Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Christian Tamminga

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 30 jul 2014 om 06:43 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Christian_Tamminga&oldid=41747461)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Christian Tamminga (Leiden, 30 april 1974) is een voormalige Nederlandse atleet, die zich had gespecialiseerd in polsstokhoogspringen. Reeds als junior boekte hij internationale successen, met een vijfde plaats bij de Europese jeugdkampioenschappen in 1993 als belangrijkste resultaat. Ook als senior nam hij deel aan verschillende grote toernooien, met als opvallendste prestatie een sprong over 5,75 m en een gedeelde zesde plaats op de wereldkampioenschappen in 2001. Hij was op dit toernooi de beste Nederlander.

Biografie

Begin

Met Piet Tamminga (zelf goed voor 10,4 op de 100 m en ooit nationaal recordhouder op de 60 m indoor) als vader was de keuze voor atletiek als sport een logische. Christian Tamminga was in zijn jeugd al vrijwel dagelijks op de atletiekbaan te vinden bij AAV ’36 in Alphen aan den Rijn. Daarbij trokken in eerste instantie vooral het hoog- en verspringen hem aan. Als C-junior (cat. 14-15 jr.) sprong hij al 6,50 m ver. Hij deed aanvankelijk alle onderdelen en was een keer Nederlands meerkampkampioen, maar koos uiteindelijk voor het polsstokhoogspringen.[1]

Zoektocht

Vader noch zoon Tamminga wist iets van de techniek van het polsstokhoogspringen, maar door zelfstudie en fanatiek trainen zat Tamminga aan het eind van zijn juniorentijd op een niveau van 5,40, vergelijkbaar met Rens Blom en Laurens Looije in diezelfde periode. De volstrekt eigen aanpak, in combinatie met een perfectionistische benadering en gedrevenheid, werd het handelsmerk van Tamminga als polsstokhoogspringer. Op zijn lange zoektocht naar de perfecte techniek verbleef hij in Amerika bij oud-recordhouder Chris Leeuwenburgh, trainde in Monaco bij Sergej Boebka, keek rond in de Franse polsstokhoog-school in Parijs en trainde in Zuid-Afrika. Tenslotte kwam hij in Moskou terecht bij Valeriy Kogan, die in het verleden Rodion Gataullin naar grote hoogte hielp en daarna met de Israëliër Alexander Averkoeth werkte.[1]
Dat was in 1994, Tamminga’s eerste seniorenjaar. Hij miste dat jaar de EK in Helsinki door pas de limiet (5,50) te springen, toen de kwalificatieperiode al was verstreken. Een jaar later sprong hij 5,56, een nationaal record. Datzelfde jaar werd hij ook voor de eerste keer outdoorkampioen bij de senioren.

Kwalificeren voor Atlanta

In 1996 slaagde Christian Tamminga er niet in om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen. Hij trainde keihard door en wilde aan zichzelf en iedereen bewijzen dat hij er in Atlanta bij had moeten zijn. Dat brak hem op. In 1997 kreeg hij pijn in zijn rechterschouder. Pas na een half jaar kwam de oorzaak aan het licht: beschadigd kraakbeen. Hij schreef de halve wereld aan voor advies, want hij wilde ook professioneel met zijn genezing bezig zijn. Uiteindelijk verlegde hij zijn aandacht, ging naar het CIOS in Overveen en trainde op andere onderdelen om zichzelf te testen. Dat leidde tot een hink-stap-sprong van 14,97 en een vertesprong van 7,32, goede testwaarden voor een polsstokhoogspringer, waardoor hij zich langzaam maar zeker beter begon te voelen.[2]

Kampioen hink-stap-springen

In 1998 werd Tamminga Nederlands indoorkampioen hink-stap-springen. De afstand van 15,18 stelde niet veel voor, maar gaf wel aan dat hij er goed voor stond. In de week die volgde, haalde hij voor het eerst sinds negen maanden zijn stokken uit de hoes. Nadat hij na een week de pijn nog niet terug had voelen komen, sprong hij een wedstrijd. Hierbij ging hij over 5,45 m.[2] Hij zette zijn opmars voort, sprong het ene nationale record na het andere en kwam via 5,66 en 5,70 tijdens de Nacht van de Atletiek in Hechtel tenslotte tot 5,76. Pas in 2004 wist Rens Blom hem dit record te ontfutselen. Tamminga leverde die prestatie in Hechtel op de laatste kwalificatiedag voor de Europese kampioenschappen in Boedapest. Daar werd hij elfde met 5,40, na in de voorronde 5,45 te hebben gesprongen.

Zesde in Edmonton

De jaren erna wist Tamminga het in 1998 bereikte niveau niet vast te houden en het lukte hem niet om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2000 in Sydney. Daarvoor moest hij 5,75 springen en dat lukte niet. Wel werd hij voor de tweede maal Nederlands outdoorkampioen. In 2001 echter viel tenslotte alles op zijn plaats. Weliswaar kwalificeerde hij zich opnieuw pas op het allerlaatste moment voor de WK in Edmonton, maar daar sprong hij in de kwalificatie 5,70 en werd hij in de finale gedeeld zesde met 5,75. Daaruit bleek ook zijn belangrijkste vooruitgang: regelmatiger en vaker hoger springen.[3]

Blessures remmen progressie

Een slepende enkelblessure, gevolg van de jarenlange zware belasting, doorkruiste de geboekte progressie. Zijn optreden op de EK indoor in Wenen in maart 2002 mislukte daardoor. Hij onderging een kijkoperatie aan het enkelgewricht, waarna revalidatie volgde. Hij kwam dat jaar niet meer tot polsstokhoogspringen.[1]

In 2003 was Tamminga terug aan het polsstokhoog-front en reeds in april ging hij in Pretoria over 5,70. Rens Blom was dat seizoen echter zijn zwaarste concurrent en kaapte zowel de nationale titel als met 5,75 de beste jaarprestatie voor zijn neus weg. Tamminga kwam dat jaar niet hoger dan 5,70.

Toen in 2004 de Olympische Spelen voor de deur stonden, speelden de achillespezen van Tamminga op en kon hij slechts een beperkt programma aan. Dat was niet voldoende om de limiet voor Athene te halen. Pas in september sprong hij 5,63 tijdens een polsstokhooggala op een markt in Amstelveen. Een maand later onderging hij een kijkoperatie; de gevoelige achillespezen belemmerden hem te zeer in zijn dadendrang.

Het revalidatieproces duurde opnieuw lang. Om conditie op te doen trok Tamminga begin 2005 weer naar Chris Leeuwenburgh in de Verenigde Staten en ook was hij enige tijd actief in Israël. Pas in de tweede helft van het seizoen kwam hij goed op gang, maar in het jaar waarin Rens Blom wereldkampioen werd, kwam Tamminga niet verder dan 5,50.

Present in Göteborg en nieuwe tegenslag

In 2006 werd Tamminga in overigens matige omstandigheden opnieuw nationaal kampioen en nam hij ook weer deel aan een groot toernooi: op de EK in Göteborg werd hij met 5,40 vijftiende in de finale, na in de kwalificatie over 5,45 te zijn gesprongen. Laurens Looije werd achtste met 5,50. Met een beste jaarprestatie van 5,60 mocht Tamminga hopen op blijvende verbetering in de jaren die nog zouden volgen.

Aan het blessureverhaal van Tamminga leek echter geen einde te komen. Nadat hij aan het begin van 2007 bij een trainingsstage door zijn rug was gegaan, bleek een herniaoperatie onontkoombaar. In juni ging hij voor de zoveelste keer onder het mes en kon hij na herstel opnieuw gaan werken aan een comeback.

Nederlandse kampioenschappen

Outdoor
Onderdeel Jaar
polsstokhoogspringen 1995, 2000, 2006
Indoor
Onderdeel Jaar
polsstokhoogspringen 2001, 2002
hink-stap-springen 1998

Persoonlijke records

Outdoor
Onderdeel Prestatie Datum Plaats
polsstokhoogspringen 5,76 m (ex-NR) 1 augustus 1998 Hechtel
verspringen 7,32 m 26 juli 1997 Oordegem
Indoor
Onderdeel Prestatie Datum Plaats
polsstokhoogspringen 5,60 m 1 februari 1998 Zweibrücken
hink-stap-springen 15,18 m 14 februari 1998 Den Haag

Prestaties

polsstokhoogspringen

hink-stap-springen

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • Laarhuis, A. (1998) Christian Tamminga terug aan de top Atletiekwereld nr. 6: KNAU
  • Heere, A. en Kappenburg, B. (2000) 1870-2000 130 jaar atletiek in Nederland Groenevelt b.v. ISBN 90 90 12867 0
  • Kortleever, W. (2001) ‘Perfectionisme past bij mij’, Atletiek Magazine nr. 5: KNAU
  • Brink, C. van den (2002) Een trapgat vol vrienden en vijanden Atletiek Magazine nr. 3: KNAU
  • Werkgroep Statistiek KNAU (1998 t/m 2007) Statistische jaarboeken 1997 t/m 2006: KNAU

  1. 1,0 1,1 1,2 Uit Een trapgat vol vrienden en vijanden door Cors van den Brink, bron: zie hierboven
  2. 2,0 2,1 Uit Christian Tamminga terug aan de top door Andra Laarhuis, bron: zie hierboven
  3. º Uit ‘Perfectionisme past bij mij’ door Wilmar Kortleever, bron: zie hierboven
rel=nofollow

Externe links

rel=nofollow