Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Rarden Iserbyt
Gerard 'Rarden' Iserbyt (Harelbeke, 5 juni 1897 – Kortrijk, 17 november 1971) was een vooraanstaand figuur in de Vlaamse Beweging.[1]
Levensloop
Iserbyt was oorlogsvrijwlliger in de Eerste Wereldoorlog.
Interbellum
Na de EErste Wereldoorlog studeerde Iserbyt geneeskunde in Leuven. Hij was als student van 1922 tot 1924 voorzitter van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond en in 1923-1924 eveneens voorzitter van het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond. Iserbyt stuurde het KVHV richting Vlaams-nationalisme. Onder zijn bestuur werd een Vlaams-nationalistische studiekring opgericht die debatavonden organiseerde met als sprekers Edmond Rubbens, Hendrik Borginon, Emile Blavier, Herman Vos en Raymond Colleye.
Het KVHV richtte in 1923 een Kinderen-Bormsfonds op om geld in te zamelen om de studies van de kinderen van August Borms te betalen. Ze hielden op 10 februari 1924 een amnestiemeeting voor Borms aan de poort van de gevangenis, waarop Franstalige studentenblad L'Avant-garde eiste dat Iserbyt van de universiteit zou worden gegooid. De Vlaamse studentenverenigingen waren echter solidair met hun verbondspreses en schreven de plakbrief Handen af![2]
In april 1924 was Iserbyt in Leuven voorzitter van het 9de Groot-Nederlands Studentencongres, een congres waar Berten Vallaeys (1898-1975) werd neergeschoten door de Waalse radicale student Gabriël Colbacq.
Iserbyt werd in 1924 van de universiteit gestuurd.[3]
Tweede Wereldoorlog
Iserbyt werd door Gerard Romsée op 3 maart 1942 aangesteld als plaatsvervangend leider van de Kamer van Geneesheren, de Vlaamse afdeling van de door de Duitsers opgerichte Orde van Geneesheren. Na de oorlog werd hij in een proces tegen de ’oorlogsorde van geneesheren’ (17 juni 1947 – 16 december 1947) vervolgd en tot twee jaar gevangenis veroordeeld en tot levenslange onzetting uit de burgerrechten.
Na de Tweede Wereldoorlog
In 1959 nam hij in Antwerpen deel aan een amnestiebetoging.[4]
Hij was lid van de Centrale Raad van het Verbond der Vlaamse Academici (en voorzitter van de gouw West-Vlaanderen), ondervoorzitter en provinciaal leider voor West-Vlaanderen van het Algemeen Vlaamsch Geneesherenverbond en voorzitter van de Palfijngilde te Kortrijk.
Hij was ook lid van het IJzerbedevaartcomité.
Bronnen, noten en/of referenties
|