Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Jean-Pierre Van Hees
Jean-Pierre Van Hees | ||
Instrument(en) | Doedelzak, fluit, hommel |
Jean-Pierre Van Hees (Liège, 1950)[bron?][1] is een Belgisch musicus gespecialiseerd in traditionele en historische doedelzakken.[2][3]
Hij speelde een essentiële rol in heropleving van de doedelzaktraditie in België alsook van de barokmusette.[4] Naast doedelzak speelt hij ook fluit en hommel. Hij is auteur van het boek "Cornemuses, un infini Sonore",[5] een uitgebreide studie over deze familie van muziekinstrumenten[6]. Naast zijn muzikale carrière schrijft hij romans onder zijn pseudoniem Pierre-Marie Dumont-Saint Martin.[7]
Jean-Pierre Van Hees, uitvoerend musicus, pedagoog en schrijver, is een der belangrijkste vectoren van de herontdekking van de barokmusette.[8] Van Hees' carrière als barokmusette-virtuoos omvat regelmatige samenwerkingen met vele ensembles: Het Orkest van de Achttiende Eeuw (Frans Brüggen) – Les Arts Florissants (William Christie) - Le Concert des Nations (Jordi Savall) - Les Agréments (Guy Van Waas) [9]- Le Coin du Roi (Christian Frattima) - Les Ambassadeurs (Alexis Kossenko) - Stradivaria (Daniel Cuiller) - La Chapelle Harmonique (Valentin Tournet).... alsook met moderne symfonische orkesten (Chicago, San Francisco, Zürich, Paris, Chamber Ochestra of Europe, Scottish Chamber Orchestra), waarmee hij soms ook aan operaproducties werkt en waaraan hij als geënsceneerde musicus deelneemt.
Biografie
Geboren in Luik en afkomstig uit een Belgisch-Nederlands gezin, groeide Van Hees op in de multiculturele omgeving van de gastarbeiders. Tijdens zijn jeugd kwam hij in contact met diverse traditionele Europese talen en muziek. Zijn interesse werd gevoed door de aanwezigheid van folk dansen binnen de verschillende culturen.[10]
Muzikaal debuut
Zijn passie voor wereldmuziek ontwikkelde hij als autodidact.[6][11][12] Van Amerikaans indiaanse fluiten tot de Bretonse bombarde, instrumenten die hij al op jonge leeftijd bespeelde. In 1966 mocht hij een doedelzak uit de Berry (Centraal Frankrijk) lenen (een instrument dat nu wordt tentoongesteld in het Muziekinstrumentenmuseum (Brussel) - ref. 1984.021) waarop hij zijn debuut maakte, voordat hij een Schotse doedelzak van het type Piobmohr (Great Highland Bagpipe) en een doedelzak uit Galicië kocht.
Het bespelen van deze instrumenten vereist voor elk type een eigen aparte aanpak. Dit bracht Van Hees ertoe een grondige kennis te ontwikkelen m.b.t. tot de specifieke technieken voor expressie, frasering en ornamentatie die kenmerkend zijn voor elk doedelzaktype.[13][14] Tijdens zijn bezoek aan een internationale doedelzaktentoonstelling in Gent in 1967 ontdekte hij zowel de barokmusette als de muchosa (een Belgische doedelzak waarvan de traditie na de eerste wereldoorlog was uitgestorven). Deze tentoonstelling stond mee aan de basis van zijn droom om een musicus te worden die elk type doedelzak en zijn specifiek repertoire kan bespelen. Als groot liefhebber van barokmuziek, is hij tot op de dag van vandaag actief om de barokmusette in eer te herstellen bij de heropleving van historische muziek op historische instrumenten.[15]
In 1971 maakte de Brusselse schilder, illustrator en doedelzakmaker Jacques Laudy, voor hem de pijpen van een reproductie van de Brabantse doedelzak die op de schilderijen van Brueghel voorkomt. Het instrument had nog een balg nodig en diende bijgewerkt te worden om bespeelbaar te zijn. Jean-Pierre Van Hees wendde zich hiervoor tot de uit Verviers afkomstige Remy Dubois om hem te helpen het werk te voltooien. Uit deze ontmoeting ontstond het eerste revival ensemble van traditionele muziek uit Wallonië, Les Zûnants Plankèts (De zoemende metgezellen).[16]
In 1973 nam het ensemble het eerste album op dat gewijd was aan traditionele Waalse muziek op bourdoninstrumenten.
In 1974 organiseerde het Muziekinstrumentenmuseum (MIM) in Brussel cursussen muchosa onder leiding van Jean-Pierre Van Hees. Dit waren de allereerste doedelzakcursussen die in België werden georganiseerd..
In 1975 organiseerde de Académie Internationale d'Eté de Wallonie de eerste traditionele muziekcursussen op de site van Neufchâteau waar Jean-Pierre Van Hees doedelzaklessen gaf. Hij zal deze workshop tien jaar leiden en daarna twintig jaar de programmering en regie van alle traditionele dans- en muziekcursussen.
Bijdrage aan instrumentale praktijk
In 1976 werd hij de uitvinder van het tweede speelgat voor de duim op de melodiepijp van de doedelzak waarmee hij de melodische mogelijkheden van het instrument beduidend uitbreidt.[17]
Een verbetering die aanvankelijk met tegenzin werd ontvangen door instrumentenbouwers, maar die uiteindelijk door veel doedelzakbouwers en spelers in de omringende landen werd overgenomen en veralgemeend. Deze kleine uitvinding is doorslaggevend geweest voor de toekomst van het instrument in de actuele muzikale context.[18]
In 1977 vroeg hij aan Remy Dubois om een hommel (soort citer) te ontwikkelen die een volledig chromatische toets met een diatonische (toon)toets combineert. Dit systeem werd dan ook overgenomen door een aantal bouwers en musici.
Muzikale carrière
In 1979 werd Jean-Pierre Van Hees fulltime muzikant door zich aan te sluiten bij de Nederlandstalige Belgische formatie Rum (band), een internationale succesvolle groep waarmee hij één single en twee LP’s opnam die enkelen van zijn composities bevat.[19]
Het tweede album Flandria Tropical, die hedendaagse teksten met muziek en ritmes van verschillende oorsprong (Belgisch - Caribisch - musette - tango...) combineert, zal verschillende repercussies hebben, met name op de Académie Internationale d'Eté de Wallonie waar Jean-Pierre Van Hees, in 1985, de allereerste tangostages organiseerde (de tango was toen in verval in Argentinië).
De Argentijnse schrijver Horacio Ferrer verklaarde over dit initiatief: "Het is een briljant idee. Wij hadden het moeten uitvinden.”
De Academia del Tango in Buenos Aires ontstond in 1990. De oprichter Horacio Ferrer kwam naar België om hulde te brengen aan het werk van Jean-Pierre Van Hees. De tangoworkshops van de Académie Internationale d'Eté de Wallonië hebben een aantal duurzame projecten op dit gebied gegenereerd, met leerlingen die waardevolle spelers zijn geworden in de wereld van de tango, zoals de Nederlandse bandoneonist Carel Kraayenhof.
Jean-Pierre Van Hees, voor zijn part, richt met bandoneonist Alfredo Marcucci het Sexteto Veritango op dat zowel traditionele tango's als de composities van Astor Piazzola produceert en tegelijkertijd een nauwe band met de dans onderhoudt.
Aansluitend op zijn autodidactische opleiding begon Jean-Pierre Van Hees klassieke studies aan het conservatorium van Leuven alsook jazzseminaries aan het Koninklijk Conservatorium Luik.
Daarna legde hij zich toe op de studie van de barokmusette op basis van historische verhandelingen en speelmethodes. Door eigen onderzoek in verschillende musea en bibliotheken werkte hij op zowel originele instrumenten als kopieën. Hij leverde een belangrijke bijdrage aan de heropleving van dit instrument in de praktijk van de oude muziek, met name door doedelzakbouwer Remy Dubois te motiveren om historische musettes te restaureren, systematisch onderzoek te voeren en kopieën te maken. Parallel daaraan begon Jean-Pierre Van Hees in 1989 met de oprichting van eerste opleidingen musette en doedelzak aan de Académie des Arts de la ville de Bruxelles. Dankzij deze inspanningen werden vijf andere klassen geopend, waaronder één op de campus Lemmensinstituut Leuven,[20] waardoor deze instrumentenfamilie op het niveau van een hoger muziekconservatorium werd gebracht.[21][22] Hij heeft ook pedagogische projecten gestart in verschillende muziekscholen rond traditionele volksdansen, muziek en tango, nadat hij in 1992 zijn Franse C.A.-diploma als departementshoofd van de afdeling traditionele muziek behaalde.
Compositie
Verschillende hedendaagse componisten, zoals de Galicische Ernesto Campos en de Belg Jeroen D'hoe, schreven speciaal voor hem muziek. Hoewel Jean-Pierre Van Hees zichzelf niet profileert als componist, schreef hij niet alleen talrijke muziekstukken voor zijn instrument, maar ook muziek voor theater (De Sterrendief - Michel de Gelderode - Brialmont Theater Brussel) en film (Au Bord du Monde - Sylvestre Sbille).
Musicografische publicaties
Zijn navorsingwerk heeft hem ertoe gebracht verschillende publicaties en een naslagwerk over balg-aerofonen te schrijven, "Cornemuses, un infini sonore" (De doedelzak, een oneindig klankbeeld), de grootste studie die tot nu toe wereldwijd over deze familie van instrumenten is gepubliceerd (Coop Breizh 2014), werk waarvoor hij in 2010 als eerste de titel van Doctor in de Kunsten behaalde, uitgereikt door de universiteit van Leuven.[2]
Museale bijdragen
Als navorser werkt hij samen met verschillende musea en verzamelingen muziekinstrumenten[23] (Muziekinstrumentenmuseum Brussel - Musée de la Musique Paris - MUPOP Montluçon - Maison de la Cabrette Cantoin ...), met name bij de productie van didactische audio- en video-opnamen, evenals lezingen en presentaties. Zijn nieuwe typologische classificatie van de doedelzakfamilie wordt gebruikt door verschillende collecties.
Discografie
- 1974: Les Zûnants Plankèts - Musique traditionnelle et folklorique des Ardennes Belges - Alpha 5014
- 1976: Les Musiciens de Neufchâteau - Maclotes, passepîds et autres danses de Wallonie - Alpha 5021
- 1980: RUM - Gelukkig ma non Troppo - Elektra ELK 52256
- 1982: RUM - Calypso-facto - Myron LAM SR.01
- 1982: RUM - Flandria Tropical - Munich Records MU 7465
- 2015: RUM - Integraal - Universal 41202440[24]
- 2015: Christmas in Belgium - Duo Jean-Pierre Van Hees - Luc Ponet - Pavane ADW 7583[25]
- 2015: Fly In - Duo Bauweraerts - Van Hees - Bemol Productions BEMO 086[26][27]
- 2021: « Il Pastor Fido » sonates (Nicolas Chédeville/Antonio Vivaldi)
Bibliografie
- 2014: Cornemuses, un infini Sonore - Coop Breizh[28]
- 2018: Le Temps des Coquelicots[29]
- e2021: Le Temps du Muguet[30]
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º Bevolkingsregister stad Luik
- ↑ 2,0 2,1 CANTUS & UTRICULUS: DOCTORAATSVERDEDIGING JEAN-PIERRE VAN HEES
- º Jean-Pierre Van Hees een Luikenaar die in Leuven woont en werkt, is een wereldautoriteit op het vlak van de doedelzak.
- º Situering van de doedelzak en de specifieke traditionele speeltechnieken van Jean-Pierre Van Hees in de uitvoering van historische en actuele muziek
- º Les Cornemuses - L'Instrumentarium de l'Insolite
- ↑ 6,0 6,1 Jean-Pierre Van Hees is allereerste doctor in de doedelzak
- º Mollat
- º herontdekking van de barokmusette in handen van Jean-Pierre Van Hees
- º Over Orgel en doedelzakconcert door Guy Van Waas en Jean Pierre Van Hees
- º Foto’s en archieven uit de zestiger jaren, o.m. van de Waalse dansgroep « Tos-è-rond » uit Pepinster, en de Poolse volkskunstgroep « Carolinka » uit Luik
- º De eerste cursussen wereldmuziek en dito instrumenten in België werden (grotendeels door toedoen van Jean-Pierre Van Hees) in de jaren 1980 / 1990 in het programma van enkele zomerstages en muziekscholen geïntroduceerd. In de zestiger jaren werden de zeldzame geïnteresseerden op zelfstudie aangewezen.
- º De allereerste docent doedelzak in een muziekhogeschool, Jean Pierre Van Hees, keert na een internationale carrière als solist met wereldvermaarde ...
- º (fr) [Van Hees], Cornemuses, un infini sonore, Coop Breizh
- º De speelmethodes uit diverse doedelzaktradities uit landen zoals Schotland, Frankrijk, Polen of Bulgarije tonen aan dat zowel vingerzetting en speeltechnieken zeer verschillend zijn. Een synthese hiervan is te vinden in het werk « Cornemuses, un infini sonore », hoofdstuk « Ressources musicales » van Jean-Pierre Van Hees.
- º Agenda uit het archief van Jean-Pierre Van Hees mbt zijn contracten als uitvoerend musicus, lector, docent alsook zijn publicaties (o.m. artikel « (Re)jouer de la musette aujourd’hui » in Annuiaria da Gaita - Escola provincial de Gaitas - Ourense 2005).
- º Folkroddels - Les Zûnants Plankèts
- º In 1976 is Jean-Pierre Van Hees de uitvinder van het tweede duimgat op de schalmei van de doedelzak waarmee hij de melodische mogelijkheden van het instrument sterk uitbreidt.
- º De facto werden alle doedelzakken van het Blanc/Dubois type vanaf 1979 voorzien van het tweede duimgat die extra modale en tonale mogelijkheden biedt, met extra mogelijkheden voor de intonatie.
- º RUM Muziekarchief
- º Le tout premier Docteur en Cornemuse, et une autorité mondiale. Il est professeur à l'Institut Lemmens à Louvain.
- º Kunstenpunt
- º Expertises van Jean-Pierre Van Hees, doctor in de doedelzak en oud-docent aan het Lemmensinstituut
- º MIM - Cornemuse, un infini sonore.
- º Muziekarchief
- º Muziekweb
- º Duo Hilke Bauweraerts (diatonisch accordeon) & de Leuvense Jean-Pierre Van Hees ( doedelzakken & fluit)
- º Duo Bauweraerts Van Hees
- º Cornemuses, un infini Sonore
- º Le Temps des Coquelicots
- º Lilys Editions