Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Emil Höring
Emil Höring | ||
SS-Brigadeführer en Generalmajor der Polizei Emil Höring | ||
Geboren | 1 december 1890 Westheim bij Germersheim, Koninkrijk Beieren, Duitse Keizerrijk | |
Overleden | 2 juni 1976 Würzburg, Beieren, West-Duitsland | |
Begraven | Kerkuittreding: 7 oktober 1944; verklaarde zich later Gottgläubig[1] | |
Land/partij | Duitse Rijk Duitse Rijk Duitse Rijk | |
Onderdeel | Bestand:Bavaria RGT Flag.svg Beiers leger Bestand:War Ensign of Germany (1922–1933).svg Reichswehr Gendarmerie Bestand:Logo-Polizei-Bayern.svg Bayerische Polizei Allgemeine-SS Bestand:Ordnungspolizei flag.svg Ordnungspolizei | |
Dienstjaren | 1909 - 1919 1920 - 1945 | |
Eenheid | Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“ 1 oktober 1909[2] - 1 oktober 1910[3] MG Kie/Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“ 8 maart 1915[3] - 1 juli 1915[2][4] Plv.adj./Staf/Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“ 24 juli 1916[4] - 20 september 1916[2] MG-school 24 januari 1917[4] 6. Bayerische Infanterie Brigade 22 juli 1917 - 30 augustus 1917[2][4] Staf/SS-Oberabschnitte Elbe 20 april 1939 - 8 mei 1945[2][1] KdO/AOK 14 1 september 1939 - 21 september 1939[2] | |
Leiding over | 12./Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“ 15 oktober 1914 - 31 oktober 1914[2][3] 12./Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“[2] 20 oktober 1916[4] 7./Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“ 1 januari 1918 - 31 januari 1918[2][4] 8./Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“[2] 7 juni 1918 - 17 juni 1918[5] KdG/Regierungsbezirk Mainfranken 1 november 1935 - 1 december 1938[2][5] BdO Sudetenland 8 december 1938 - 20 december 1938[2][5] BdO Krakau 26 september 1939 - 1 oktober 1939[1] KdO Krakau 1 oktober 1939 - 15 december 1939[1] BdO Oslo 16 januari 1942 - 31 mei 1943[1] Generalinspekteur/Gendarmerie/ Schutzpolizei/Hauptamt Orpo 1 juni 1943 - 15 maart 1944[1][2] BdO Krakau[2] 23 maart 1944 - 19 januari 1945[1] Generalinspekteur der Schulen/Hauptamt Orpo 18 februari 1945 - 8 mei 1945[2][1] Arbeitsstabes Nord/Hauptamt Orpo 14 april 1944 - 8 mei 1945[2][1] | |
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |
Onderscheidingen | zie onderscheidingen |
Emil Höring (Westheim bij Germersheim, 1 december 1890 - Würzburg, 2 juni 1976) was een Duitse officier en SS-Gruppenführer (generaal-majoor) en Generalleutnant in de politie tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Leven
Op 1 december 1890 werd Emil Höring in Westheim bij Germersheim geboren. Na de lagere school in Eichstätt, ging hij naar het gymnasium in dezelfde plaats. In 1901 behaalde hij zijn Abitur. Na zijn schoolgang meldde Höring zich op 1 oktober 1909 aan in het Beiers leger. En ging als Zweijährige-Freiwilliger en Fahnenjunker (vrije vertaling: tweejarige vrijwilliger en aspirant-officier) in dienst van het Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“. Vanaf 1910 werd Höring naar de militaire academie in München gecommandeerd. Op 4 maart 1910 werd Höring bevorderd tot Fähnrich (vaandrig). Daar behaalde hij in 1911 zijn officiersexamen, en kwam als Leutnant (tweede luitenant) in de 9e compagnie van zijn eigen regiment.
Eerste Wereldoorlog
Höring ging met zijn MG-compagnie de Eerste Wereldoorlog in. Hij werd door zijn arm geschoten, en naar een militair hospitaal in Landau gebracht. Op 8 september 1914 keerde Höring na zijn genezing, weer terug naar het Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“. Hij werd als compagniecommandant van de 12e compagnie ingezet. En raakte door een schotwond aan zijn kuit gewond, en werd naar het militair hospitaal Eichstätt gebracht. Na zijn herstel werd Höring naar een onderofficiersleergang in Hammelburg gecommandeerd. Na zijn genezing, werd Höring weer in de MG-compagnie van het Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“ ingedeeld. Op 9 juli 1915 werd hij bevorderd tot Oberleutnant (eerste luitenant). Vanaf 2 september 1915 tot 15 september 1915 genoot hij van verlof in Eichstätt. Na zijn verlof werd Höring naar een opleiding[4] tot plaatsvervangend adjudant in de staf van het Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“ gecommandeerd. Vanaf 8 augustus 1916 tot 21 augustus 1916 was Höring op verlof voor herstel van gezondheid. Na zijn terugkeer, werd hij geplaatst als MG-officier in de staf van het Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“. Op 24 januari 1917 werd Höring naar een MG-school van de 3e Infanteriedivisie gestuurd. Hierna werd hij tijdelijk als commandant van de 12e compagnie ingezet. Vanaf 22 juli 1917 werd hij ingezet als ordonnansofficier in het 6e Infanteriebrigade (Beieren). Hierna kreeg Höring weer het commando over de 12e compagnie in het Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“. Tegelijk werd hij ingezet als adjudant in de 6e Infanteriebrigade (Beieren). Hierna ging Höring weer op verlof om te herstellen. Na zijn terugkeer werd hij op de functie van een compagniecommandant in de 7e compagnie van het Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“ gezet. Wegen een voorhoofdsholteontsteking werd Höring in een ambulante medische post van het 75e veldhospitaal behandeld[4]. Na zijn herstel, werd hij benoemd tot compagniecommandant van de 1e MG-compagnie van het Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“. Hierna volgde nog meerdere plaatsing als compagniecommandant van de 12e, 4e en 3e compagnie in het Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“.
Op 6 juni 1918 trouwde Höring met Maria Elisabeth Bassler[2][5]. Het echtpaar kreeg twee zonen en een dochter[2][5]. Na zijn trouwerij, volgde op 7 juni 1918 zijn benoeming tot commandant van de 8e compagnie in Königlich Bayerisches 18. Infanterie-Regiment „Prinz Ludwig Ferdinand“. Vanaf 17 juni 1918 werd Höring als regimentsadjudant in het 18e infanterieregiment ingezet. Hierna volgde tijdens de wapenstilstand de terugmars door Lotharingen en Palts richting zijn vaderland[5].
Interbellum
Op 25 april 1919 werd Höring als adjudant van de Groep A tijdens operaties in München (neerslaan van de Münchense Radenrepubliek) ingezet. Hierna werd hij overgeplaatst naar de Reichswehr-Brigade-Kommando 25, en was als ordonnansofficier werkzaam. Op 30 september 1920 ging Höring met ontslag uit de actieve dienst. Op 1 oktober 1920 werd hij aangenomen bij de Bayerische Landespolizei, en werd als Polizeioberleutnant (eerste luitenant in de politie) en Hunderschaftführer (vergelijkbaar met een pelotonscommandant) in het commando van de Landespolizei Würzburg ingezet. Op 1 januari 1923 werd Höring bevorderd tot Polizeihauptmann (kapitein in de politie). Hij stapte over naar de Gendarmerie. En werd op 1 november 1935 benoemd tot commandant van de Gendarmerie in het Regierungsbezirk Mainfranken (Würzburg). Op 1 mei 1937 werd Höring lid van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Tijdens de Anschluss van Oostenrijk, was hij leider van de marsgroep van de politie Salzburg. In begin van december 1938 werd Höring aangesteld als commandant van de Ordnungspolizei in het Sudetenland. Hierna volgde met de waarneming van de functie belast Inspekteur der Ordnungspolizei (IdO) bij de Reichskommissar für Sudetendeutschland Konrad Henlein in Reichenberg.
Op 20 januari 1939 meldde Höring zich aan om lid van de Schutzstaffel (SS) te worden[1]. zijn aanmelding werd op 4 april 1939 goedgekeurd. En werd als SS-Standartenführer (kolonel) ingeschaald. Hij werd als SS-leider opgenomen in de staf van de SS-Oberabschnitte Elbe in Dresden.
Tweede Wereldoorlog
Op 26 september 1939 werd Höring benoemd tot bevelhebber van de Ordepolitie bij de Militärbefehlshaber Krakau. Hierna volgde zijn benoeming tot commandant van de Ordepolitie in Krakau. Opvolgend werd Höring aangesteld als commandant van het politie-regiment Krakau. Op 16 december 1939 werd hij als Inspekteur der Ordnungspolizei (IdO) overgeplaatst naar het staatsministerie van Binnenlandse Zaken in Dresden (Wehrkreis IV). En tegelijk was Höring leider van de afdeling VI (Polizeivollzug) (vrije vertaling: politie handhaving) in het Saksische ministerie van Binnenlandse Zaken. Op 20 april 1940 werd hij bevorderd tot SS-Oberführer en met het Charakter als Generalmajor der Polizei (eretitel van brigadegeneraal in de politie). In 1941 werd Höring bevorderd tot SS-Brigadeführer (brigadegeneraal). Vanaf 1 januari 1942 tot 31 mei 1943 werd hij ingezet als bevelhebber van de Ordepolitie bij de HSSPF Nord Wilhelm Rediess, en tegelijk als politieke referent bij de Rijkscommissaris van Noorwegen Josef Terboven. Hierna werd Höring benoemd tot Generalinspekteur der Gendarmerie und Schutzpolizei der Gemeinden (vrije vertaling: inspecteur-generaal van de gendarmerie en politie in de gemeente) in het Hauptamt Ordnungspolizei. Hij nam ook deel aan de Poznańtoespraken[1]. Höring werd opnieuw als BdO van Krakau in het Generaal-gouvernement ingezet. Op 18 februari 1944 werd hij aangesteld als inspecteur-generaal van de scholen in het Hauptamt Ordnungspolizei. In de laatste dagen van de oorlog volgde hij de zogenaamde Rattenlijn Noord naar Flensburg.
Na de oorlog
Over het verdere verloop van zijn leven is niets bekend. Op 2 juni 1976 stierf Höring in Würzburg.
Carrière
Höring bekleedde verschillende rangen in zowel de Allgemeine-SS als Politie. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.
Datums | Beiers leger | Reichswehr | Politie | Allgemeine-SS |
---|---|---|---|---|
1 oktober 1909[2][6] | Zweijährige-Freiwilliger en Fahnenjunker | — |
— |
—
|
1 maart 1910[2][6] | Unteroffizier | — |
— |
—
|
4 maart 1910[2] - 4 mei 1910[6] |
Fähnrich | — |
— |
—
|
26 oktober 1911[2][6] | Leutnant | — |
— |
—
|
9 juli 1915[2][6] | Oberleutnant | — |
— |
—
|
22 augustus 1919[2] (met ingang vanaf 18 augustus 1919 en Patent vanaf 18 oktober 1919[6]) |
— |
Hauptmann | — |
—
|
1 oktober 1920 (met Patent vanaf 1 juli 1915[6]) |
— |
— |
Polizeioberleutnant | —
|
1 januari 1923[6] | — |
— |
Polizeihauptmann | —
|
1 juni 1923[6] | — |
— |
Major der Landespolizei | —
|
1 december 1935[6] | — |
— |
Oberstleutnant der Gendarmerie | —
|
1 december 1937 (met RDA vanaf 9 november 1937[6]) |
— |
— |
Oberst der Gendarmerie | —
|
20 april 1939[6] | — |
— |
— |
SS-Mann |
20 april 1939[6][2] | — |
— |
— |
SS-Standartenführer |
20 april 1940[6][2] | — |
— |
— |
SS-Oberführer |
20 april 1940[2] (met RDA vanaf 20 april 1940[6]) |
— |
— |
Charakter als Generalmajor der Polizei | —
|
9 november 1941[6][7] | — |
— |
— |
SS-Brigadeführer |
9 november 1941[2] (met ingang vanaf 1 november 1941 en RDA vanaf 9 november 1941[3]) |
— |
— |
Generalmajor der Polizei[7] | —
|
27 augustus 1943[2][6][8][9] | — |
— |
— |
SS-Gruppenführer |
27 augustus 1943[2][9] (met ingang en RDA vanaf 1 september 1943[6]) |
— |
— |
Generalleutnant der Polizei[8] | —
|
Lidmaatschapsnummers
- NSDAP-nr.: 4 402 533[9] (lid geworden 1 mei 1937[2])
- SS-nr.: 337 746[9] (lid geworden 20 april 1939[2])
Onderscheidingen
Selecie:
- IJzeren Kruis 1914, 1e Klasse[9] (2 juli 1916[3][2]) en 2e Klasse[9] (5 oktober 1914[3][2])
- Orde van Militaire Verdienste (Beieren)
- Dienstonderscheiding van de Politie in goud (25 dienstjaren)[3] in 1938[2]
- Kruis voor Oorlogsverdienste, 1e Klasse[9] (20 september 1942[3][2]) en 2e Klasse[9] (1941[3][2]) met Zwaarden
Afkortingen
- Inspekteur der Ordnungspolizei (IdO) = Inspecteur van de Ordepolitie
- Befehlshaber der Ordnungspolizei (BdO) = Bevelhebber van de Ordepolitie
- Kommandeur der Ordnungspolizei (KdO) = Commandant van de Ordepolitie
- Kommandeur der Gendarmerie (KdG) = Commandant van de Gendarmerie
- Plaatsvervangend adjudant = Plv.adj.
- mit der Wahrnehmung der Geschäfte beauftragt (m.d.W.d.G.b.) = vrije vertaling: met de waarneming van de functie belast
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
|