Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Marketingbijziendheid

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 20 okt 2017 om 12:44 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Marketingbijziendheid&oldid=41938322 24 aug 2014 WikiFB2 16 jul 2006)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Marketingbijziendheid (en: marketing myopia) is een term die in de marketing gebruikt wordt om aan te geven dat een organisatie de eigen markt te nauw definieert.

Wellicht een van de meest belangrijke bijdragen in de marketing was het artikel in Harvard Business Review van Theodore Levitt met de titel `Marketing Myopia'[1]. Sommige auteurs beschouwen dit artikel zelfs als een van de bouwstenen die hebben bijgedragen tot de huidige invulling van het begrip marketing. In het artikel werd gesteld dat de meeste organisaties zichzelf en de industrie waar men in opereert te beperkt definiëren. Het daagde directievoorzitters en directies uit hun eigen bedrijfsvisie opnieuw tegen het licht te houden en markten opnieuw te definiëren. Evenals ander werk van Levitt was ook het "Marketing Myopia"-artikel erg praktisch en pragmatisch qua insteek, hetgeen de impact van het idee verder vergrootte.

Een van de redenen waarom deze kortzichtigheid zo wijdverspreid is, is dat mensen niet goed de toekomst kunnen voorspellen. Wat vandaag een goede marktdefinitie lijkt, kan door externe ontwikkelingen morgen achterhaald zijn. Om dergelijke ontwikkelingen voor te zijn is het belangrijk dat marketingmanagers niet alleen op de hoogte blijven van relevante ontwikkelingen, maar ook outside the box kunnen denken. Door gestructureerd naar de marketingstrategie te kijken en concepten als customer lifetime value te integreren in de strategiebepaling kan de bijziendheid in zekere zin worden opgeheven.

Voorbeelden

  • In het originele artikel worden oliebedrijven als voorbeeld aangedragen. Na het verschijnen van dit artikel herdefinieerden vrijwel alle voormalige oliebedrijven zich tot leveranciers van energie, in plaats van slechts olieleveranciers.
  • George Steiner[2] geeft als (fictief) voorbeeld dat als een paardrijzwepenproducent in 1910 zichzelf gedefinieerd zou hebben als leider in de "transportaanjagerindustrie", het mogelijk de overstap richting de automobielindustrie had kunnen maken toen die technologie beschikbaar kwam.

Afgeleide termen

Naar aanleiding van de marketingbijziendheid kwamen andere marketing academici met afgeleide termen. Kotler and Singh[3] introduceerden bijvoorbeeld de term "marketingverziendheid", om aan te geven dat de langetermijnvisie vaak beter is dan de kortetermijnvisie hoe precies tot de langetermijnsituatie te komen.

Baughman[4] gebruikte de term "marketing macropia" om een overdreven algemene niet gefocuste visie van de industrie waarin een bedrijf actief is, weer te geven. Dit is in feite de te ver doorgeschoten tegenovergestelde situatie van marketingbijziendheid.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Levitt, T. (1960) "Marketing Myopia", Harvard Business Review, juli-augustus, 1960.
  2. º Steiner, G. (1979) Strategic Planning: What every manager should know, The Free Press, New York, 1979.
  3. º Kotler, P. en Singh, R. (1981) "Marketing Warfare in the 1980s", Journal of Business Strategy, winter 1981, pagina 30-41.
  4. º Baughman, J. (1974) Problems and performance of the role of the chief executive, working paper, Graduate School of Business Administration, Harvard University.
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow