Been

Het kan verwijzen naar :

• been (ledemaat), menselijk lichaamsdeel of die van een paard (edeldier)
• been (materiaal), stof waaruit het geraamte bestaat van mensen en dieren (beenweefsel)
• bot (anatomie), deel van het geraamte, knook
• Gepaarde delen van sommige werktuigen (bijvoorbeeld : de benen van een passer)
• Elk van de twee rechte lijnen van een hoek (meetkunde)

• Elk van de twee gelijke zijden van een gelijkbenige driehoek enz.

• Bovenste deel van een kous (onderste deel wordt voet genoemd)
• De "neerhaal" (deel van de letter met neerwaartse beweging van de pen geschreven) van een letter

(bijvoorbeeld : "Het been van de g is te dik")

Mensen met de naam Been :

• Dick Been - voormalig voetballer van Ajax
• Harry Been - voetbalbestuurder
• Mario Been - voetbalcoach, voormalig voetballer van Feyenoord

Uitdrukking :

• "Het opdelven van beenderen"
• "Een been afkluiven"
• "Ergens geen been in zien" : Geen zwarigheid hebben om iets te doen
• "Door merg en been dringen" : Van doordringend geluid, schrik enz.
• "Aristocraat in merg en been" : Door en door
• "Vel over been zijn" : Bijzonder mager zijn
• "Er was veel volk op de been" (oude meervoudsvorm voor been)

• "Een leger op de been brengen"

• "Weer op de been komen" : Opstaan, na een ziekte
• "Met het verkeerde / linker been uit bed stappen" : Slecht gehumeurd zijn
• "Iemand op het verkeerde been zetten" : Onjuist adviseren of inlichten, een slechte raad geven
• "Met één been in het graf staan" : Geen lang leven meer voor zich hebben
• "Met beide benen op de grond blijven" : Nuchter zijn. niet fantaseren
• "Benen maken" : Vlug weglopen
• "Ik kan niet meer op mijn benen staan" : Ik brn erg vermoeid
• "Zich de benen uit het (zijn) achterwerk, gat of lijf lopen" : Heel hard lopen, zich heel erg inspannen voor iets
• "Op zijn achterste benen staan" : Bijzonder verontwaardigd zijn over iets
• "Geen been hebben om op te staan" : Niet bij machte zijn om iets te doen of om een bewering waar te maken
• "Op één been kun je niet staan" : Aanmoediging, uitnodiging om een tweede glas te drinken
• "De benen nemen" : Maken dat je wegkomt
• "De benen strekken" : Een eindje lopen
• "De beentjes gingen van de vloer" : Men ging dansen
• "Het been stijf houden" : Niet toegeven, voet bij stuk houden
• "Het derde beentje" : Mannelijk geslachtsdeel
• "Iemand tegen het zere been schoppen" : Hem treffen in een gevoelige plek
• "Het zijn sterke benen die de weelde (kunnen) dragen" : In voorspoed of bij rijkdom gaat men zicht allicht te buiten, komt men meestal zedelijk ten val

Zie ook

• Bakkersbenen
• O-benen
• X-benen
• Beenbreek (Narthecium ossifragum), cipelgras, moerasplant met gele bloemen
• Beenbreuk, het breken of gebroken zijn van een been, beenfractuur
• Beendergestel, het geraamte
• Beenderhuis, knekelhuis, knekelput
• Beendermeel, poeder van gemalen beenderen, gebruikt als meststof
• {[Beeneter]], doorgaans tuberculeuze ontsteking in de beenderen en tanden, cariës
• Beenhouwer, slager

• Beenhouwerij, slagerij

• Beenmerg, vettige, gele substantie in de mergholte van pijpbeenderen / bloedvormend rood weefsel in platte beenderen
• Beentransplantatie, transplantatie
• Beenvissen, de vissen met een benig geraamte
• Beenvlies, sterk vlies dat als een huid de beenderen omgeeft en rijk is aan bloedvaten
• Beenwarmer, beenbekleedsel, in felle kleuren, zonder voet en knie, gedragen over de kous of de sok
• Beenzwart, poeder van verkoolde beenderen, gebruikt ter ontkleuring van vloeistoffen en als verfstof