Dissenters
Engelse term dissenters (afgeleid van het Latijn: dissentire, „het niet eens zijn”), werd oorspronkelijk vooral in de kerkgeschiedenis van Engeland en Wales, bij uitbreiding ook in Ierland, gebruikt als verzamelnaam voor mensen die in hun religieuze opvattingen afweken van de Kerk van Engeland (de Anglicaanse Kerk). Later werden zij ook de nonconformisten genoemd. Dissenters werden vaak achtergesteld en gediscrimineerd. In de eerste plaats betrof het nonconformistische groepen die zich van de Engelse Kerk hadden afgesplitst. Dissenters die voorstanders waren van een radicale reformatie, probeerden deze principes oorspronkelijk in de Engelse staatskerk door te voeren.
Oorspronkelijk hield de term ook katholieken in. Katholieken werden in 1779 in het wetsontwerp van de Relief Act, die een grotere godsdienstvrijheid toeliet, „Protesting Catholic Dissenters” genoemd.
Tot de dissenters rekende men baptisten, methodisten, quakers en diverse puriteinse groepen.
Nederland
In Nederland werd het begrip overgenomen en verwees naar hen die niet behoorden tot de Nederduits Gereformeerde Kerk (later Nederlandse Hervormde Kerk).