderzoek nam Matthews ditzelfde standpunt in. Hij nam ontslag bij zijn kerk, en reisde naar Engeland om zich te laten dopen.[6]

Oncken zocht contact met de baptistengemeente in Schotland en in Londen, maar kreeg als antwoord dat hij zich ofwel zelf zou kunnen dopen ofwel naar Engeland reizen om gedoopt te worden. Hij vond beide mogelijkheden niet zo goed.

In 1834 was de Amerikaanse baptist en theoloog Barnas Sears in Duitsland om een opleiding te volgen aan een theologische school in Halle (Saale). Hij nam contact op met Oncken, en op 22 april lieten Oncken, zijn echtgenote, en vijf anderen zich midden in de nacht door onderdompeling dopen in de Elbe.[6] De volgende dag organiseerde Sears hen tot eerste Duitse gemeente van baptisten, met Oncken als voorganger.[6]

Hun gemeente groeide snel tot 68 leden in 1836, maar dat jaar kwam er vanwege vervolging door de overheden een onderbreking in de groei.[6] In 1837 begon Oncken openlijk te dopen. Na een stadsbrand in 1842 lieten de autoriteiten hen met rust, omdat de baptisten goed werk hadden verricht voor de slachtoffers van de brand.[6]

Oncken was vijftig jaar lang actief bij het stichten en leiden van de baptistenkerk in Duitsland en een groot deel van Europa.

In 1879 kreeg hij een beroerte, waarvan hij nooit meer volledig herstelde. Hij overleed op 2 januari 1884. Vier van zijn acht kinderen waren reeds voor hem op jonge leeftijd gestorven.[1]

Bronnen

 
rel=nofollow