Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Lien van Eck

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 2 dec 2014 om 12:52
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Carolina Gerardina van Eck, ofwel Lien, (Den Haag, 3 juni 1912Schiedam, 7 april 1999) was een Nederlands nationaalsocialistische jeugdleidster. Zij was de jongste van drie dochters van Wouter Johannes Frederik van Eck en Johanna Magdalena Disco.

Opleiding en loopbaan

Al vrij kort na haar geboorte verhuisden haar ouders met de drie dochters van Den Haag naar Rijswijk ZH. Vanaf juli 1935 woonde het gezin op het adres Princesselaan 9. Zij volgde de MULO en verkreeg het MO-diploma Lichamelijk Opvoeding, gevolgd door een opleiding Heilgymnastiek en Massage waarvoor zij het staatsdiploma behaalde. Al vroeg in haar loopbaan werkte zij bij de Anna Kliniek voor Orthopedie in Leiden, een vooraanstaand instituut op dat gebied dat op 1 november 1929 werd gesticht. Zij werd als ca. 23-jarige in 1935 lid van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) en van de op 1 mei 1934 opgerichte Nationale Jeugdstorm, de jeugdbeweging voor jongens en meisjes van de NSB. Dat had te maken met haar vader die ook al vroeg bij de NSB kwam en in ieder geval eind van de jaren dertig kringleider voor Rijswijk van die politieke beweging was. Op zijn adres in oud-Rijswijk aan de Princesselaan 9 was in die tijd tevens het NSB-kringhuis voor Rijswijk gevestigd, voor de bevolking herkenbaar aan de wapperende NSB-vlag. Lien vervulde in de vooroorlogse Jeugdstorm de kaderfunctie van schepene en was daarmee leidster van de afdeling Meisjesaangelegenheden van de Jeugdstorm. In de jaren 30 had Lien een motorfiets die zij waarschijnlijk gebruikte voor haar woon-werkverkeer tussen Rijswijk en Leiden. Vanaf 1939 bezat zij een auto, een Opel Cabriolet, die zij in mei 1942 voor f 600 aan de Jeugdstorm verkocht maar die zij nog wel voor haar functie kon gebruiken. Zij had voor de oorlog bijverdiensten door het geven van voorbereidende zwemlessen aan de kinderen van kennissen. Enkelen herinneren zich dat Lien van Eck, gehuld in motorkleding en leren motorkapje, bij hen aan huis kwam. Vanaf 6 februari 1941 woont zij aan de Biltstraat in Utrecht, vlakbij het hoofdkwartier van de Nationale Jeugdstorm aan het Oorsprongpark 8 aldaar. Na wijziging van het rangensysteem in 1942 was zij opperzwermleidster, de hoogste rang van in totaal 14 niveaus. Zij werd ook hoofdstormster genoemd. Haar functie leverde haar buitenlandse contacten op en zo kon zij internationale sportwedstrijden en culturele bijeenkomsten voor jongeren in den vreemde, voornamelijk Duitsland, bezoeken. Vermoedelijk al in september 1944 bezoekt zij Nederlandse Jeugdstormers die met hun moeder naar Duitsland zijn gevlucht, naar haar zeggen om te voorkomen dat die zich bij de Hitlerjugend/Bund Deutscher Mädel zouden aansluiten. Er was in die tijd een machtsstrijd gaande tussen kaderleden van de Jeugdstorm die pro en contra overgang naar de Hitlerjugend waren. Na Dolle Dinsdag (5 september 1944) zat de leiding van de NSB met het probleem dat weliswaar evacuatie van moeders en kinderen naar Duitsland gewenst was, maar dat evacuatie van o.a. mannelijke en vrouwelijke kaderleden niet toegestaan was. Dat zou immers de partijorganisatie verlammen. Omdat Cornelis (Cees) van Geelkerken, hoofdstormer van de Jeugdstorm en plaatsvervangend leider van de NSB , vermoedde dat Lien van Eck naar Duitsland was uitgeweken, werd zij uit haar functie bij de Jeugdstorm ontslagen. Vanaf september 1944 is zij in Noord-Nederland en krijgt bij Haren-Gr. een auto-ongeluk waarbij zij een “hoofdschudding” oploopt. Zij werd voor behandeling van haar letsel in het Academisch Ziekenhuis in Groningen opgenomen en revalideerde daar acht weken. Na haar genezing kreeg zij in dat ziekenhuis een betrekking als heilgymnast/masseuse en bleef daar een half jaar in dienst. Zij was lid van het Opvoedergilde van de NSB van 1942 tot 1944.

Karakter

Als twintiger wordt zij herinnerd als een stoere, sportieve vrouw. In haar interneringstijd zien medegevangenen haar als een vrouw die zich enigszins verheven voelt boven anderen. De reclassering typeert haar als een mannelijke persoon. Een eerste werkgeefster na haar internering noemt haar ijverig en vakkundig. Politieke vervolging Zij werd op 16 april 1945 gearresteerd omdat zij lid was van de Nationaal-Socialistische Beweging. Ze verbleef aanvankelijk in het voorlopige interneringskamp Albino, van oorsprong een fabrieksgebouw van de Firma Albino aan de Winschoterkade in Groningen. Zij werd later overgebracht naar een interneringskamp in Delft, dichtbij haar plaats van herkomst, Rijswijk. Waarschijnlijk was dat het vrouwenkamp aan de Geer dat later het Legermuseum huisvestte. Zij wordt na een interneringstijd van ruim 16 maanden vrijgelaten en voor drie jaar onder toezicht van de reclasseringsorganisatie Stichting Politieke Delinquenten geplaatst. Op 11 juni 1952 wordt zij namens de Minister van Justitie in haar rechten hersteld. Zoals voor meer voormalige politieke gevangen van haar groep was het voor haar moeilijk om een bestendige werkkring te vinden, maar ondanks hindernissen op dit gebied heeft zij die kunnen overwinnen. Zij kon weer in haar oude beroep aan het werk. Zij heeft haar nationaalsocialistische levensovertuiging niet laten varen, want overigens niet hoeft te betekenen dat zij zou hebben ingestemd met de excessen van het Duitse nationaalsocialisme.

Persoonlijk leven

Zij had een duurzame lesbische verhouding. Tijdens de Tweede Wereldoorlog en in de jaren daarna werd een dergelijke relatie niet algemeen aanvaard, maar was anderzijds ook niet strafbaar.


Bronnen: Politiek dossier CABR, Nationaal Archief; persoonlijke herinneringen van auteur G.J.Bothof; bevolkingsadministratie.

Zoek op Wikidata

rel=nofollow