Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Seefbier
Seefbier | ||
Gisting | waarschijnlijk bovengistend (of spontane gisting?) | |
Alcoholpercentage | 1% | |
Graan | Tarwe en gerst | |
Oorsprong | Antwerpen, België | |
Brouwer | Severans? / Saveniers en Van Riel? | |
Type | Witbier | |
Kleur | Licht | |
Smaak | Zoetig |
Seef of Seefbier is de naam van een nu verdwenen Antwerps bier uit de 19e eeuw.
Geschiedenis
"In het begin van de twintigste eeuw leefde de Antwerpenaar in een rijkelijke stad. In het stadscentrum werden langs de boulevards luxueuze warenhuizen en brasseries opgetrokken. Toch hadden de meeste Antwerpenaren geen boodschap aan deze rijkdom. Ze woonden in vervallen wijken in de binnenstad: de zogenaamde faubourgs, of zoals Antwerpenaren het zeggen het faboert. Ook in de wijk Seefhoek waren de meeste bewoners eerder arm. Seef was de naam van een licht, schuimend bier dat in deze regio gebrouwen werd.[1] Amand De Lattin beschrijft in “Sinjorenstad” (± 1915) het Antwerpen van de jaren 1880 tot 1900.[2] Hij heeft het over “een populaire buitenherberg, in een stadsgedeelte dat zich pas begon te ontwikkelen, was de Seefhoek, genaamd bij Trien uit de Pothoek en vooral geroemd voor zijn seef.”
Deze herberg zou zich op de hoek van de Lange Beeldekensstraat en de Pesthofstraat hebben bevonden.[3] Ook dokters en personeel van het Stuivenbergziekenhuis (gasthuis) kwamen er hun seefbier drinken.
Oorsprong van het woord
Het woord seef zou afgeleid zijn van het Latijnse woord sapa. In het Frans wordt dat sève. Een plantensap dat levenskracht en veerkracht verwekt. Seef is dus een “voedende” drank getrokken uit wortels en stengels van verschillende planten.[4] Afgeleid van dit Franse woord, betekende het woord seve gewestelijk "aroma, smaak, geur."[5] Het werd gebrouwen met 50% gerst en tarwemout en heeft slechts 1% alcoholgehalte. Het was een lichtkleurig, zoet, troebel maar sterk schuimend bier.[4]
Afgeleid van een brouwersnaam?
De brouwerij Saveniers & Van Riel (1915-1932) in Wijnegem brouwde diverse bieren (Blond, Bock, Export, Flora, Munich, Tripel, maar ook tafelbier en Seef.[6] Om die reden zou men zich kunnen afvragen of de benaming Seef misschien uit de familienaam Saveniers afgeleid zou kunnen zijn. Vergelijkbaar in dit verband is brouwer J. H. Severans, die (volgens J. B. Stockmans) in 1827 vergunning kreeg voor een bierbrouwerij in het nabije Borgerhout.
Salie?
Daarnaast vragen sommigen zich af of er een verband is met salie. Het woord Seef of selve zou namelijk Oudnederlands zijn voor deze plant,[7] De Latijnse naam (Salvia officinalis) komt van het Latijnse woord salvare en betekent redden, verlossen of heilbrengen. Bij de Romeinen was salie al bekend om het verhogen van de vruchtbaarheid. Het Engelse woord voor salie, sage, betekent ook wijs of wijze. Naast de klankovereenkomst is een verband met het seefbier eerder onwaarschijnlijk.
In de literatuur
Van enkele Vlaamse schrijvers is bekend dat zij dit bier hebben gedronken. Domien Sleeckx vermeldt: “Een der gehuchten, welke wij op dergelijke wandelingen het liefst bezochten, was het Eksterlaar. . . . Men tapte er een wit bier, dubbelde seef geheeten, dat schuimde als Champagne, naar ’t hoofd liep als Porto, en tien cents den liter kostte.”[8] En Lode Baekelmans schrijft: “in het naar huis gaan hadden zij een stoop seef leeggedronken, die fel schuimde en den neus prikkelde. Dat is de champagne der arme luizen, de champagne van de vijfde wijk”;[9] “Willen wij naar de Pothoek seef gaan drinken en een stukske eten”.[10]
In lied en gedicht
Het bier viel blijkbaar in de smaak, want het werd zowel door gelegendheidsdichters als door raspoëten bezongen:
- O goede seef, o heerlijk bier
- De seef, de seef, het Leuvens en het garsten
- Ziedaer, ziedaer, de wijn die ons verheugt!
- De seef! De seef!
- het Leuvens en het garsten!
- Ziedaar! Ziedaar! De bronnen onzer vreugd![11]
Een ander gelegenheidsgedicht, “Over ’t Seefbier”:
- Sinjoren en Sinjorinnen
- Die het vermaak beminnen
- Vermaak en lekker seef:
- Nu kunt g’een kansken wagen
- Met alle drij de dagen;
- Een lekker potken vragen,
- Een beentjen uitgeslagen,
- Maar —gaat niet buiten de schreef . . .![12]
In andere regio’s
Sommige bronnen en auteurs veronderstellen een gelijknamig bier in andere regio's (bv. Gent). Hoewel het woord seef in andere context weliswaar gebruikt wordt (o.a. "Gentsche Seef" als naam van een kroeg) schijnt er alleen in Antwerpen historisch bewijs te zijn voor het bestaan van dit bier. De Geschiedkundige Heruitgeverij vzw.[13] vermeldt in 1905 een Gentse seef (bier) in De Gentse Herbergen en Hunne Uithangborden. Het boek vermeldt: "Gentsche herbergen zijn café’s, estaminets, cantines, waar men Gentsch bier, de echte Gentsche seef, verkoopt." [14]
Het blijft onduidelijk waar en door wie het Seefbier werd gebrouwen en of het zijn naam gaf aan de Seefhoek of omgekeerd.
Het Seefbier zou omstreeks 1900 een stille dood zijn gestorven door de opkomst van het uit Tsjechië afkomstige pilsbier.
In september 2010 werd het te Bokrijk nagebrouwen door het Wijn- en Biergilde Demerdal.[15]
Bronnen
|