Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Loggerman

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 20 nov 2015 om 23:23 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Loggerman&oldid=45275182 7 nov 2015 Prenter2 7 nov 2015)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:Bouweteelt.jpg
Een loggerman. Foto Piet Spaans, 2007.
Bestand:Logger aan de kade door Jan Ensing.jpg
Houten logger van het weinig voorkomende type 'platgat'. (Jan Ensing, ca. 1875)
Bestand:Mesdag, Preparations for departure.jpg
Bomschuiten, geschilderd door H.W. Mesdag

Loggerman was een aanduiding van een zeevisser die toentertijd zijn voorkeur toonde voor het bemannen van een vissersschip dat in de tweede helft van de 19e eeuw als logger in Nederland werd geïntroduceerd. Dit type vissersschip werd door zeevissers van de Noordzeedorpen gezien als een sterke concurrent van de bomschuit die bij hen toentertijd in gebruik was.

Logger

Deze logger was een slank tonend, bezeild en gekield, vissersschip dat in de 19e eeuw voor de haringvisserij met staand want in gebruik werd genomen. Scheveningen had daarin het voortouw. De plaatselijke hotelhouder A.E. Maas die naast zijn hotel óók een rederij bezat, was de eerste die naast zijn bomschuiten ging beschikken over loggers: en dit bleek succesvol. In de beide gevallen, zowel door de bomschuit als door de logger, mocht vanaf 1857 in de Noordzee worden gevist op haring die tevens aan boord werd gekaakt, gepekeld en ingekuipt.

Bomschuit

Het platboomd vissersvaartuig, bomschuit genaamd, was van oudsher het vissersschip dat in gebruik was bij de kustvissers aan de Noordzeekust. Het schip was plomp en zwaar en was niet te vergelijken met een logger. De vissers van de platboomde schuiten moesten bij gebrek aan een zeehaven vanaf het strand zee kiezen en óók daar aanlanden. Hun visserij was eerder gericht op de vangst van platvis en rondvis. Maar nu mochten óók zij zich voluit gaan richten op de haringvisserij met staand want of met een vleet.

Broodroof

Alhoewel eerst met argusogen bekeken vanwege de rankheid van dit schip, konden de vissers niet ontkennen dat de logger bij de haringvisserij met staande netten - waarop ze specifiek waren ingesteld - de bomschuit op alle terreinen versloeg waar het de haringvisserij betrof. Ze kenden in zee een snellere verplaatsing, waren meer wendbaar en kenden een grotere berging. De logger werd door steeds meer reders aangeschaft en steeds meer jongere vissers stapten over van het verouderde platboomde vaartuig op het nieuwe ranke vissersschip. Deze overstappers, met name jongeren, werden gezien als lieden die de bomschuitvissers het brood uit de mond stalen. Er ontstond in de kustdorpen een ware hetze tegen deze zogenaamde loggermannen. Het was een sociaal probleem zoals dat in de agrarische streken in ons land en bij de industrialisatie evenzo gold.

Gewelddadige confrontaties

Nu was het in het vissersdorp Scheveningen een traditie dat jonge varensgezellen zich, aan de wal zijnde, voor hun vrijages met hun vriendinnen verpoosden in de Oude Scheveningse Bosjes. Daar echter troffen behoudende jonge vissers die nog steeds de bomschuit trouw bleven hun tegenpartijders, die als loggermannen 'verraad' pleegden jegens de traditionele vloot van bomschuiten en zijn bemanning. De gemoederen liepen zo hoog op en de vechtpartijen zo hevig dat de loggermannen zich in de aloude traditionele bosschages niet meer durfden vertonen. Zij weken dan ook met hun lief uit naar de - later zo geheten - Nieuwe Scheveningse Bosjes meer noordoostelijk van het dorp. Onder de vissersbevolking groeide vanaf toen de aanduiding 'Loggermansbosjes' voor deze beboste uitwijkplek.