Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Louis Boeckmans
Louis Boeckmans (Tessenderlo, 1923) is een van de laatste Belgische getuigen van de concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Levensloop
Jeugd
Louis Boeckmans groeide op in een arme boerenfamilie in het toen landelijke Tessenderlo. Toen hij vijftien jaar was, begon hij te werken in de bekende chemiefabriek nabij.
Tweede Wereldoorlog
Toen op 10 mei 1940 de Tweede Wereldoorlog uitbrak met de Duitse inval in België, kreeg Boeckmans een oproep om naar Frankrijk te vluchten. Hij was een van de 16- tot 35-jarige 300.000 Belgische reserverekruten, die later bekend werden als de CRAB's. De groep van Boeckmans stapte op drie weken van Tessenderlo over Antwerpen, Ertvelde, Torhout tot in Frankrijk. Via Duinkerke volgde hij de kustlijn terug naar België.
Na twee jaar Duitse bezetting, op 29 april 1942, was Boeckmans getuige van de ramp in de Looise chemiefabriek. Er vielen 190 doden. Hoewel hij in de zwaar beschadigde burelen aan het werk was tijdens de ontploffing, had Boeckmans geen zware verwondingen.
Kort na de chemieramp werd Boeckmans gerekruteerd door een weerstander die hij uit het puin had gehaald. Hij werd lid van de Belgicistische verzetsorganisatie BNB. Als weerstander voerde Boeckmans verschillende opdrachten uit. Hij bevoorraadde ontsnapte Russische krijgsgevangenen in de bossen achter hun woning in de Gerhagenstraat. Daar werden af en toe ook pakketten gedropt door de geallieerden, die Boeckmans dan mee weghaalde. Zijn belangrijkste verzetsdaad was het vergaren van informatie over de bouwwerken van de Atlantikwall. Boeckmans moest zich als vrijwilliger opgeven om onder meer te gaan werken in Knokke en Dieppe, waar hij telkens met een Arbeidschein enkele dagen verbleef. Daarna vluchtte hij weg en keerde huiswaarts. De informatie gaf hij door aan zijn overste bij de BNB. De gegevens over onder meer de voortgang van de bouwwerken en de aanwezigheid van troepen werden doorgeseind naar de Engelse inlichtingendiensten. Voor veiligheidsredenen was er buiten zijn directe overste geen persoonlijk contact tussen Louis Boeckmans en de leden van BNB.
Na de oorlog bleek dat ook zijn broer Jef Boeckmans lid was van de BNB. De broers wisten niet van elkaar dat ze in het verzet zaten, maar leefden wel ondergedoken.
Kampen
Arrestatie
Op 11 juli 1944 werd de familie Boeckmans verraden door een buurmeisje, waarop de SS binnenviel. Jef en Louis werden na een lange ondervraging gearresteerd en kwamen in de stadsgevangenis van Hasselt terecht. Op 24 juli 1944 werden ze samen met andere mannen uit de streek naar Breendonk gevoerd. De broers
Breendonk
Bij zijn aankomst in Breendonk werd Louis Boeckmans meteen door de beruchte kampbewaker Fernand Wyss geslagen. Boeckmans kreeg nummer 3253 en belandde in kamer 5. Hij was getuige van de foltermoord op Dirk Sevens en verschillende andere mishandelingen. Op 8 augustus 1944 werd hij samen met een groot deel van de andere gevangenen weggevoerd.
Buchenwald
Op 10 augustus 1944 kwam Louis Boeckmans aan in het concentratiekamp Buchenwald. Samen met zijn broer en streekgenoten belandde hij in het beruchte Klein Kamp.
Blankenburg
Na twee weken werd Louis Boeckmans toegewezen aan het pas opgerichte werkkamp Blankenburg, waar ze op 24 augustus 1944 aankwamen. Dit was een subkamp van Dora-Mittelbau. De meeste gevangenen waren Belgen en ze moesten gangen uitgraven in de nabijgelegen heuvels. Daar zouden later V2-raketten gefabriceerd worden. Tijdens zijn lange verblijf onderging Louis Boeckmans meerdere mishandelingen.
Dodenmars
Op 6 april 1945 werd het kamp in Blankenburg geëvacueerd. Er volgde een tweedaagse dodenmars naar Maagdenburg, waar de gevangenen op een binnenschip op de Elbe noordwaarts werden gezet. Het schip kwam aan op 13 april 1945 aan in Lübeck, van waaruit de Blankenburggevangenen een dodenmars naar Sarau moesten ondernemen. Daar bleven ze tussen 14 en 30 april in een grote schuur, waar nog verschillende gevangenen stierven. Op 30 april 1945 werden ze bevrijd door de Witte Bussen van het Zweedse Rode Kruis.
Zweden
Met het Zweedse reddingsschip Magdalena kwam Louis Boeckmans aan in het Zweedse Trellenborg. Hij was totaal uitgeput en zwaar ziek. Langzaam herstelde hij in Trellenborg en Falkenberg. Uiteindelijk was Louis Boeckmans op 13 juli 1945 terug thuis, exact één jaar en twee dagen na zijn arrestatie.
Na de oorlog
Louis Boeckmans trouwde met zijn vriendin Germaine Wagemans. Ze verhuisden naar Klein-Vorst en kregen drie zonen. Vanaf 1953 was hij postbode, onder meer in Veerle. In 1985 ging hij op pensioen.
Getuigenis en boek
Boeckmans heeft jarenlang niet getuigd. Pas de laatste jaren[wanneer?] doet hij regelmatig zijn verhaal in middelbare scholen en voor media.
In 2018 schreef hij zijn herinneringen neer. Dit resulteerde in een lokale uitgave. Begin 2019 tekende historicus Pieter Serrien het verhaal van Boeckmans op in een boek, dat eind april 2019 verscheen bij uitgeverij Horizon.[1]
Louis Boeckmans was getuige in programma's zoals Koppen en Ten oorlog: de bevrijding van Vlaanderen.
Bibliografie
- Samen met Pieter Serrien, De laatste getuige. Hoe ik Breendonk en Buchenwald overleefde, Horizon: Antwerpen, 2019.
- Redactie door Felix Van Bel, Mijn verhaal 1942-1944, uitgegeven in eigen beheer, 2018.
- Genummerd voor het leven, red. Patricia De Landsheer, Marc Van Roosbroeck en Etienne Van den Bulcke, Davidsfonds, Leuven, 2009, 112-119.
Referenties
- º Pieter Serrien. De laatste getuige Geraadpleegd op 2020