Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

In Flanders Fields

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 29 mei 2014 om 21:42 (vertalingen)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In Flanders Fields is een gedicht uit de Eerste Wereldoorlog.

Het werd geschreven op 3 mei 1915 door de Canadese militaire arts en dichter John McCrae in de medische hulppost bij Essex farm, iets ten noorden van Ieper. Hij verwerkte in het gedicht zijn rouw over zijn vriend die de dag ervoor was gesneuveld bij een granaataanval tijdens de Tweede Slag om Ieper. De rood bloeiende klaprozen op de Vlaamse velden herinneren aan het bloed van de gevallenen, maar geven ook hoop dat het leven verdergaat. De tekst werd voor het eerst gepubliceerd op 8 december 1915 in het tijdschrift Punch. Het werd in de Engelstalige landen het populairste gedicht over de Eerste Wereldoorlog, en maakte van de klaproos een symbool voor de gesneuvelden.

Achtergrond

Tijdens de Tweede Slag om Ieper deed het Duitse leger voor het eerst een aanval met chloorgas op de geallieerde stellingen en begon zo de eigenlijke gasoorlog. Omdat het chloorgas zwaarder is dan lucht, daalde het in de loopgraven en doodde daar naar schatting 10.000 soldaten, meestal door een pijnlijke verstikking. Tegen het einde van het Ieper-offensief, op 25 mei 1915, waren ongeveer 35.000 Duitse soldaten gesneuveld; het verlies aan de kant van de geallieerden was ongeveer dubbel zo groot. Volledige dorpen waren met de grond gelijkgemaakt, het landschap verwoest. Weldra groeiden klaprozen tussen de rijen graven met de houten kruisen.

De geneeskundige en schrijver John Alexander McCrae (1872–1918), die als luitenant kolonel in het medisch corps diende, verloor op 2 mei 1915 zijn beste vriend en voormalig studiegenoot, de amper tweeëntwintigjarige luitenant Alexis Helmer, die door een granaatsplinter werd getroffen. Helmer werd dezelfde dag nog begraven, niet ver van McCraes behandelingsplaats aan het kanaal van Ieper. Bij gebrek aan een geestelijke, hield McCrae zelf een kleine rouwceremonie. De volgende dag zag hij niet ver van het verse graf klaprozen boeien. Hij begon zijn indruk hierover in een notitieboek te beschrijven. De tweeëntwintigjarige sergeant Cyril Allinson, die net de post verdeelde, observeerde hem daarbij. Toen McCrae klaar was met zijn notities, gaf hij de tekst aan Allinson. De jonge soldaat was er zo door ontroerd, dat hij de hele tekst onthield. Hij herinnerde zich later: „Het was een exacte beschrijving van het tafereel voor ons. Het woord blow kwam oorspronkelijk niet voor in de eerste tekstregel, maar pas later, toen het gedicht in Punch verscheen. Het werd in de voorlaatste regel gebruikt. McCrae gebruikte het woord blow (blazen) omdat de klaprozen die morgen inderdaad door een lichte oostenwind aangeblazen werden. Ik dacht er op dat moment niet aan, dat het ooit gepubliceerd zou worden. Het leek me alleen een nauwkeurige beschrijving van het tafereel.”[1]

Het gedicht zou bijna niet gepubliceerd zijn: McGrae gooide het weg. Volgens verschillende bronnen zou luitenant kolonel Edward Morrison, die in het burgerlijke leven een redacteur was in Ottawa, de tekst gevonden hebben en naar uitgeverijen van kranten in Groot-Brittannië hebben gestuurd.[1]

John McCrae overleed op 28 januari 1918, toen hij aan het hoofd stond van het N° 3 Canadian General Hospital in Boulogne-sur-Mer in Noord-Frankrijk, aan de gevolgen van een longontsteking en hersenvliesontsteking.[2]

Hij werd met militaire eer bijgezet in het nabijgelegen Wimereux (Pas-de-Calais, Frankrijk). Hetzelfde jaar werd een verzameling gedichten postuum uitgegeven met als titel In Flanders Fields and Other Poems.

Op de plaats waar McCrae het gedicht schreef, bevindt zich nu de soldatenbegraafplaats Essex Farm Military Cemetery. Bunkers en loopgraven zijn bewaard gebleven. Een monument door de Brugse beeldhouwer Pieter-Hein Boudens herinnert aan John McCrae. Zijn gedicht staat op een gedenkplaat gegraveerd, op een bunker.

Een VS-soldatenbegraafplaats in de omgeving van Waregem kreeg eveneens de naam In Flanders Field. Hier liggen 368 Amerikaanse soldaten begraven. De bronzen voet van de vlaggenmast op deze gedenkplaats werd beplant met klaprozen en margrieten.

Gedicht

In Flanders Fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders Fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If you break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders Fields
Major John McCrae – 1915

Vertalingen

De kollebloemen van Vlaanderen
Rachel Schaballie, 1919
Vlaanderens hart bloedt in zijn kollebloemen open,
tussen de kruisjes door, die, rij naast rij geplant,
het simpel teeken zijn, waaronder wij steeds hoopen,
dat onze milde dood de vree werd voor dit land.
Bij rooden dageraad volgden wij in het blauwe
den zoeten leeuwerik, wiens jubel werd gestoord
door schroot en vloek en klacht. Tot men ons kwam houwen
en op dit Vlaamsche veld ons streven werd gesmoord.
Gij, die nu na ons leeft, wij reiken u de toortsen,
verheft ze naar het licht, elk roepe een nieuwen held:
verbreekt gij onze trouw, dan wordt in wreedste koortsen
ons ’t heilig verbod te slapen in dit veld:
in elke kollebloem zouden wij blijvend bloeden!

In de velden van Vlaanderen waaien klaprozen[3]
In de velden van Vlaanderen waaien klaprozen
Tussen de kruisen, rij op rij,
Die onze plaats aanwijzen; en in de lucht
Blijven de leeuweriken dapper zingen,
Nauwelijks hoorbaar over het kanongebulder aan de grond.
Wij zijn de doden. Een paar dagen geleden
Leefden we, voelden de dauw, zagen de zon ondergaan.
Hadden lief en werden geliefd en nu liggen we
In de velden van Vlaanderen.
Zet onze strijd met de vijand voort.
Tot u gooien wij met falende hand de toorts
Aan u om hem hoog te houden.
Als u breekt met ons die sterven
Zullen wij niet slapen
Ook al bloeien er klaprozen
In de velden van Vlaanderen.

Op Vlaanderens Velden
Hertaald door © Lepus[4]
Klaprozen bloeien op Vlaanderens velden,
tussen de kruisen, rij aan rij,
van ons die liggen, zij aan zij.
De zang van koene lerken in de lucht,
schier niet gehoord door het krijgsgerucht.
Wij zijn de Doden. Gisteren nog
zagen wij dageraad en deemstering,
beminden en werden bemind,
en liggen nu in Vlaanderens velden.
Bekamp de vijand met nieuwe moed
en grijp de toorts waarvoor wij streden;
Als je verzaakt aan ons die leden,
dan gun je geen rust aan helden,
waarvoor klaprozen, rood als bloed,
bloeien op Vlaanderens velden.

Verwijzingen

rel=nofollow