Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Paul De Ridder

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 14 dec 2014 om 22:42 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Paul_De_Ridder&oldid=42635967 Twistenbeek 12 jan 2012)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Paul De Ridder (Ukkel, 20 augustus 1948) is historicus en een Vlaamsgezind, Belgisch politicus uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Biografie

Hij studeerde geschiedenis in Antwerpen (1968-1970) en in Gent (1970-1972). Als navorser bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (1973-1977), spoorde De Ridder in een vijftigtal Europese archieven en bibliotheken de oorkonden op van de Brabantse hertogen Jan I (1267-1294) en Jan II (1294-1312). Onder leiding van Prof. Walter Prevenier promoveerde De Ridder in 1977 tot Doctor in de middeleeuwse geschiedenis.

Van 1979 tot 1989 was hij Werkleider bij het Algemeen Rijksarchief te Brussel. Hij inventariseerde er het archief van de Brusselse kapittelkerk van Sint-Michiel en Sint-Goedele (1047-1797). Een groot deel van dit archief had De Ridder in 1979 vanuit de kathedraal naar het Algemeen Rijksarchief laten overbrengen. Van 1989 tot 1995 was hij adviseur bij het Staatssecretariaat Van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Van 1995 tot 2009 was De Ridder Afdelingshoofd bij de Koninklijke Bibliotheek Albert I in Brussel. Hij was er onder meer verantwoordelijk voor het overbrengen van waardevolle privé en openbare bibliotheken naar de Koninklijke Bibliotheek. Vele bibliotheken worden immers omwille van de informatisering afgestoten door hun bezitters.

Naast zijn ambtelijke bezigheden, verrichtte De Ridder ook heel wat wetenschappelijk werk. Als eerste voerde hij een systematisch archiefonderzoek naar het taalgebruik in de plaatselijke Brusselse instellingen in de periode tot 1794. Daaruit bleek dat Brussel tot aan de Franse Bezetting op het einde van de 18e eeuw een Nederlandse stad in Brabant was die amper 5% Franstaligen telde.

Vanaf 1977 zette De Ridder zich in voor de restauratie van de Brusselse kathedraal Sint-Michiel-en-Sint-Goedelekathedraal. Hij publiceerde verschillende studies en tekstuitgaven betreffende de geschiedenis van Brussel en verzorgde talloze voordrachten en geleide bezoeken aan Brussel. Samen met regisseur Sven Tuytens maakte hij meer dan 50 uitzendingen voor "TV-Brussel" (overgenomen door VRT).

Daarbij valt het op dat De Ridder steeds pleit voor een positieve houding ten aanzien van Brussel, het eerste en ergste slachtoffer van de eeuwenoude vreemde overheersing in de Nederlanden. "Brussel is het eerste en ergste slachtoffer van het verfransende Belgische regime (1830-). Het is België dat Brussel verfranst heeft en niet omgekeerd !"

Omwille van zijn jarenlange inzet voor de Nederlandse taal en cultuur in Brussel en voor het cultuurhistorisch patrimonium kreeg De Ridder in 1997 de "ANV-Visserneerlandiaprijs voor Persoonlijke Verdiensten".

Ook wijlen koning Boudewijn waardeerde de jarenlange actie (1977-) van de Brusselse historicus voor de erg vervallen Brusselse kathedraal. Een vertrouweling van de koning, Prof. Robert Senelle, wendde zich in 2000 tot De Ridder, toen afdelingshoofd bij de Koninklijke Bibliotheek. De hoogbejaarde grondwetspecialist (° 1918) vroeg aan De Ridder een oplossing te zoeken voor zijn eigen bibliotheek. De Brusselse historicus zorgde ervoor dat deze unieke collectie als een afzonderlijk "Fonds Robert Senelle" werd opgenomen in de Koninklijke Bibliotheek. Senelle, die De Ridder bijzonder dankbaar was voor de redding van zijn collectie boeken, stelde bijzonder veel vertrouwen in zijn vriend.

In die context bracht de grondwetspecialist De Ridder op de hoogte van "een ander dossier waarvoor ik voor mijn dood een oplossing hoop te vinden: het sinds 1934 verdwenen paneel van de De rechtvaardige rechters". Van toen af tot aan zijn dood op 13 februari 2013 hield Senelle De Ridder op de hoogte van de evolutie in deze delicate aangelegenheid. Reeds jarenlang voerde Senelle immers gesprekken met leden van een familie die door erfenis in het bezit gekomen was van dit stuk.[1]

Senelle was bereid het paneel anoniem te overhandigen aan de bisschop van Gent. Hij deed daarvoor een beroep op zijn vertrouweling De Ridder. Die was - net als Senelle - van oordeel dat het -in een zaak die teruggaat tot 1934 ! - geen enkele zin had "mensen aan de schandpaal te stellen". De rechtstreeks betrokkenen waren immers reeds lang overleden.

Mede daarom heeft De Ridder op geen enkel moment in de media de naam van wie dan ook vermeld. Telkens weer luidde het: "Wij moeten niet achteruit kijken en geen schuldigen zoeken. Wij moeten ons integendeel richten op de toekomst en ervoor zorgen dat een uniek patrimonium, een stuk werelderfgoed, volledig in ere hersteld wordt".

Op 16 october 2009 kreeg De Ridder van de bisschop van Gent de verzekering dat hij bereid was het paneel in ontvangst te nemen: "zonder vragen te stellen". Senelle kon dus gerust zijn. De familie bleef echter ten zeerste bevreesd dat haar naam in opspraak zou komen.

Op 8 sept. 2012 publiceerde Marc Reynebeau in de "De Standaard" een bijdrage waarin hij gewag maakte van de lopende besprekingen. Om de zaak te bespoedigen, regelde De Ridder een onderhoud tussen Senelle (° 1918) en de Gentse bisschop. Dit gesprek moest plaatsvinden op 11 dec. 2012.

De onverwachte ziekte en het overlijden van Senelle († 13 februari 2013) zorgden voor een ommekeer. De Ridder had gedurende meer dan twaalf jaar aan Robert Senelle het volledige initiatief gelaten. De grondwetspecialist, die tot aan zijn dood bijzonder helder van geest en bijzonder dynamisch bleef, was er immers vast van overtuigd dat hij deze zaak zou oplossen.

Door het plotse overlijden van Robert Senelle was De Ridder een kroongetuige geworden. Op 1 juli 2013 legde hij een officiële verklaring af bij de Procureur van Gent onder meer op basis van zijn jarenlang bijgehouden notities. Het Gentse gerecht startte een onderzoek.

Op 28 maart 2014 bracht VRT onderzoeksjournaliste, Siel Van der Donckt, in het VRT Nieuws een interview met De Ridder die gewag maakte van de informatie die Prof. Senelle hem bezorgd had.

In dezelfde nieuwsuitzending deed Mgr. Luc Van Looy, bisschop van Gent, een oproep tot al diegenen die deze zaak kunnen oplossen. De bisschop vroeg hen om ervoor te zorgen dat het "Lam Gods" opnieuw in zijn integraliteit zou worden hersteld. De bisschop noch De Ridder hebben daarbij namen genoemd.

In 2009 was Paul De Ridder lijsttrekker van de N-VA-lijst voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De N-VA behaalde 4,99 % en De Ridder werd met 710 voorkeursstemmen verkozen.

De verkiezing van een N-VA-er in het grotendeels Franstalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest was een totale verrassing. Bart De Wever beschouwde de verkiezing van Paul De Ridder dan ook als “het mirakel van de verkiezingen van 2009”.

De Ridder geniet omwille van zijn jarenlange inzet voor Brussel, ook de waardering van heel wat franstaligen. Dit is des te merkwaardiger omdat de francofone media systematisch de N-VA (en voorheen de Volksunie) gedemoniseerd hebben.

Vanaf 2009 werden de Franstalige politici echter geconfronteerd met een parlementslid dat totaal niet beantwoordde aan dat negatief imago. Daarom omschreven sommigen de Brusselse historicus dan maar als “un N-VA atypique” (een a-typisch N-VA'er).

Zelfs Charles Picqué (PS), Minister President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, verklaarde ooit publiek: “Monsieur De Ridder, je ne partage pas ses idées, c’est un N-VA, mais néanmoins, c’est quelqu’un que je respecte, c’est un humaniste”. (Ik deel niet de idee^¨en van Mijnheer De Ridder , hij is een N-VA er, maar toch respecteer ik hem, het is een humanist)

Blijkbaar hebben De Ridder’s jarenlange pleidooien voor een positieve houding ten aanzien van Brussel, ook in Vlaams-nationale kringen invloed gehad. Toch ligt een soortgelijke mentale ommekeer allerminst voor de hand. Van oudsher beschouwen de Vlaamsgezinden “Brussel” (in feite bedoelen zij België) als “de bron van alle kwaad”.

De Ridder daarentegen betoogt telkens weer dat uitgerekend het veel gesmade “Brussel” in feite het eerste en ergste slachtoffer is van datzelfde België. Vandaar zijn pleidooi ten gunste van zijn stad. Die constructieve ingesteldheid ligt mede ten grondslag aan het plan voor Brussel waarmee de N-VA in 2014 uitpakte. De N-VA voorstellen getuigen van een positieve houding tegenover Brussel. Die stad behoudt daarin haar een eigen en afzonderlijk statuut. Het stadsgewest kan zelf en ten volle zijn plaatsgebonden aangelegenheden behartigen. Tezelfdertijd echter blijven de Nederlandstaligen in Brussel, via een “Brussel-keuze”, verankerd in de ruimere Vlaamse Gemeenschap.

Tot mei 2014 was hij fractieleider van de eenkoppige N-VA-fractie in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Sinds oktober 2014 is De Ridder vanuit Brussel verhuisd naar Firenze (Florence).

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow