Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Willem Visser (burgemeester)
Willem Visser | ||
Willem Visser in 1948 | ||
Willem Visser in 1948 | ||
Algemene informatie | ||
Volledige naam | Willem Adriaan Johan Visser | |
Geboren | Beek (gem. Ubbergen), 7 maart 1904 | |
Overleden | Leiden, 6 november 1975 | |
Partij | CHU | |
Titulatuur | mr. | |
Parlement & Politiek - biografie |
Willem Adriaan Johan Visser (Beek (gem. Ubbergen), 7 maart 1904 - Leiden, 6 november 1975) was een Nederlands burgemeester die behoorde tot de Christelijk-Historische Unie (CHU).[1]
Biografie
Na zijn studie aan het lyceum te Zeist en het Christelijk Gymnasium Utrecht ging Visser rechtswetenschappen studeren aan de Rijksuniversiteit Utrecht waar hij in 1928 afstudeerde. Hij huwde de uit Zeist afkomstige jkvr. Jenny de Geer (1907-1966). Haar oudoom was Dirk de Geer, die in augustus 1939 voor de tweede keer minister-president werd; ze kende hem goed en noemde hem oom. In 1951 scheidde Visser van zijn vrouw. Hij hertrouwde nog dezelfde maand in Londen met jkvr. Marie Henriette Sophie (Mary) van Tets (1914-2009).
Visser was in 1930-1931 werkzaam als ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Arnhem en Wageningen waarna hij volontair werd bij de secretarie van de gemeente Gorssel.
Burgemeesterschap
Op 1 november 1932 werd Visser burgemeester van Avereest. Nog geen vijf jaar later, op 1 augustus 1937, volgde zijn benoeming tot burgemeester van Soest.[2] Op 1 oktober 1939 werd hij burgemeester van Zeist.
Tijdens de oorlog
Meteen na de bezetting dwongen de Duitsers alle politiebonden, die op releieuze achtergond georganiseerd waren, tot een fusie in de Centrale Politiefederatie; Visser werd tot voorzitter benoemd. Visser werd al spoedig directeur van de lokale Winterhulp, die een NSB-organisatie was. In 1941 werd door de Duitsers een commissie voor de reorganisatie van de politie ingesteld. Het doel was om tot een beter door de Duitsers te controleren staatspolitie te komen. In de commissie zaten de directeur-generaal voor politie Antoni Brants, de inspecteur-generaal voor politie August de Koningh, de procureur-generaal Robert van Genechten (NSB-er), de door de Duitsers afgezette hoofdcommissaris van politie en nu assistent van Genechten Nicolaas van der Meij en Visser. Na de oorlog werd hem verweten dat hij zich opvallend vaak op de bij de installatie van door de Duitsers benoemde NSB-burgemeesters vertoonde en recepties van NSB-organisaties bezocht. In oktober 1944 werd hij door de Duitse bezetter ontslagen. Na de oorlog keerde hij op 1 oktober 1945 terug in zijn functie als burgemeester van Zeist.[3]
Ontslag
Op 1 juni 1947 volgde zijn benoeming tot burgemeester van Den Haag en op 6 juni werd hij geïnstalleerd. Op 23 mei 1949 werden Visser en zijn secretaris Willem Bos ontslagen vanwege een deviezen-affaire.[4] Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden en geldboete voor overtreding van deviezenbepalingen.
Bron
Noten
|
Voorganger: G.P. Haspels |
Burgemeester van Avereest 1932-1937 |
Opvolger: J.M. Ravesloot |
Voorganger: G. Deketh |
Burgemeester van Soest 1937-1939 |
Opvolger: A.L. des Tombe |
Voorganger: M.L. van Holthe tot Echten |
Burgemeester van Zeist 1939-1942 |
Opvolger: ? |
Voorganger: ? |
Burgemeester van Zeist 1945-1947 |
Opvolger: A.P. Korthals Altes |
Voorganger: S.J.R. de Monchy |
Burgemeester van Den Haag 1947-1949 |
Opvolger: F.M.A. Schokking |