Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Gustaaf Béazar
Gustaaf Béazar, schuilnaam Anatole (Ninove 29 juli 1908 - Cadier en Keer 11 september 1944) was een lid van het Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog.[1][2][3]
Levensloop
Béazar was Eerste wachtmeester bij de Rijkswacht.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij sectieoverste bij het Geheim Leger.
In juli 1943 dook hij onder:
Béazar gaf in september 1944, de maand van de bevrijing van België, een order aan de leden van het Geheim Leger om te verzamelen in het bos van Rotem van waaruit ze de wapens zouden opnemen tegen de Duitsers. De beloofde wapenleveringen van de RAF bleven door het slechte weer uit en er was een voedselgebrek. Uiteindelijk zouden de meeste verzetsleden naar huis keren en de Duitsers hakten het overgbleven geïmpoviseerde legertje van 200 man makkelijk in de pan.
De Duitsers arresteeren 40 personen, waarvan er 21 verdacht werden lid te zijn van het verzet. Béazar wist de Duitsers ervan te voertuigen de toevallig geangenomen buurtbewoners vrij te laten. De verzetslui werden weggevoerd per camion naar Heer, en werden samen gevangen gehouden met 5 verzetlui uit Maaseik. Tijdens het transport werd Beazart drie maal gestoken met een bajonet.
11 verzetslui werden de volgende ochtnd 1 voor 1 gefusilleerd te Heer, Béazar was het eerste slachtoffer.
De overige 14 gevangenen werden getransporteerd naar Schinveld waar ze werden ondervraagd door de Gestapo en waar ze vernederende klusjes moesten uitvoeren zoals de straten poetsen met een tandenborstel. 7 van de overgebleven weerstanders werden naar een bos gevoerd waar ze een gat moesten graven om brandstof te stockeren. Al snel was duidelijk dat ze hun eigen graf aan het delven waren. Ze werden alle 7 geëxcuteerd. De overgebleven 7 leden werden naar verschillende concentratiekampen gevoerd. Slechts 3 van hen zouden weerkeren.
Beazar werd postuum benoemd tot Ridder in de Orde van Leopold II met palm en het Oorlogskruis met Palm.
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
|